Thursday, March 24, 2011

Een Dag met een Buitenaards Wezen A Day with ET, Dutch

Dutch translation of “A Day with an Extraterrestrial.”
“Een Dag met een Buitenaards Wezen”

Het is geschreven door Mr. Lou Baldin, uitgegeven op 2008.
Ik heb Mr. Baldin’s persoonlijke toestemming om het te mogen vertalen en ben hem daarvoor zeer dankbaar. Hans Jochems.
EEN DAG MET EEN BUITENAARDS WEZEN

De waarheid is een tweesnijdend zwaard, om het te krijgen moeten we iets opgeven – zoals gekoesterde illusies.

PROLOOG.

Het verhaal dat volgt is behoorlijk buitengewoon en daarom zullen velen ervoor kiezen zulke dingen niet als mogelijk te accepteren. Niettemin word ik gedwongen dit verhaal te vertellen en laat het aan de lezers over hoeveel, voor zover ook maar iets, zij van het verhaal als een realiteit wensen te beschouwen.

Hoofdstuk 1.

OP EEN OCHTEND.

Ik heet Mike, ik ben een begin vijftiger. Ik ben getrouwd, en heb twee volwassen kinderen. Mijn werk is in vastgoedzaken en dat doe ik al zo’n 27 jaar. Die ochtend besloot ik om te profiteren van het mooie weer en ging naar het park dat zich ongeveer vier blokken verder van mijn huis bevind.
Ik had een vlug ontbijt in een restaurant voorafgaand aan mijn rustige wandeling die ik zou doen voor dat ik naar het kantoor zou gaan. Wandelen was een goede manier voor mij om in vorm te blijven en stelde mij in de gelegenheid om te stoppen en "aan de rozen te ruiken," zoals een wijs oud gezegde gaat. Bovendien geniet ik van het maken van ochtend wandelingen.
In het park bevond zich de gewoonlijke groep van joggers, wandelaars, en een paar ouders met kinderen die aan het schommelen waren, niets anders dan anders.
Dat was zo totdat ik na ongeveer vijftien minuten te hebben gewandeld er een man naderde die zoals het leek mij op het pad te willen passeren en daarom ging ik opzij om hem daarvoor de ruimte te geven. Maar in plaats van mij te passeren vertraagde de vreemdeling zijn pas en stelde zichzelf voor als Milton. Milton leek op een gewone blanke man met een gemiddelde lengte, ongeveer veertig jaar oud met een volle zwarte kop met haar. Hij was iets kleiner dan ik ben, ongeveer één meter tachtig en gekleed in een joggingpak. Hij sprak tegen mij op een manier alsof wij lang geleden oude vrienden waren geweest, maar ik kon hem niet.
“Hallo Michael Vitorino Bolderini, ken je mij nog?”
“Hallo...nee ik ken je niet. Wie ben jij? En hoe weet jij mijn hele naam?
Ik kon niet geloven dat hij mijn hele naam gebruikte. Ik gebruik nooit mijn middelste naam. Niemand had mijn middelste naam gebruikt sinds ik een kind was en ik nog in Italië woonde.
“Ik weet heel veel van jou Michael, ik ken je sinds je geboorte op deze planeet. Ik ben zelf niet van de planeet Aarde, ik ben afkomstig van een ander zonnestelsel dat zich in het centrum van dit melkwegstelsel bevind.”
Dat klonk zo absurd dat ik niet zeker wist hoe te reageren.
Ik had in het verleden met anderen over zulke fenomenen als buitenaardsen en UFOs gepraat. Nu ik dat van deze man hoorde, kon ik mijzelf precies voorstellen hoe dwaas ik bij mijn vrienden en familieleden moet hebben geklonken toen ik mijn ervaring aan hen vertelde. Niettemin dacht ik onmiddellijk dat deze persoon van lotje was getikt door te praten alsof hij een echt buitenaards wezen was. Ik ben mij persoonlijk bewust van het UFO-fenomeen en heb tijdens mijn jeugd vreemde situaties meegemaakt en ook als volwassene toen ik in het leger was. Maar er over praten en Milton openlijk horen zeggen dat hij van een andere planeet komt bracht de irrationaliteit bij mij naar boven en ik voelde mij er bijzonder ongemakkelijk bij.
Ik koos ervoor om over de ironie van mijn onaangename toestand heen te stappen en probeerde het gesprek met Milton beleefd te beëindigen, althans dat hoopte ik.
"Leuk om je ontmoet te hebben Milton en wij moeten zeker een andere keer nog eens over leven in de Melkweg praten, maar nu moet ik mijn wandeling afmaken om weer naar mijn kantoor te gaan.
Nog een mooie dag, Milton".
Na dat tegen hem gezegd te hebben, begon ik van over het pad te wandelen over te schakelen naar een snelle draf, er van overtuigd te zijn dat ik Milton achter mij zou laten toen ik van hem weg sprintte. Na ongeveer vijf of zes minuten te hebben gerend, raakte ik buiten adem en ging er van uit dat ik opnieuw veilig het wandelen kon hervatten, dwaas genoeg om te geloven dat ik de afstand tussen Milton en mezelf groot genoeg had gemaakt.
Maar tot mijn grote schrik was Milton blijkbaar de hele tijd slechts enkele passen achter mij gebleven — op mijn hielen zogezegd! Ik had hem niet opgemerkt totdat ik mijn snelheid vertraagde en achter mij keek en toen bijna een hartaanval kreeg! Hij grijnsde vanwege mijn geschrokken blik en zei, "Dat is de Vitorino die ik me herinner, altijd proberen om bij mij weg te komen".
Ik schreeuwde met een lichtelijk verheffende stem, “wat de hel betekent dat? ‘Altijd proberen weg te komen van wie?’ Wie ben jij?
En waarom volg je mij"?
Gewoonlijk ben ik een kalm en gereserveerd individu en niet gemakkelijk kwaad te krijgen, maar iets aangaande die kerel verhoogde mijn bloeddruk. De vreemdeling genaamd Milton gaf geen antwoord op mijn vraag en bleef mij volgen. Daarom stopte ik ter plekke en eiste dat hij mij meer over hem vertelde en wat zijn motieven waren voor het onderbreken van mijn ochtendwandeling. Nochtans, hij liep mij voorbij en liet mij daar ziedend achter op de rand van een woede-uitbarsting. Ik stond daar enkele seconden en probeerde mijn zelfbeheersing terug te krijgen om te proberen er achter te komen waarom de acties van die persoon mij zo enorm irriteerden. Maar ik begreep maar niet waarom hij mijn eenvoudige vragen negeerde terwijl hij degene was die als eerste het vreemde gesprek was begonnen.
De rollen ware nu omgedraaid en hij sprintte van mij weg. Plotseling was ik degene die hem volgde en achterna zat. Ik deed mijn uiterste best om hem bij te houden omdat ik vastbesloten was om wat antwoorden te krijgen, maar ik was niet zo zeker meer van mijn vragen. Het leek of Milton in verrukking was om mijn verbazing te zien toen hij nog vluchtig naar mij keek, hij versnelde zijn pas en rende verder van mij weg, alsof hij wist dat ik hem zou achtervolgen. En dat deed ik. Ik was verward, maar irritatie dreef mij aan om uit te zoeken waarom hij weigerde mij een eenvoudig antwoord te geven op mijn vraag. Mijn verlies van controle had tot gevolg dat ik mij onhandig en onnozel voelde. Maar niet genoeg om mij ervan te weerhouden om een mogelijk labiele persoon te achtervolgen. Hier was ik, een volwassen man die een andere volwassen man achtervolgde over een naam. Hij was misschien een gestoorde, of een oude kennis die ik helemaal vergeten was, maar mijn gezond verstand had mij die ochtend in de steekgelaten. Het was alsof ik de controle over mijn wil had verloren en dat ik handelde alsof één of andere macht van buitenaf mij onder controle had.
Milton ging door met mij te negeren, en toen ik hem inhaalde stoof hij zo snel als een gazelle weg met verrassend onbeperkte hoeveelheden van energie. Mijn poging om Milton in te halen was vergeefs. Ik was te langzaam en voelde ieder stukje van mijn halve-eeuw-oude lichaam. Nochtans, vergewiste Milton zich ervan of hij mij niet kwijtraakte en vertraagde telkens zijn pas als ik mijn pas vertraagde. Het joggingpad strekte zich uit rond het park en een deel daarvan ging door een bebost gebied dat uit het zicht was van de rest van het park.
Dat was waar wij naar toe gingen. Na de bomen bereikt te hebben en de beschutting die zij boden, verliet Milton het pad en verdween in het dichte struikgewas. Toen ik mij ongeveer vijftien meter in het beboste gebied bevond verwachtte ik een mogelijke hinderlaag van de misschien wel knettergekke Milton en stopte de achtervolging. Nadat ik weer bij mijn positieven kwam besloot ik de hele zaak te vergeten en terug te keren naar het parkeerterrein waar mijn auto stond en dan naar huis te rijden. Toen ik mij omdraaide om terug te gaan zag ik ineens iets helder glinsteren in de richting van waar Milton naar toe was gerend. Er bevond zich een verblindend helder voorwerp in het bos op ongeveer 60 meter van waar ik stond.
Er was iets naast het voorwerp, maar het was moeilijk om in de gloed van het voorwerp details te zien. Mijn nieuwsgierigheid dwong mij om met meer vastbeslotenheid te kijken om te zien wat het was. Toen zag ik Milton. Hij stond naast iets wat een vliegende schotel leek te zijn. Het toestel leek op een grote metalen Frisbee met een kleine uitstulping op de bovenkant, maar met een platte bodem. Het had zo te zien vanaf de plaats waar ik stond geen zichtbare ramen of deuren. Toen mijn zicht verbeterde, begon het toestel met gevarieerde kleuren te pulseren. Plotseling was het alsof er iets in mijn hoofd klikte en was ik in staat om scherper te zien. Het schip had iets vertrouwds en ik werd er door gefascineerd, maar ik wist niet zeker waarom. Het schip zweefde ongeveer 90 centimeter boven de grond op een kleine open plek.
Zonlicht straalde door de bomen naar beneden en werd weerspiegeld op het metaal wat een hemelse gloed creëerde. Mijn aandacht richtte zich op Milton en niet meer op het toestel. Hij zwaaide naar mij, en gebaarde dat ik naar hem moest komen. Ik wilde heel graag zijn ogen vermijden, maar hij ging door met zwaaien om mij naar zich toe te lokken. Er was in het dichte struikgewas en de bomen die het hele gebied van het wandelpad omsloten geen duidelijk paadje naar waar hij en het vreemde voertuig zich bevonden. Ik had geen behoefte of intentie om ook maar in de buurt van de ruimtevreemdeling en zijn machine te komen, ondanks de aanlokkelijke eigenschappen van zijn schip.
Denkend dat ik de controle had over mijn bewegingen deed ik een poging om te keren en weg te lopen van dat verborgen gedeelte van het park.
Mysterieus genoeg wist ik op de een of andere manier diep in mijn binnenste dat ik niet weg kon lopen.
Ik probeerde niet in paniek te raken, denkend dat als ik misschien mijn kalmte bewaarde ik die drang kon bedwingen die in mijn geest hamerde om naar het schip te gaan.
Maar kalm blijven werkte niet en ik realiseerde mij plotseling dat ik mijn benen niet kon bewegen.
Ik kon niet voor of achteruit. Ik was als het ware vastgepind op de plek waar ik stond.
Toen kwam er als het ware een vloedgolf van ontzetting en wanhoop over mij. Ik kon mijn lichaam niet bewegen maar wel mijn hoofd.
Ik keek rond en zocht naar andere mensen op het wandelpad dat normaal een druk bezocht pad is.
Maar er was niemand en ik was alleen met Milton.
De onzichtbare kracht die mij vasthield begon mij naar het schip te trekken alsof ik op een onzichtbare “lopende band” stond. Toen hoorde ik een stem in mijn hoofd die als de stem van Milton klonk.
"Vecht er niet tegen Michael. Deze nachtmerrie zal spoedig voorbijgaan". Milton sprak telepathisch tegen mij. Ik antwoordde op de enige manier die ik wist.
"GOD HELP MIJ! Christus, wat gebeurt er met mij"? Ik schreeuwde, maar ik hoorde geen enkel geluid. Het ontbreken van geluid terwijl ik het uitschreeuwde was een hele vreemde ervaring en ik vond het zeer onrustbarend. Ik was volledig hulpeloos terwijl mijn lichaam op een onverklaarbare manier in de richting van het schip bewoog.
Het wandelpad dat eerder had gekrioeld van mensen was nu vreemd genoeg leeg. Het leek alsof die kerel Milton hoe dan ook geestelijk al die mensen van dat deel van het park had weg gemanipuleerd. Indien dat waar is, dan is dat verbazingwekkend. Toch was er geen andere verklaring voor waarom ik daar alleen was. Ik vocht met mijn emoties en vlak voordat mijn lichaam de schijf bereikte verloor ik het bewustzijn, maar niet helemaal. Ik kon me zien alsof ik uit mijn lichaam was en alles rond mij was moeilijk te onderscheiden en toch op de één of andere manier helder voor mij.

Hoofdstuk 2

IN HET BUITENAARDSE TOESTEL

Een blauwige damp verlichtte de binnenkant van het toestel zoals een fluorescerende buis gevuld met geëlektriseerd gas. Er was een gang geplaatst rondom het centrale deel van het toestel waarin patrijspoorten (vensters) een helder uitzicht gaven in voortreffelijk detail van de buitenkant en andere delen van het park. Een wand aan de tegenovergestelde zijde van de vensters verborg de geheimzinnige binnenkant van het vreemde toestel. De vensters waren niet zichtbaar aan de buitenkant van het schip, maar bevonden zich als ovalen aan de binnenkant.
De vensters schenen de details van alles dat zich buiten de patrijspoorten bevond te versterken. Onderwerpen die interessant waren voor een persoon binnen het schip werden zeer duidelijk op het vensterscherm getoond alsof het venster inzoomde op de voorwerpen daarbuiten. Het venster of het schip leek te weten waar een persoon die door het venster keek zich op concentreert. Terwijl ik op de onzichtbare “lopende band” door het schip werd geleid, begreep ik niet hoe ik sommige van de details van het schip die opeens in mijn geest verschenen herkende, het leek alsof er oude herinneringen tot leven waren gewekt.
Er zaten geen zichtbare toegangsdeuren aan de buitenkant van het toestel of vanuit de gang naar andere ruimtes in het schip. Geen naden of andere aanwijzingen waar deuren zich kunnen bevinden waren aanwezig. Er waren alleen zachte afgeronde oppervlakten die getuigden van een vergevorderde en onberispelijke technologie. Binnenin de schijf was het doodstil. Het geluid van buiten drong niet het schip binnen en er was geen geluid hoorbaar van wat voor aandrijving dan ook van het toestel zelf. Er waren geen geluiden hoorbaar van andere inzittenden; indien er iemand anders was dan Milton en mij, hielden zij zich stil. Ik werd in een halfbewuste staat door het interieur van het schip geleid en er verschenen telepathische rapporteringen over het toestel in mijn geest—misschien van Milton of een mechanisme in het schip zelf. Toen werd ik een nogal eng aandoende kamer binnengeleid.

DE QUARANTAINE KAMER
Ik hervond mij rechtopstaand, maar was los van de vloer, plafond, of muren. Ik was nog steeds niet helemaal bij mijn bewustzijn en hing als verlamd in de lucht. Mijn armen waren langs mijn zijden gestrekt alsof ik in de houding stond. De temperatuur in de kamer was koeler dan de temperatuur in andere delen van het schip en er kwam damp uit mijn mond alsof ik mij in een grote diepvriesruimte van een slagerswinkel bevond.
Ik kon Milton niet zien. Het leek erop alsof ik alleen in de kamer was. Er waren geen zichtbare instrumentatie of bedieningspanelen en geen mogelijkheden om de kamer binnen te komen of te verlaten. De kamer leek op een grote cocon. Het compartiment had een blauwig-witte kleur en herinnerde mij aan een geëlektriseerde wolk. Enkele momenten nadat ik de kamer was binnengebracht, geleid door die onzichtbare kracht die mij uit het park had opgepakt, verscheen vanuit één van de muren een klein rond voorwerp met de afmeting van een golfbal die gloeide met een intens kleurrijk licht.
Het was door de muur naar binnen gedrongen zonder een gat achter te laten. Het zoemde rond mijn hoofd als een grote mug en spiraalde als een kurkentrekker beweging om mij heen naar beneden tot aan mijn voeten en ging toen opnieuw terug omhoog. Het bewoog zich met een verbazingwekkende snelheid, scande mijn hele lichaam en neutraliseerde de bacteriën op mijn huid en kleding. Dat stukje informatie dat mijn bewustzijn binnensijpelde kwam van een herinnering van voorgaande ontmoetingen. Gedurende de gehele procedure bleef ik half bij het bewustzijn en helemaal gekleed in de kleding die ik die morgen droeg.
De bal bewoog zich toen naar mijn hoofd en raakte het bovenste puntje van mijn hoofd aan, liet me toen in het rond draaien zoals een wasmachine op de centrifuge stand. Dat spinnen duurde enkele seconden en ik kwam toen weer tot stilstand. Mijn lichaam bewoog zich naar een horizontale positie terwijl ik zo stijf als een plank bleef, armen langs mijn zij en op ongeveer 60 centimeter zwevend boven de vloer van de kamer. De geheimzinnige bal verliet de kamer op dezelfde manier die het was binnengekomen, maar nu dwars door de vloer, net zoals een spookverschijning doet. Toen kwam de stem van Milton in mijn hoofd. "Wakker worden, Michael".
Milton communiceerde telepathisch met mij vanuit een onbekende locatie in het schip. Bij het horen van Milton’s oproep opende ik onmiddellijk mijn ogen en kwam weer tot mijn volledig bewustzijn. Nochtans voelde ik mij meer bewuster van mijn omgeving toen ik nog in mijn halfbewuste staat was, toen details veel duidelijker leken. Nog suf en duizelig reageerde ik mondeling op Milton met een vraag.
"Waar ben ik Milton"?
"Je bent in mijn schip".
"Waarom ben ik in jou schip en waarom ik kan mij niet bewegen”?
"Je zult je volledige balans snel terugkrijgen nadat je brein de noodzakelijke instellingen hebt verwerkt die er in zijn opgeslagen. Dat zal je toestaan om je door het schip te bewegen op de manier die jij "normaal" vind. Je zult in staat zijn je te kunnen oriënteren op omhoog, omlaag en zijwaarts, ondanks dat dingen zoals dat niet in dit schip of in de ruimte bestaan, zelfs niet terwijl het gestationeerd blijft in de atmosfeer van de Aarde". Op dat moment zakte mijn lichaam naar beneden en raakte ik de vloer van het schip. Ik kon springen met een ongelofelijk gemak alsof ik een getrainde acrobaat was.
"Zijn wij in de ruimte, Milton? Ik voel geen zwaartekracht aan mijn lichaam trekken en ik heb zoveel energie. Ik denk dat ik een marathon zou kunnen lopen zonder uitgeput te raken, zoals ik daarnet in het park had”.
Het merendeel van mijn angst was weg en ik voelde mij geweldig en gevuld met energie. Ik sprak vocaal tegen Milton alsof hij bij mij in de kamer stond. Nochtans was ik alleen in de kamer.
"Het schip heeft zich niet verplaatst Michael en het bevind zich nog steeds in het park op precies dezelfde plek waar ik jou oppikte ".
"Hoe lang ben ik nu in het schip? Mijn horloge werkt om de één of andere reden niet en ik neem aan dat het stopte toen ik het schip binnenging, misschien ten gevolge van magnetische beïnvloeding of door wat het dan ook is dat jou schip aandrijft. In ieder geval stopte het om 8:15 's morgens; hoe laat is het nu, Milton?
"Het is precies 8:17 in de ochtend, Michael".
"ONMOGELIJK! Het voelt alsof er uren voorbij zijn gegaan. Je moet je vergissen Milton. Is jou horloge ook gestopt"?
"Ik maak nooit fouten en ik heb geen horloge nodig. Het is zelfs niet eens mogelijk dat ik het verkeerd heb. Er zijn slechts twee minuten voorbijgegaan sinds ik jou in het schip bracht en je hebt voorbereid voor een kleine reis".
"Ik wil met jou geen enkele reis maken. Laat mij hier alsjeblieft uit! Jij hebt het recht niet om mij zonder mijn toestemming naar waar dan ook mee te nemen en je overtreed de wet door mij hier vast te houden. Waar is de uitgang van dit schip, Milton"?
"Er zijn geen uitgangen of deuren op mijn schip tenzij ik ze voor je creëer. Jij kunt enkel een kamer betreden of verlaten of het schip wanneer ik het toesta. Bovendien val ik niet onder menselijke rechtsbevoegdheden en jullie wetten zijn op mij niet toepasbaar".
"Oké, kan je alstublieft een deur voor mij creëren zodat ik dit schip kan verlaten en kan terugkeren naar mijn normale leven dat jij zo grof onderbrak. Zou je mij alstublieft willen toestaan om dit schip, te verlaten Milton? Ik beloof je dat als je mij laat gaan ik je niet zal aanklagen".
Ik wachtte niet op Milton’s antwoord, en rende naar één van de wanden in de kamer waarin ik werd gekooid en er ramde er tegenaan. Ik stuiterde in slow motion terug van de muur alsof ik een marshmallow had geraakt en viel langzaam op de zachte vloer. Ik stond op en probeerde het nog een aantal keren opnieuw, maar gaf het toen maar op, hoewel niet van uitputting. Ik had een overvloed aan energie, maar het was alsof ik in een met stootkussens beklede cel was. Ik besefte de absurditeit van mijn toestand en brak bijna in lachen uit alsof ik gek was geworden!
"Dit is krankzinnig"! Ik schreeuwde het uit. Ik bleef zoeken naar een verborgen deur. Wat mij het meest verbijsterde was hoe ik op de eerste plaats in het schip was terechtgekomen en toen in die kamer? Ik probeerde uit te pluizen hoe Milton mij daar in had gekregen terwijl hij zelf niet eens bij mij was, maar toch met mij praatte alsof hij er bij was.
"Ik heb je daar binnengebracht en je kunt die kamer alleen verlaten wanneer ik je zeg dat je hem kan verlaten. Raak niet zo opgewonden, Michael. Je bent niet zo lang meer mijn gevangene en ik ben van plan om je uit die kamer te laten, maar nochtans niet uit het schip. Nu, loop naar voren en plaats je hand op de wand voor je, die waar je een aantal keren door werd teruggestuiterd en verbeeld je dan dat je door die wand heen wil lopen”.
"Je bent gek, Milton. De wanden zijn als stevig rubber of zo iets. Waarom druk je niet eenvoudig op een knop of hoe je het ook doet en creëer een opening voor mij en stop met die breinspelletjes"?
"Wij gebruiken geen knoppen of schakelaars of magische wanden, hoewel een gedeelte van onze dingen op magie lijkt te werken. Hoewel, het lijkt in jouw gedachtegang op magie omdat het niet een deel van jou menselijke realiteit is. En aangaande breinspelletjes, wel, het leven is één breinspel. Nou, doe nu wat ik zei en loop door de wand". Ik plaatste mijn hand precies op de plek waar ik een aantal keer door was teruggestuiterd. Rolde mijn ogen omhoog alsof "wat maakt het uit," en op dat moment ging mijn hand dwars door die wand heen alsof er daar niets was. Ik liep dwars door de wand en was totaal verbijsterd door dat alles. Ik bekeek de wandopening nog eens heel nauwkeurig, die ontzagwekkende barrière die mij gevangen had gehouden, en zag dat het zo dun was als papier en ijl in consistentie. Er was daar niets anders dan alleen maar de illusie van een wand!

DE GALERIJ

Ik zag een rij van ramen die in een cirkel rond het toestel waren geplaatst, precies zoals ik mij herinnerde gezien te hebben toen ik die morgen voor het eerst het schip binnenging. Ik ging omhoog naar één van de ramen en keek naar buiten. Ik kon de bomen zien en een klein stukje van het wandelpad van waar ik was meegenomen. Er liepen mensen op het wandelpad, maar niemand was zich bewust van het buitenaardse toestel dat zich op slechts enkele meters bij hun vandaan in het bos bevond. De mensen gingen door met hun leven en waren zich niet bewust van de bovennatuurlijke situatie waarin ik was verstrikt geraakt. Ik was jaloers op hun vrijheid terwijl zij doorliepen over het wandelpad en het park, verloren in hun eigen kleine wereldje van menselijke illusies.
Niet eens één persoon had opgemerkt op dat ik gewoonweg verdween terwijl ik naast hen op het wandelpad liep. Niet dat ik zou hebben opgemerkt als het iemand anders was die zomaar zou verdwijnen. Het merendeel komt alleen naar het park en verlaat alleen het park, zoals wij in het leven doen wanneer wij geboren worden en wanneer wij sterven. Ik werd een beetje filosofisch tijdens mijn schijnbare levens terugblik die mij werd gegund terwijl ik die morgen in het vreemde toestel was opgesloten, en het zorgde ervoor dat ik mij ongemakkelijk voelde. Ik was niet in de stemming voor een existentiële weerspiegeling. Ik wilde uit dat idiote schip of nachtmerrie waarin ik mij bevond!
Het ging mijn verstand te boven waarom niemand het schip kon zien terwijl ik wel ieder van hen perfect en duidelijk door de ramen van het schip kon zien.
"Waarom kan niemand het schip zien, Milton? Ik zag het".
"Ik liet jou het schip zien. Het blijft voor iedereen onzichtbaar tenzij ik het in hun geest ontsluit, zoals ik voor jou deed".
"Wat ben ik een bofkont"! Kaatste ik sarcastisch terug. Ik duwde tegen de wandruimte dat zich tussen de ramen bevond denkend dat ik misschien een nep barrière kon vinden om erdoorheen te komen, maar dat geluk had ik niet. Ik bewerkte één van de patrijspoortruiten met mijn autosleutels, maar er gebeurde niets, zelfs geen kras of scheur. Het materiaal scheen onverwoestbaar. Ik sloeg met ineen gevatte vuisten hard op het glas en sloeg zelfs met mijn hoofd tegen het glas, maar het had geen enkel effect op het glas en mijn hoofd deed zelfs niet eens zeer. De onderlinge afstand tussen de patrijspoorten was ongeveer 30 centimeter en ik ging van de één naar de ander, ze allemaal uittestend door er uit grote frustratie tegen aan te rammen. Toen opeens verplaatste zich er één. Ik dacht dat ik misschien een zwakke plek in die patrijspoort had gevonden. Ik onderzocht het nauwkeurig op scharnieren of sluitingen die misschien los waren gekomen en concentreerde al mijn energie op dat ene raam. Ik duwde er tegenaan en ramde er met mijn vuisten, voeten, en herhaaldelijk met mijn hoofd er tegenaan en had uiteindelijk succes! Althans, dat dacht ik.
Tijdens mijn éénmans razernij tegen die patrijspoort, schoot het plotseling als een getijde golf weg en belandde op een andere plek op de buitenwand van het schip. Dat was niet wat ik had verwacht dat er zou gebeuren en ik het liet mij verstomd staan. Ik bevond mij in een bizarre animatiewereld! Het gat waaruit de patrijspoort wegschoof hervulde zich onmiddellijk alsof de huid van het schip van een soort vloeibaar–kristalglas materiaal was gemaakt, hetzelfde als dat in geavanceerde elektronische horloges en televisieschermen wordt gebruikt.
Nochtans, de menselijke versie van vloeibaar kristal is niet zo sterk, in tegenstelling tot het materiaal in dat schip. Op de plek waar de patrijspoort belandde werd het “vloeibare kristal” (voor het ontbreken van een beter woord) vervangen en er verscheen een nieuw overzicht van de omgeving. Toen gingen alle patrijspoorten in een soort shuffle modus en herschikte zich terug naar hun normale verdeling.
Het was bizar!
"Dit schip is vreemder dan vreemd, Milton! Zo buitengewoon vreemd dat het mij bijna onbezonnen maakt zonder angstig te zijn, wat het plezier zou bederven. Ik kan door papierdunne muren lopen die sterker zijn dan staal en net zo zacht als marshmallow en de ramen kunnen zich naar iedere locatie bewegen zonder dat er een gat ontstaat. Hoe is dat zelfs mogelijk?
"Mijn schip gebruikt een zeer ver gevorderde technologie; deze technologie is in gebruik op vele andere planeten die slechts enkele niveaus hoger zijn ontwikkeld dan jullie hier op Aarde. Wat magisch en bizar lijkt te zijn voor jou is gemeenschappelijk alledaags materiaal voor de talloze andere beschavingen die dit Melkwegstelsel bewonen. Je droomt niet en je bent ook niet in een nachtmerrie. Je bevind je in feite in een omgeving die veel reëler is dan ook maar iets van wat je ooit in jou menselijk bestaan op aarde zult ervaren".
"Ik weet zelfs niet eens hoe ik daar op moet antwoorden, Milton. Je praat over dingen die mijn voorstellingsvermogen ver te boven gaan. Zo, zijn jullie "een soort ras" zoals wij mensen hier op aarde zijn, alleen hoger ontwikkeld dan ons, Milton?”
"Wij zijn bepaald geen mensen zoals jullie mensen zijn, niet in de zin van zogenaamd intelligent leven op planeten zoals de Aarde. Er zijn vele schakeringen en niveaus van bestaan en sommige schakeringen of versies zijn zoals "mensen" hier op aarde. Maar ik val niet onder die categorieën".
"Waarom kan ik je niet zien Milton? Ben jij onzichtbaar? Was jou "voorkomen", jou "verschijning" op het wandelpad niet de echte jou? Je zag er uit en praatte als een zogenaamd "intelligent" mens toen je mij tijdens mijn wandeling vanmorgen tegemoet trad".
"Je kunt mij zien als ik er voor kies mijzelf aan jou te tonen, maar wat je zult zien wanneer je mij ziet is wat je kan beschouwen als etalage kleding, dus niet zoals ik er in werkelijkheid uitzie, of het nu in een "menselijk" uniform is of in een "buitenaards" uniform. Maar je kunt mij niet zien zoals ik echt ben, althans nu nog niet. Ik ben niet jouw gewone “Jan van de straat” en lijk totaal niet op dat wat jij vanmorgen op het wandelpad zag”.
Milton communiceerde telepathisch en ontving mijn woorden rechtstreeks vanuit mijn geest, ook al praatte ik via mijn stembanden en mond. Omdat gedachten sneller zijn op te vangen dan het geluid via mijn stembanden, wist Milton mijn gedachten eerder dan dat ik ze vocaal kon uitspreken! Dat was een reusachtig nadeel voor mij tijdens de gesprekken met hem.
Zonder enige waarschuwing verscheen Milton uit het niets in de gang op enkele decimeters voor mij. Op het eerste moment verscheen hij als een spookachtige verschijning die echter snel een solide vorm aannam, of zich aanpaste aan mijn realiteit, niet die ik niet meer wist wat realiteit was. Hij was niet de menslijkende Milton die ik achtervolgde in het park. Hij was in het geheel een verreweg verschillend en angstaanjagend kijkend schepsel vanuit de ruimte, en ging elke beschrijving voorbij. Ik was in staat om mij bepaalde kenmerken van hem te herinneren, voordat mijn brein bevroor, ik tot stilstand kwam, en mij in een staat van een lichamelijke en geestelijke schok stortte toen zich het beeld van zijn geniepig kijkende karkas volledig in mijn geest profileerde.
Hij was kort, ongeveer 60 centimeter lang, misschien minder. Hij had een bolvormig hoofd dat niet evenredig groot was ten opzichte van zijn lichaam, maar veel groter, alsof hij een gezwollen tumor in zijn bovenschedel had. Zijn armen waren dun, net zoals zijn benen. Hij had een strak lichaam, maar was toch een beetje mollig in het midden. Ik heb niet opgemerkt hoeveel vingers of tenen hij had of dat hij een huidkleurig pak aan had. Hij leek niet naakt of gekleed te zijn. Hij zag er eenvoudigweg ongelofelijk verschillend uit dan wat wij mensen zijn gewend te zien. Er staken geen oren uit zijn hoofd, enkel kleine gaten op de plek waar zijn oren zich zouden moeten bevinden. Grote donkere doordringende ogen domineerden zijn figuur, die eruit zagen alsof zij een op hol geslagen kudde wilde olifanten met één blik zouden kunnen verlammen. De overige gezichtskenmerken vielen amper op ten gevolge van zijn ogen, die mij niet toestonden om me goed op andere kenmerken te concentreren.
Niettemin was ik in staat om bepaalde details te herinneren. Hij had een minuscule mond die te klein was om er mee te praten. De neus bestond uit twee smalle sleufjes. Zijn huidkleur was een schakering van donker blauw met witte iriserende vlekken die bewogen alsof in een vloeistof onder een doorschijnende huidlaag. De huid was glad zoals glas en zonder rimpels of schubben en hij had een gloed om zich heen als van een geëlektriseerde aura of schild dat vanuit zijn lichaam werd uitgestraald.
Ik flapte er een paar woorden uit tegen Milton voordat zijn volledige verschijning mij de mond snoerde. "Milton, neem ik aan? Man, je lijkt totaal onnatuurlijk en bizar en op niets van wat ik ooit had verwacht"!
De haren op de achterzijde van mijn nek stonden rechtovereind zoals de stijve stekels van een stekelvarken. Adrenaline joeg door mijn lichaam en overweldigde mijn zenuwsysteem. Ik bleef bij het bewustzijn, maar mijn geest werd een door elkaar gegooide nevelsluier van mentale beelden en gedachten.
Terwijl mijn geest in moes veranderde zoals wortels in een mixer, viel ik niet op de vloer. In plaats daarvan, raakte mijn lichaam verlamd en zweefde ik vrij in lucht als een marionet aan touwtjes. Toen raakte Milton mijn hoofd aan op één van mijn slapen met zijn vreemd aandoende, lange vinger. Of hij hield misschien een of ander vreemd voorwerp vast dat hij misschien had gepakt maar ik herstelde in een vorm van bewustzijn op een ander niveau dan normaal. Ik probeerde mijn gevoelens naar Milton over te brengen en was in staat om enkele verstaanbare woorden te stotteren.
"Milton—je liet me doodschrikken—en doet dat nog steeds—wat heb je met mijn geest gedaan? Alles is een door elkaar gegooid zooitje van waanzin”.
"Michael, je bent er nog niet klaar voor om mij in een andere vorm te zien dan een menselijk. Wij programmeren op die manier de menselijke breinen, voor redenen waarop ik later zal ingaan. Hoe dan ook, ik zal vandaag dat programma in jou geest aanpassen zodat je met mij kunt communiceren zonder de controle over je bewustzijn te verliezen. Maar ik zal mij niettemin gedurende de meeste tijd op de achtergrond houden en uit het zicht, zodat ik niet in de weg zal lopen bij wat wij met jou van plan zijn te doen gedurende deze ontmoeting".
Milton verdween voor mijn ogen en ik hervond onmiddellijk mijn geestelijke vermogens en beheersing terug. Ik was helemaal ontspannen, meer dan toen hij voor de eerste keer de kamer binnenkwam en mij met zijn verschijning overweldigde.
"Waarom verschijn je niet voor mij in menselijk vorm en elimineert daardoor het potentieel van de schrikfactor en een geestelijke schok? Zou dat de dingen niet veel gemakkelijker maken voor allen die het aangaat, en speciaal voor mij”?
"Menselijke lichamen, en wij gebruiken een aangepaste versie van het menselijke lichaam zoals die waarin je mij vanmorgen zag op het wandelpad, zijn niet geschikt om goed op dit schip te functioneren. Het lichaam waar ik in verscheen dat jou totaal van slag bracht bestaat uit vergevorderde ontwerpen en heeft veelvoudige gebruiksmogelijkheden, inclusief het schok effect dat jij er van kreeg. Het is een extreem veelzijdige machine gebouwd om te kunnen werken in onze type voertuigen. Die lichamen zijn bijzonder goed aangepast voor ons werk in dit zonnestelsel, specifiek wanneer wij met mensen omgaan en andere lichamelijke en niet lichamelijke vormen van entiteiten. Wij blokkeren gewoonlijk het geheugen van diegene waar wij contact mee hebben zodat zoals wij eruitzien doorgaans geen zorg of verontrusting is voor onze gasten".
"Dat is prettig en goed voor jou en voor hen waarvan de herinneringen worden geblokkeerd, maar vanuit mijn perspectief is jouw verschijning een buitengewoon griezelkostuum. Dat is zeer afleidend voor diegene zoals ik die tijdens zo’n beproeving bewust blijven. Ga je mijn geheugen blokkeren voor hoe jij er uitziet als ik eenmaal jouw schip verlaat zodat ik er geen nachtmerries van heb"?
"Ik zal bij jou wat herinneringen van mij blokkeren en van bepaalde andere dingen die je vandaag zult zien en ervaren, zodat je normale leven niet helemaal uiteengerukt of geschaad is. Hoe dan ook je zult je toch bepaalde dingen weten te herinneren wat afhangt van hoe je op elke situatie die wij je laten ervaren reageert. Ik ben nu niet in een lichaam. Ik ben zoals een geest of ziel. Het lichaam waar jij mij in zag, dat jou zo een mentale dreun gaf, is als een ruimtepak voor ons. Heb je wel eens opgemerkt hoe griezelig de NASA ruimtepakken eruitzien? Kun jij je dan voorstellen hoe iemand met een veel lager technologisch niveau en die pakken nog nooit eerder heeft gezien daarop zou reageren? Toegegeven, wij zijn veel schrikaanjagender, maar het is hetzelfde principe".
"Hoe kan het dat je mij ziet, Milton? Zitten er overal camera’s in jouw schip? Of ben je nu met mij in de gang maar gebruik je één of ander apparaat wat jou onzichtbaar maakt"?
"Ik ben niet met jou in de gang. Ik heb een speciale plaats in het schip waar ik verblijf als ik puur in de gedaante van mijn ziel ben. Er zijn geen camera’s waar jij je nu bevind of op enige ander locatie in dit toestel. Maar ik ben me heel bewust van alles in het schip, evenals de dingen buiten het schip. Ik heb meer dan de vijf zintuigen die jullie mensen hebben ".
"Ben jij een god, Milton"?
"Nee."
"Hoeveel tijd is er voorbijgegaan sinds jij mijn leven ontwrichtte en mij naar dit punt van geestverwarring bracht "?
"De tijd is voorlopig niet belangrijk, maar er zijn minder dan dertig minuten voorbijgegaan sinds het avontuur begon waar jij je nu in bevind. Verlicht dat jou ‘verwarde geest’ een beetje"?
"Misschien een avontuur voor jou, Milton, maar niet voor mij. Kan jij de tijd wat versnellen en doen wat je dan ook moet doen zodat ik van hier kan vertrekken en terug kan keren naar mijn echte leven in de echte wereld? Ik heb een leven weet je"!
"Ik breng ons omhoog tot in de stratosfeer van de Aarde. Ben jij daar klaar voor? Ha ha, snap je het? Klaar voor dat'. Vergeet het maar. Mensen snappen mijn humor nooit, misschien omdat ik hun geest verwar. In ieder geval, indien je het wenst om onze vlucht naar de ruimte te bekijken, ga dan naar één van de patrijspoorten en werp een blik uit het raam en wees voorbereid om volkomen te worden overdonderd en wakker te worden geschut uit jou beschutte menselijke levensbel”.
Op het moment dat ik naar één van de patrijspoorten begon te lopen zoals Milton aanraadde, schoot het schip met een fenomenale snelheid omhoog. Maar ik voelde absoluut geen enkele beweging noch verloor ik mijn evenwicht terwijl ik van raam naar raam liep. Ik keek precies op tijd uit één van de ramen om de boomtoppen en het park te zien veranderen in onbeduidende vlekjes. Ik zag de continenten verschrompelen en de oceanen groeien en mijn geest expandeerde het tienvoudige.
Toen stopte het schip abrupt ergens boven de Aarde zonder mij tegen het plafond van het schip uit elkaar te laten spetteren. In een kwestie van een paar seconden hadden wij gereisd vanuit het park tot in ruimte zonder enige trillingen of turbulentie, zoals ik had ervaren in vliegtuigen en op de achtbanen met mijn kinderen in Disney World. Wij waren abrupt gestopt zonder enige vorm van gravitatiekrachten op mijn lichaam gevoeld te hebben. Dat was zeker niet de fysica ik had geleerd op school in de echte wereld. Ik was compleet verbijsterd met wat ik buiten de patrijspoortramen zag!
Ik herinnerde mij vroegere ontmoetingen met wezens van andere werelden, maar het meeste daarvan was geblokkeerd of verborgen tussen mijn normale menselijke herinneringen.
Die mysterieuze herinneringen werden steeds helderder op die dag in Milton’s schip.

In het verleden waren de mensen eraan gewend dat de goden zich met hun leven bemoeiden; de goden waren in die tijd werkelijkheid.

Hoofdstuk 3

DE RUIMTE

Ik staarde naar een reusachtige blauwe planeet met plukjes witte wolken die er overheen bewogen, met op een afstand een volle Maan die zich net niet achter de Aarde bevond. Ik plaste bijna in mijn broek door de opwinding van dat schitterende uitzicht. De ontzagwekkendheid was verlammend en niet te bevatten voor mijn kleine menselijk brein. Dit moest werkelijkheid zijn. Het voelde en zag er veel echter uit dan mijn zogenaamde echte leven op aarde, maar hoe was dat nou mogelijk? Ik verwonderde me daar over.
Ik huil nooit zo gemakkelijk, maar ik werd enorm emotioneel en mijn keel schoot vol door de vreugde van wat ik daar zag. Ik liep rond het schip en stopte kortstondig bij iedere patrijspoort om een glimp op te vangen van daarbuiten, zij lieten stuk voor stuk een uniek en spectaculair overzicht van de hemelen zien. Ik zag de Maan op een andere manier en vanuit een nieuw perspectief.
"Prachtig" werd mijn mantra en ik herhaalde het in mijn geest toen ik in puur ontzag uit de ramen staarde. Ik keek in de duisternis van de ruimte, maar het is niet zo donker daarboven. Het was verlicht zoals een kerstboom, met miljarden blinkende sterren in ons glorieuze en majestueuze Melkweg, dat pronkte met oneindig veel sterren, sommige opeengehoopt in wolken van stof en de hete materie van het heelal.
De Ruimte is een eindeloze zee van magische helderheid.
Andere planeten in ons zonnestelsel waren duidelijk te zien in hun banen rond de Zon, hun vage profielen versterkt door het mysterieuze glas in de patrijspoorten. Ik ontdekte ook dat ik direct in de Zon kon kijken zonder dat het effect had op mijn ogen. Nochtans, die ervaring grensde aan verontrusting omdat wij mensen al vroeg leren niet in de verblindende Zon te staren. Dat was niet gevaarlijk vanuit dat schip. De helderheid en de details overschreden alles van de op Aarde geplaatste telescopen en andere instrumenten die astronomen gebruikten voor het turen in de gloeiende ziel van onze meest nabij ster. Ik kon niet doorgronden wat ik voelde toen ik die morgen in de Zon keek, maar het had een diepgaand effect op mij en ik kan nog steeds niet volledig doorgronden wat dat effect was. Het glas in de patrijspoorten versterkte objecten zoals sterren en planeten en filterde er tegelijkertijd de schadelijke straling van de Zon uit. Ik was helemaal gefascineerd door rechtstreeks in de Zon te kijken. Het was verslavend en bijna orgastisch, maar toch ging mijn geest door met mij er aan te herinneren om mij af te wenden van het turen in dat zicht van pure elektriserende energie. Niettemin, ik kon eenvoudigweg niet genoeg krijgen van dat uitzicht om mijn verlangen naar meer tevreden te stellen. Milton zei mij om er naar hartenlust van te genieten, maar "probeer dat niet uit als je thuis bent”.
"Heb je genoeg gezien, Michael? Moet ik je nu naar het park terugbrengen zodat je kunt doorgaan met je doodgewone leven"?
"Nee! Ik wil nu nog niet terugkeren. Alsjeblieft...Laat mij meer zien — ik wil meer"!
"Dan zal je meer hebben, maar eerst is het nodig dat je bepaalde dingen die in je hoofd zijn weggeborgen te vinden. En ik zal je helpen bij het vinden van wat je moet weten om met deze reis verder te kunnen gaan".
Terwijl Milton praatte, bleef ik gefixeerd op de wonderen van de ruimte en ging van de ene poort naar de andere alsof dit mijn enige kans was om het allemaal in mij op te kunnen nemen. Maar opeens trok een opening in de muur achter mij mijn aandacht weg van de ramen.
"Loop door de opening, Michael".
Ik rukte me aarzelend weg van de patrijspoorten en ging de opening binnen, en de opening sloot zich achter mij.

DE MEDIA KAMER

Ik stond te gapen naar een reusachtig portaal dat zich tot in het oneindige uitstrekte en met deuren aan beide zijden van de doorgang. Ik was sprakeloos. Het schip was klein; het leek vanaf de buitenkant op z’n hoogst ongeveer 9—12 meter in diameter. Hoewel, dat was mijn indruk ervan toen ik het die morgen voor het eerst in park zag. Dus hoe zou het zo groot van binnen kunnen zijn? Het eerste wat in mijn gedachte opkwam was dat het kleine schip zich aan een groter, onzichtbaar moederschip moest hebben gekoppeld of misschien aan een vreemd ruimtestation dat zich in een baan om de Aarde bevond.
Nochtans, ik had geen ruimtestations gezien door de patrijspoorten. Mijn tweede gedachte was dat het schip van Milton een holografisch rattendoolhof was en ik dat ik de rat was.
"Wij zijn niet gekoppeld aan een groter schip of een ruimtestation Michael, noch ben jij een ander schip binnengegaan. Je verblijft in hetzelfde schip dat je vanmorgen in het park binnenging. En Michael, je bent geen rat in een doolhof—toch"?
"Ik weet niet wat ik ben, maar ik voel mij heel klein en meer verward dan ik ooit in mijn hele leven ben geweest. Er zijn dozijnen deuren in dit portaal. Waar gaat dat over? Je zei dat er geen deuren op dit schip waren Milton".
"Misschien ik heb dat gezegd, maar ik word toegestaan mijn schip en de regels te veranderen indien ik dat nodig vind en ik vind het nodig. Nochtans, het staat je vrij om op onderzoek te gaan als je wil zal ik misschien een aantal van je vragen beantwoorden”.
"Vertel mij alsjeblieft dat er meer dan een uur voorbij is gegaan sinds wij het park verlieten, Milton". "Weet je niets beter dan dat? Jij maakt je blijkbaar nogal druk om tijd, Michael. Ontspan je! Tijd kan misschien relevant zijn in jouw wereld, Michael, maar niet in die van mij, en op dit moment ben jij in mijn wereld".
"Misschien is tijd niet belangrijk voor wezens zoals jij, Milton. Jij bent in bezit van een magisch ruimteschip en bent deelgenoot van de macht van de goden, maar voor mensen zoals wij die gebonden zijn aan de Aarde met beperkte middelen om dingen te kunnen begrijpen die onze kleine overleverinstincten te boven gaan, is tijd heel belangrijk.
Maar aangaande tijd en op een wat luchtiger manier bedoeld, zal het nu sneller gaan nu dat ik plezier heb"?
"Tijd is een illusie en heeft weinig betekenis in dit rijk waar je nu aanwezig bent. In de ruimte is er niet zoiets als minuten en uren, wat eenvoudige onderverdelingen zijn van een Aardse dag, wat weer een onderverdeling is van een Aards jaar.
De vierentwintig uren durende dag heeft geen enkel belang buiten het Aardse oppervlak".
Ik liep door het portaal en keek vluchtig naar de deuren. Zij zagen er hetzelfde uit als de deuren die wij in onze huizen en gebouwen terug op aarde hebben: Rechthoekige platen met scharnieren en een deurknop, niets bijzonders om daarover naar huis te schrijven, behalve dan dat zij op een buitenaards ruimteschip waren. Zij keken niet te passen op Milton’s "Magische Mysterie Reis" van een ruimteschip en daarom vroeg ik mij af of de Beatles soms meer over buitenaardse ruimteschepen wisten dan dat zij lieten blijken. Het binnenportaal was zelfs nog meer verwarrend omdat het leek alsof het toebehoorde aan een oud herenhuis met oostelijke en westelijke vleugels, die hier en daar met kolommen en beeldhouwwerken waren versierd. Ik had een griezelig gevoel over de beeldhouwwerken. Misschien waren het vreemde schepsels of robotachtige [androïden] entiteiten die daar stonden zoals wachters die op orders van Milton stonden te wachten. De muren, vloer, plafond en deuren in die hal waren helder wit en metaalachtig, maar voelden niet aan als metaal toen ik de muren aanraakte. Het materiaal was als van een zachte huid of heel duur leer. Die hal evenals de buitenste hal met de ramen, was niet donker en geheimzinnig. Hij was goed verlicht en geheimzinnig.
"Welke van deze deuren is het toilet, Milton"?
"Geen toilet op dit schip, Michael. Indien je een probleem mocht hebben met je “afvoer”, er is een schoonmaakbeurt kamer waar je door schrikaanjagend kijkende androïden naar toe wordt gebracht. Die “afvoer”problemen gebeuren gewoonlijk alleen wanneer mensen voor de eerste keer ontvoerd worden en zij de controle over hun fatsoenlijkheid verliezen—door de pure doodschrikaanjagende angst die hun overvalt. Herinner jij je toen je nog een jochie was, Michael? En je een schildpad oppakte en dat die schildpad plaste omdat hij dacht dat jij hem ging opeten? Hetzelfde verhaal”.
"Schildpadden terzijde, ik heb nog nooit gehoord van een verblijfplaats dat geen toilet heeft. Wat doe jij, Milton, als je moet gaan"?
"Ik hoef nooit te gaan. Het lichaam dat ik gebruik wanneer ik het gebruik is anders ontworpen dan menselijke lichamen. Wij verbruiken geen voedsel of drank zoals jij doet, tenzij wij in een menselijke kloon zitten en met mensen op aarde rondhangen. Dan eten en drinken wij alleen om ons onder de aanwezigen te mengen. Wij houden niet van opvallen, als je begrijpt wat ik bedoel. Wij kiezen ervoor om de faciliteiten te gebruiken om ons niet te verraden. Wij kunnen het voedsel en drank volledig wegwerken; geen afval, geen troep, geen spoor".
"Ik neem aan dat er daarom ook geen snackautomaten zijn?
"Ben je hongerig en dorstig, Michael? Of alleen maar zeurend en klagend"?
"Nee, ik ben niet hongerig. En ja, ik zeur, maar wat gebeurt er als ik hongerig word en of een glas water nodig heb?
Het zou fijn zijn om te weten of die dingen verkrijgbaar zijn en waar zij gevonden kunnen worden". "Wanneer je hongerig wordt zullen we bij een fast-food restaurant stoppen. Ik hoor dat er een heleboel van op de Aarde zijn.
Nochtans, je zult geen eten of drinken nodig hebben tijdens jouw verblijf in het schip. Je lichaam gebruikt het minimum aan energie, minder dan wanneer je slaapt.
En je hebt het al in je broek gedaan toen ik vlak voor jouw ogen in mijn buitenaardse ruimtepak verscheen. Je leek op die schildpad waar ik het over had".
"Ik herinner mij er niets van dat ik zoiets heb gedaan, en mijn kleren zijn droog en schoon".
"Wij hebben prima schoonmakers op dit schip. Zij zijn alle dagen vier en twintig uur open en zij zijn bijzonder efficiënt, ben je het daarmee eens”?
Ik gaf geen antwoord en probeerde mijn geest vrij te maken van dat hele gedoe en concentreerde mij om een deur te kiezen om binnen te gaan. Na wat te hebben getwijfeld, en onzeker van waarom ik probeerde voor een deur te kiezen terwijl ze er allemaal hetzelfde uitzagen, maakte ik mijn keuze en liep door één van hen naar binnen. De kamer die ik binnenging gloeide helderder dan het portaal en het was alsof ik het licht van een reusachtige schijnwerper betrad. In het midden van de kamer was een vrijstaande theaterstoel en op de muur tegenover de deur die ik was binnengegaan was wat een filmscherm leek te zijn. De kamer leek visueel niet groot te zijn, maar het voelde toch reusachtig aan, een gevoel dat moeilijk te beschrijven is. Veel van de kleine ruimtes in het schip voelde niet als klein of benauwend.
De theaterstoel was de eerste zitplaats die ik tot dusver was tegengekomen. In de afwezigheid van zwaartekracht heeft zitten geen echte betekenis. Dit bijzondere schip had geen zwaartekracht, zelfs wanneer het op aarde was, zo waarvoor heb je dan stoelen nodig. Ik werd nooit vermoeid terwijl ik in het schip was; in plaats daarvan had ik meer energie dan ooit en had geen behoefte om te zitten. Een tekort aan zwaartekracht was evenmin geen hindernis. Ik kon lopen alsof ik op de Aarde was zonder de hulp van zwaartekrachtschoenen. Ik voelde mij zo licht als een veertje maar zweefde niet zo onzeker in het rond zoals de astronauten in het Internationale Ruimtestation doen. Ik vroeg mij af of dit alles een uitvoerig plan was om mij te doen geloven alsof ik in de ruimte was. Zeker, met onze huidige technologie en een geheime operatie, konden de patrijspoorten met verfijnde computer genereerden beelden worden nagebootst, die dan op de schermen geprojecteerd op ramen van een vliegende schotel zouden lijken. Maar dan nog, waarom zou een geheime regeringsinstantie zich zoveel kosten en moeite getroosten om een klein oud mannetje zoals ik te laten denken dat ik in contact had met buitenaardse wezens?
Ik stapte naar de stoel in die kamer, maar voordat ik kon gaan zitten, kwam er een vreemd schepsel de kamer binnen. Het droeg in zijn armen wat leek op een ruimtepak en een ruimtehelm. Het schepsel was misschien één van die standbeelden die ik in het portaal had gepasseerd. Het had ongeveer dezelfde afmeting, maar Milton praatte er nooit over als ik hem daarover vroeg.
"Trek je ruimtepak aan, Michael, je gaat een ruimtewandeling maken".
"Ik ben er niet zo zeker van of ik wel klaar ben voor een ruimtewandeling, Milton! Heb ik niet eerst een aantal basisinstructies nodig? Ruimtewandelingen lijken gevaarlijk te zijn. Hoe zal ik weten of ik dat ruimtepak op de juiste manier aantrek?
Het is niet mijn bedoeling om er aan te twijfelen dat ik in de ruimte ben geweest, Milton. Shit, ik vergeet steeds dat jij mijn gedachte kunt zien en mijn twijfels en angsten kan oppikken!"
"Je kleine helper zal zich er van vergewissen dat het ruimtepak goed zit. Ik denk dat het veilig is om jou de ijzige koude leegte van die luchtloze ruimte te laten betreden.
Ik denk dat wij daar wel achter zullen komen”.
Opgefokt deed ik het ruimtepak aan omdat ik een instinctief gevoel had dat Milton mij niet veel tijd zou geven om het aan te trekken. Ik had nog maar net de ruimtehelm op toen er een opening verscheen en de ruimte mij vierkant in het gezicht keek. Ik aarzelde, zoals ik zeker wist dat een parachutist op zijn eerste sprong dat ook zou doen. Nochtans, de kleine helper had dat helemaal niet en duwde mij het gat uit en de donkere leegte in zonder een touw! De enige keer die ik me herinner harder te hebben geschreeuwd, was toen mijn jongste dochter mij had omgepraat om met haar een ritje te maken in een achtbaan. Hoewel de ruimte een fantastisch schouwspel was en helemaal veilig om naar te kijken vanuit het schip, was het een heel ander verhaal dan wanneer je er hulpeloos middenin word gegooid. Ik liet Milton dan ook duidelijk weten wat ik daarvan vond!
"Potverdomme, Milton! Wat doe jij mij aan? Is dit echt? Je pikt mij toch wel weer op hoop ik"?
Ik zwaaide in hopeloze wanhoop wild met mijn armen en benen terwijl ik al draaiend en nogal snel de vergetelheid indreef, terwijl Milton zijn tijd voor lief nam om mij te beantwoorden. Ondertussen zwaaide de kleine androïde die mij uit het schip had geduwd vanuit de opening spottend tot ziens en bleef voortdurend naar mij kijken terwijl ik hulpeloos al draaiend steeds verder van het schip afdreef. Ik dreef weg enkel begeleid door de overbelaste geluiden van mijn eigen stembanden die in mijn oren tetterde. Milton had mij vermoedelijk op over en uit gezet, wat een goed besluit zou zijn geweest aangaande hoe ik hem allemaal noemde. Hij negeerde mijn smeekbeden en vervloekingen en liet mij eerst wat kalmeren voordat hij mij beantwoordde. Na wat een eeuwigheid leek te zijn en ik steeds verder en verder van het schip afdreef, dat al een in de verte liggende vlek was geworden, verzekerde Milton mij ervan dat alles goed zou komen.
"Ontspan, Michael. Je bent honderd procent veilig. Niemand is ooit in gevaar geweest op mijn wacht. Hoewel, niet dat ik weet. Ik geef je nog een paar minuten om je daarbuiten te amuseren voordat ik je terughaal, zo veel plezier en probeer te genieten van dat uitzicht dat weinig mensen ooit zullen hebben"! Ik werd enigszins door de woorden van Milton gerustgesteld en herwon mijn broze en gehavende zelfbeheersing en wat er dan ook van mijn waardigheid was overgebleven, dat ik nooit meer helemaal kon terugwinnen. Ik had mijn zelfbeheersing volledig verloren en voelde mij zeer dwaas omdat ik zo gemakkelijk in paniek was geraakt. Het was allemaal realiteit. Ik zweefde in de ruimte. Het was onmogelijk dat dit een computer projectie op een scherm was. Ik voelde me als een idioot.
Waarom was ik zo vlug in paniek geraakt? De ervaring was te fantastisch voor deze rat (ik) om het te kunnen begrijpen en helemaal te waarderen. Ik bevond mij zwevend in de ruimte buiten een buitenaards ruimteschip en keek naar de planeet Aarde. Ik dreef als een vlek van stof honderden kilometers boven de Aarde—waarom ik? Wat heb ik gedaan om het waard te zijn voor zo een fantastisch avontuur?
Ik liet mij meevoeren en genoot vanuit mijn eerste klas zitplaats gedurende een onbekende tijd met volle teugen van het heelal, dat ongeveer vijftien minuten of een uur kan zijn geweest. Ik wist het niet omdat mijn horloge was gestopt. Maar al had het gewerkt dan kon ik het nog niet zien omdat het werd bedekt door de mouw van het ruimtepak. Maar hoe lang het ook had geduurd, het was bij lange na niet lang genoeg en ik was bang dat Milton mij ging terughalen en mijn plezier bederven—omdat ik hem al die lelijke dingen had gezegd. Ik dreef op een behoorlijke afstand van het schip, misschien wel zo’n achthonderd meter of iets minder. Het schip was veranderd in een kleine stip in het zicht van de Aarde.
Door de immensheid van planeet Aarde die daar in de ruimte hing als een grote Kerstbal was ik volkomen verbijsterd. Het was moeilijk om dat geestelijk te verwerken en zei tegen Milton dat ieder mens op Aarde dat zou moeten zien en dat wonder te ervaren! Hij gaf geen antwoord. Mijn ruimtewandeling beëindigde net zo abrupt als dat hij was begonnen en het schip van Milton verscheen naast mij. De androïde reikte naar mij vanuit de opening in het schip en greep mij zonder plichtplegingen bij een riem op de achterzijde van het ruimtepak en trok mij als een stuk ruimteafval naar binnen. De androïde was ongeveer een meter twintig groot, slank, met een beetje meer vlees dan een gratenpakhuis en zo sterk als Hercules. Zijn ovale hoofd had geen gezichtskenmerken. Het had een dreigende uitdrukking die onaangenaam was.De androïde hielp mij uit het ruimtepak en verliet toen de kamer, maar Niet door de deur. De androïde ging door de muur, als een spook, en nam het ruimtepak en de helm mee. Ik was niet zeker of dat er iets was dat het gevoel van vrijheid dat ik had ervaren terwijl ik daarbuiten in de ruimte zweefde zou kunnen overtreffen. Nochtans, Milton had nog iets anders voor mij gepland. Ik kon mij niet voorstellen wat, zodat ik maar op de theaterstoel ging zitten in afwachting op mijn volgende traktatie. Op hetzelfde moment dat mijn achterste de stoel raakte gingen de kamerlichten uit en lichtte er een scherm voor mij op. De stem van Milton kwam via het sprekersysteem de kamer binnen in plaats van telepathisch, wat ongewoon was.
"Zou je wat popcorn en een frisdrank willen, Michael? Laat maar, ik neem je een beetje in de maling".
"Ik ben niet hongerig, dorstig of moe. Hoe kan dat, Milton? Ik snap dat niet. Ik zou eigenlijk uitgeput moeten zijn na al dat gezwaai met mijn armen en benen zoals ik deed toen die robot mij als een stuk afval overboord gooide en ik in paniek raakte. Maar zo te zien transpireer ik niet, ben ik niet moe of hongerig en heb ik geen drankje nodig. Hoe kan dat Milton? Als ik terug op de Aarde ben neem ik altijd na zelfs veel minder inspanning al een snack. Oh en trouwens, bedankt voor de ervaring van mijn leven en voel je vrij om mij wanneer dan ook de ruimte in te gooien"!
"Geen dank, en misschien doe ik dat nog eens. Aangaande de hoeveelheid energie die je gedurende jouw panische aanval verbruikt heb: dat was minimaal. Je hebt maar een paar calorieën verbrand terwijl je daarbuiten was, maar je vocht dan ook niet tegen enige kracht. Er was geen zwaartekracht, geen wrijving en geen wind, zodat jouw energienoden verwaarloosbaar waren. Je lichaam absorbeerde ook vitale voedingsmiddelen via de lucht in dit schip en van het ruimtepak terwijl je daarin was. Ik kan je gedurende een hele lange tijd daarbuiten laten, terwijl het ruimtepak je dan zou voorzien van al jouw lichamelijke benodigdheden en het uitzicht jouw geestelijke verlangens zou ondersteunen. Misschien vertel ik je er later wat meer details over. Maar voor nu, ontspan en geniet van de film, Michael".
De film begon te draaien en ik werd verrast te zien dat ik een hoofdrol speelde. Ik bevond mij in een winkelcentrum dat het dichtste bij mijn huis was. Vermoedelijk speelde het incident op het scherm zich een paar weken na Kerstmis van dat jaar af. Ik was door wat ik zag onmiddellijk achterdochtig en een beetje verbaast omdat ik bijna nooit naar dat winkelcentrum ging zonder mijn vrouw.
"Ik kan mij niet herinneren zonder mijn vrouw naar dat winkelcentrum te zijn geweest.
“Zijn jullie bezig om allerlei fratsen om mij heen te creëren, Milton"?
"Wij creëren niets. Wat je ziet is wat er gebeurde. Sommige dingen blijven voor duidelijke redenen geblokkeerd in je geheugen. Geblokkeerd voor jouw bescherming en gemoedsrust, Michael, omdat zij niets te maken hebben met jouw normale menselijke leven en wij die twee levens gescheiden willen houden. Wij zijn wat van die verborgen herinneringen die van belang zijn voor de andere dingen die je vandaag zult ontdekken aan het deblokkeren. Daarom laat ik dat nu aan je zien".
"Leid ik een geheim leven? Wie ben ik, James Bond"?
"James Bond! Maak mij niet aan het lachen, Michael, want dan vallen mijn tanden er uit".
Mijn personage op het scherm ging naar een boekenwinkel in het winkelcentrum en liep recht op de koopjes boekenafdeling af waar ik (hij) stapels boeken doorbladerde. Dat was karakteristiek aan mij; ik spendeerde vaak enige tijd in boekenwinkels terwijl mijn vrouw winkelde.
Mijn favoriete onderwerpen zijn wereldgeschiedenis en de mensen die geschiedenis maken. Terwijl ik de boeken bekeek, liep er een vrouw "opzettelijk" tegen mij aan en verontschuldigde zich, "Oh neemt u mij niet kwalijk". Ik glimlachte en knikte tegen haar. Zij zag toen het boek dat ik doorbladerde en vertelde dat zij ook in historische literatuur was geïnteresseerd. In het navolgende gesprek vroeg ik haar of zij trek had in een kopje koffie in een van de koffieshops in het winkelcentrum. Natuurlijk was dat een trucje om uit te vinden wat haar andere interesses waren en die niets met boeken en favoriete auteurs te maken hadden, en dat was niet karakteristiek aan mij.
"Wat een nepzooi, Milton. Mijn vrouw zou dat nooit geloven en ik ook niet.
Probeer jij mij met deze flut B film te chanteren? Is dat waar deze schertsvertoning over gaat"?
"Praat jij altijd tijdens films, Michael? Hoe dan ook, jij had een legitieme ontmoeting met die vrouw. Het was strikt zakendoen, niets meer dan dat.
Vertrouw mij, jou vrouw zal dit nooit te weten komen tenzij jij het haar vertelt, wat ik je sterk aanraad om niet te doen."
Terwijl ik met de vrouw in de koffieshop aan het kletsen was, kwam ik erachter dat zij thuis enkele boeken in haar boekenkast had die mij wel zouden interesseren. En of ik zou willen om mee naar haar huis te gaan om haar verzameling te zien, wat ik maar al te graag wilde. Zij zei dat met één van die verleidelijke en uitnodigende stemmetjes die weinig sterfelijke mannen kunnen weerstaan.
Zij knipoogde zelfs en wierp een kushandje naar mij toe. Geschrokken door haar enigszins stoutmoedige uitnodiging, morste ik wat van mijn hete koffie op mijn broek. Wie zou mij dat kwalijk kunnen nemen? Zij was een stoot van een vrouw. Natuurlijk was ik meer geïnteresseerd in haar literatuur in haar appartement en niet in haar seksuele toespelingen, dubbele knipoog.
"Dat is niet alleen knullig, Milton, het is absolute troep, ik zou mijn vrouw nooit bedriegen voor zo’n hoertje ongeacht hoe goed zij er ook uit zou zien"!
Ik was net in de vijftig en zag er voor mijn leeftijd nog goed uit, zo leek het althans op het scherm.
De vrouw was net in de veertig en zag er uit als iemand van mijn halve leeftijd.
Met haar sexy lichaam had zij gemakkelijk een model kunnen zijn bij een top modellenbureau. Ik kon mij niet herinneren zo een persoon ooit ontmoet te hebben. Ik denk dat haar persoonlijkheid en zoals zij eruitzag in mijn geheugen gebrand zou zijn.
Nochtans, daar was zij en daar was ik, van haar kwijlend als een smoorverliefde tiener.
Wij verlieten samen het winkelcentrum en besloten om haar auto te nemen en die van mij op het parkeerterrein te laten staan. Zij had een robijnrode Porsche 911 Carrera.
"Michael, wij voegden de Porsche aan de film toe voor een mooi effect. In werkelijkheid reed ze met jou mee in jouw auto. En je nam haar mee naar haar appartement". "Zo, dus je voegde een auto in die scène toe die daar in werkelijkheid niet was? Goed, het lijkt mij dan voor de hand dat je hetzelfde ook met mij heb gedaan, omdat ik daar in werkelijkheid niet was".
"Jij was daar, Michael. Nou bedaar nu even en kijk naar de rest van de film". Wij gingen naar haar appartement en toen wij daar eenmaal waren, bood zij mij een gemengd drankje aan. Ik vertelde haar wat ik lekker vond en zij maakte een bourbon cola voor mij. Tot mijn verrassing had ze gelogen over haar bibliotheek. Ik zag geen enkel boek in haar studioappartement, zelfs geen boekenkast. Nadat zij mij het drankje had gegeven begon zij zich onmiddellijk voor mij uit te kleden. Ik zat op de sofa met een sullig kinderachtige grijns op mijn gezicht, nam een slokje van mijn bourbon cola terwijl ik probeerde mijn ogen op haar gericht te houden wat resulteerde op het morsen van mijn drankje op mijn hemd. Zij liep geheel naakt naar mij toe, nam het drankje uit mijn hand en leidde mij naar het bed. Het bed was naast de bank. Zij kleedde mij uit en wij bedreven de liefde.
Het scherm werd leeg en de kamerlichten in het schip gingen weer aan.
Ik zat daar in de theaterstoel en schudde mijn hoofd en gniffelde van ongeloof. Ik ergerde mij aan wat zij tegenwoordig met rekwisieten en computergestuurde grafische beelden kunnen doen.
William Shakespeare had gelijk "De hele wereld is een podium en daarop zijn wij de acteurs," of zoiets.
Het is duidelijk dat sommige van ons geen getalenteerde acteurs zijn, en in het bijzonder zij die niet eens weten dat zij een dubbel leven leiden.
"Het is nooit gebeurd, en indien wel, dan was ik geen vrijwillige noch een bewuste deelnemer! Als jullie mensen of wat jullie dan ook zijn, mijn leven bepalen, wat heeft een vrije wil dan nog voor waarde? Aangenomen dat er nog zoiets als een vrije wil bestaat. Als ik daar werkelijk bij was betrokken, dan zou ik mij zoiets banaal en walgelijks als wat ik net zag zeker herinneren. Nou heb je mij helemaal in de war gebracht, Milton! Heb ik mijn vrouw nou wel of niet bedrogen"?
"Je hebt je vrouw niet bedrogen, Michael. Met uitzondering van de Porsche, heeft dat wat jij zojuist op het scherm heb gezien echt plaatsgevonden, hoewel jij geheel onder de ban van ons was. Vrije wil is echt, maar je hebt het niet geschonden omdat je het moest doen door orders van bovenaf en jij je van veel van je acties niet bewust was “.
Ik krapte op mijn hoofd en probeerde er achter te komen hoe zo'n stuk van mijn leven kon verdwijnen en worden gemanipuleerd zonder dat ik mij daar bewust van was. Ik onderzocht nauwkeurig mijn herinneringen van de laatste maanden van mijn leven dat vermoedelijk dat deel bevatte dat ik zojuist had gezien maar niets leek te ontbreken. Er was geen ruimte voor die bedriegerij tenzij andere delen van mijn leven werden verwijderd. Mijn hersens zo te pijnigen had geen enkel effect. Ik kon geen enkele tegenstrijdigheid vinden en was ervan overtuigd dat het nooit was gebeurd. Terwijl ik mij daar zat te af te vragen wat voor andere hersenkronkels die Milton nog in petto kon hebben, wandelde er een naakte vrouw door de deur de kamer in. Het was dezelfde vrouw die op het scherm met mij in de boekenwinkel was en toen in haar appartement waar wij de liefde hadden bedreven. Ik viel bijna van mijn stoel! Toen zei zij langs haar neus weg.
"Hallo, Mike, ben jij in voor nog een rondje plezier en intrige zoals onze laatste ontmoeting"?
Ik stotterde de woorden, "Wat de hel is hier aan de hand"?
"Bedrijf de liefde met mij, Mike. Je weet dat je dat wilt"!
Er verscheen een bed uit de muur en zij kwam naar mij toe, nam mij bij de hand en leidde mij mee naar het bed. Ik was gechoqueerd en schijnbaar net zo hulpeloos als toen ik die morgen in het park was en Milton mijn lichaam en ziel met zijn schip in de val lokte. Verleidelijk kleedde zij mij uit en bedreven wij de liefde alsof wij op onze huwelijksreis waren. Ik was geen partij voor de seksueel verleidelijke machten die van haar magische lichaam uitstraalden. Zij was een prachtige en onverschrokken aantrekkelijke liefdesmachine. Nadat zij had ontvangen waarvoor zij kwam, stond ze op en verliet de kamer zonder een woord te zeggen. Ik bleef door haar abrupte vertrek enigszins geestelijk uitgeput en in de war achter op het bed.
"Is dat alles? De meeste vrouwen blijven in bed om na de sex nog wat te knuffelen, tenzij het hoertjes zijn.
Milton, is zij een hoer? En zo ja, wat is haar doel, chantage?
"Zij is niet menselijk, Michael. Zij is een biologische spermaverzamelaar.
Er zijn veel manieren om sperma van donors zoals jij te verkrijgen, maar dit is de meest efficiënte en beste manier om sperma te verzamelen. Het onttrekken van sperma zonder een passende seksuele opwinding komt niet ten goede voor de kwaliteit van het zaad en ik weet dat jij dat niet wilt.
"Spermaverzamelaar? Ik heb er nooit voor getekend om een spermadonor te zijn!
En zeker niet voor met een zombieachtig schepsel—dat is heel verkeerd! En dan nog, wat is de verdomde reden dan waarom wil jij mijn sperma wil hebben? Wat zijn mijn rechten in deze kwestie? Heb ik aangaande deze zeer persoonlijke onderneming niets te zeggen dan "?
"Jouw lichaam is een container voor bepaalde enzymen en andere biologische producten, inclusief sperma. Wij bewerken en slaan deze bestanddelen in jouw lichaam op en halen ze er met bepaalde intervallen weer uit wanneer dat nodig is. Het lichaam waar jij in verblijft, Michael, is een product van het sperma dat wij zoals bij jou onttrokken bij een ander individu, en zelfs voordat jij werd geboren. Jouw lichaam is een continuering van dit type container. Het komt er eigenlijk op neer dat jouw lichaam niet van jou is. Het is van ons".
"Wie verdraaid nog toe is "ons"? Dus, ik ben onbewust een continuering van een idioot experiment dat jullie hier op aarde doen? Jullie hebben mij dus alleen nodig voor mijn lichaamsvloeistoffen? Dat is walgelijk! Daar moet ik maar eens flink over nadenken".
"Wij willen jou ook voor jouw geest, Michael. Jouw emoties en andere factoren dragen bij aan het proces dat de enzymen en andere biologische producten die in jou zitten zich binden en mengen.
Het is zoals het schudden van een fles koolzuurhoudende cola voordat je hem opent; wij doen het voor de bruisfactor.
Je bent geen continuering van een experiment. Wel, niet helemaal. Ik kan je op dit moment niet meer vertellen. Ik wil de verrassing niet bederven".
"Als het niet voor het feit was dat ik plezier heb op dit schip en ik praat niet over mijn stoeipartij met de spermaverzamelaar, dan zou ik behoorlijk pissig zijn. Nu ik weet dat ik seks heb gehad met een biologische machine, kan ik mijn verdere seksleven wel vergeten. Dit is te veel informatie voor mij ineens, Milton. Heb jij daar aan gedacht?
In ieder geval, tot nog toe zijn het merendeel van mijn ervaringen op dit schip met jou onbeschrijfelijk fantastisch geweest. Dus is het moeilijk voor mij om op dit moment mij over wat dan ook ongerust te maken, inclusief het feit dat mijn lichaam is gebruikt zonder mijn kennis of toestemming".

Hoofdstuk 4

EEN SUPER CONSTRUCTIE IN DE RUIMTE

Ik liep de kamer uit en ging naar de gang met de patrijspoorten om te proberen mijn geest weer helder te krijgen. Ik keek uit het raam voor een kosmische aanmoediging en merkte op dat er iets heel anders was. De Aarde was er niet meer! Ik rende naar de andere kant van de gang om te kijken of het daar was, maar ik werd bijna gevloerd door wat ik toen zag!
Het schip was gekoppeld aan een reusachtige constructie met honderden, zo niet duizenden van dezelfde type schepen als die waar ik mij in bevond. De aangekoppelde schepen op die megalithische constructie leken op de stoppels van mijn ongeschoren gezicht. De constructie was enkele duizenden meters in elke richting en ik kon vanuit mijn gezichtspunt niet zien waar de constructie begon of eindigde.
"Michael, de patrijspoorten zijn zoals je eerder leerde tijdens je mislukte ontsnappingspoging verplaatsbaar. Verplaats er heel eenvoudig één naar een plek boven je of onder je, dan verrek jij je nek niet".
"Ik kan niet bij het plafond komen, dus hoe verplaats ik dan een patrijspoort naar een plek boven mij"? "Je bent in ruimte waar zwaartekracht optioneel is.
Geef je eigen een zetje door middel van een klein duwtje omhoog met je tenen. De zwaartekracht in het schip is zoals het op de vloer is gelijk aan die van het plafond en de muren.
Je kunt als je dat wil op het plafond en de muren lopen".
Ik deed zoals Milton voorstelde en zweefde naar het plafond en plaatste een patrijspoort precies boven de plek waar ik stond.
Toen besefte ik dat het plafond nu net zo voelde als de vloer en de vloer leek nu het plafond.
"Nu ben ik helemaal in de war, Milton. Waar is boven en waar is beneden? En waar zijn wij verdomme? Ik zie de Aarde niet meer. Waar is de Aarde? Precies als ik denk dat ik vertrouwd begin te raken met al dit idiote gedoe en mij amuseer, veranderen de regels en word mijn geest gedwongen tot grotere sprongen van vreemdheid!
Waar heb je mij naar toe gebracht, Milton"?
"Het maken van grote geestelijke sprongen is vooruitgang, Michael. In ieder geval, in de ruimte is er geen omhoog, naar beneden of zijwaarts. Wij maakten een kleine reis terwijl jij naar de film keek. Wij zijn nu een paar miljoen kilometers van de Aarde verwijderd en meer nabij de ster die jullie mensen de Zon noemen.
Dit schip is aan de donkere zijde van een moederschip of ruimtestation geparkeerd, indien je die uitdrukking verkiest".
Ik stond op het plafond en keek door de patrijspoort naar beneden in plaats van naar omhoog te kijken. Man, wat was ik verward! Ik zag als het ware een gigantisch oppervlak dat een gele gloed uitstraalde vanuit de constructie. De gloed was als een ongeveer tweehonderd meter dikke filmlaag die werd geprojecteerd vanuit het donkere gigantische oppervlak. Die gele filmlaag was bedoeld om de gehele constructie te camoufleren vanaf de Aarde gezien en paste zich perfect aan met de achtergrond van de Zon (volgens wat Milton mij vertelde). De constructie zelf was puur zwart.
De pixels die de gloeiende huid vormden waren bollen met de afmeting van een huis met een voor allen gelijke afstand ertussen als in een reusachtig matrijsachtig rooster. Ik kon de andere geparkeerde schepen zien in een open ruimte die zich tussen de gele gloeiende huid en de constructie bevond. De afstand daartussen was ongeveer 300 meter en de schepen waren aan de constructie gekoppeld zoals aardbeizaden op een aardbei en zaten voor een klein deel als het ware ingebed in de superconstructie. Ik sprong in slow motion naar de vloer, pakte een patrijspoort vast en sleepte het naar de plek onder mij. Zo ver als mijn ogen konden zien, bevond zich meer van dezelfde superconstructie. Dit leek een ruimtestation zonder einde te zijn en was als het ware bespikkeld met talrijke capsuleachtige schepen.
"Hoe groot is dit ding, Milton? En wat verdraaid nog aan toe is het"?
"Het is groot genoeg, en voor zover wat het is zal jij van wat jij daarvan behoort te weten spoedig achterkomen. En Michael, je kunt de patrijspoorten verplaatsen via telepathie. Probeer dat de volgende keer als je een beter uitzicht wil".
"Ik was al bang dat jij zoiets zou gaan zeggen. Ik wankel tussen extase en waanzin en jij blijft maar meer stro op de rug stapelen van de al vermoeide ouwe kameel. Wat maakt jou er zo zeker van dat ik al dit spul aankan? Ik kan zelfs niet eens goed nadenken en nou suggereer je ook nog dat ik solide voorwerpen met mijn geest kan verplaatsen"?
"Sla nu nog even niet op tilt, Michael. Wij hebben nog heel wat dingen te doen vandaag en ik moet er voor zover dat mogelijk is voor zorgen dat jij geestelijk helemaal in takt blijft.
Zeker, ik dring je informatie op zonder jou de tijd te geven om het met een normaal menselijke tempo tot je te kunnen nemen. Maar ik moet er achter zien te komen met welk tempo jij nieuwe en exotische inzichten kunt verwerken. Dat is precies wat wij gaan uitzoeken, Michael. Je moet echter één ding niet vergeten; het is allemaal slechts informatie. Er is geen magie, het lijkt alleen maar op magie. Bijvoorbeeld, er zijn mensen op de Aarde die geen idee hebben van een magnetron of hoe zij werken. Voor hen zijn magnetrons pure magie. Terwijl het voor anderen alleen maar een apparaat is dat gebruikt wordt voor het koken of opwarmen van eten. Hetzelfde voorwerp, verschillende inzichten.
Nu, ga terug naar dat portaal met de deuren en zoek de groene deur en ga naar binnen".
Ik liep voorbij enkele deuren, allemaal wit, en kwam bij de groene. Ik aarzelde om naar binnen te gaan omdat ik wist dat er zich vermoedelijk een andere hersenkronkel achter zou bevinden (en dat is geen typefout, ik bedoel echt een "kronkel"). Ik haalde diep adem, opende de deur en liep naar binnen.
Wat voor mij lag bracht mij bijna aan het huilen (opnieuw). Ik was een melodramatische dwaas geworden gedurende al de wendingen, draaiingen en de verwarring van eindeloze hersenspelletjes, om nog maar te zwijgen van de puur ontzag inboezemende gebeurtenissen die ik deze ochtend ervoer.
Ik kon het niet helpen. Ik had het gezicht van god gezien en leefde nog steeds! Ik viel bijna flauw van absolute onvervalste en zondige vreugde. De Zon, als bij een solarium, besloeg een groot gedeelte van het uitzicht vanuit die monsterachtige grote inwendige glazen ruimte van wat de superconstructie was. Het glas besloeg de gehele voorkant van dit enorme ruimtevaartcentrum, en het werd overspoeld met de gloed van de zon. Ieder detail van de zon was zichtbaar, maar toch was er geen hitte of verblindende gloed.
Dat was op zich verbazend omdat het leek alsof wij behoorlijk dicht bij de oppervlakte van de zon waren.
Het leek alsof de superconstructie een paar honderd verdiepingen hoog was en net zo breed en diep. Het leek een perfecte kubus te zijn, maar het was onmogelijk voor mij om te kunnen zeggen wat de juiste afmeting en vorm was omdat ik niet de gehele constructie kon zien.Ook Venus was duidelijk zichtbaar in het overzicht en had ongeveer de afmeting van een druif, maar niet veel meer dan een puistje op het gezicht van de zon.
"Dank je Milton! Ik sta bij je in de schuld voor deze gunst! Hoe kan ik je die gunst ooit terugbetalen?
Is dit zoals de hemel eruit ziet? Is dit de hemel? Ben ik gestorven en naar de hemel gegaan en leid jij mij daar rond? Is het mogelijk om deze ervaring te overtreffen? Ik kan mij amper iets mooiers voorstellen. Ik voelde mij compleet. Voor wat meer dan dit zou ik nog kunnen vragen in dit leven"?
"Ik vind het jammer om je zeepbel uit elkaar te laten spatten, Michael. Dit is niets vergeleken met het gehele beeld van de eindeloze wonderen die zich in dit Melkweg sterrenstelsel bevinden".
"Als dat waar is, waarom worden de mensen dan in totale onwetendheid gehouden over het bestaan van zulke wonderbaarlijke dingen? Wij geloven van onszelf dat we ons op de uiterste rand van ruimte-exploratie bevinden met onze aandoenlijk kleine sondes naar Mars, Jupiter, Saturnus en de overige planeten. Maar uit wat jij mij in de afgelopen uren hebt laten zien blijkt dat de ruimte al eeuwen geleden is onderzocht en veroverd. En blijkbaar blijven de meeste mensen onwetend en onbewust van dat alles".
"De Aarde is voor sommige mensen een kinderbox en voor andere mensen een gevangenis, Michael. Er bevinden zich miljoenen van vergelijkbare planeten zoals de Aarde in dit Melkweg sterrenstelsel. De meerderheid van de mensen daarop heeft ook oogkleppen op, net zoals de mensen op Aarde. Maar er zijn aan de andere kant ook miljoenen planeten die het Utopia niveau hebben, en de mensen en wezens daarop leven gelukkige en tevreden levens, vrij van oorlogen, hongersnood, natuurrampen, dood, haat en nijd".
"Wat is dit ding, dit massieve bouwwerk in de ruimte? Welk mogelijke doel zou het kunnen hebben zo dicht bij de Zon? En het meest belangrijkste, wie heeft het gebouwd"?
"Het werd vele miljoenen van Aardse jaren geleden gebouwd door machines, met als doel om het te gebruiken voor amusement en als een vervoercentrum".
"Miljoenen jaren geleden door machines gebouwd voor vermaak en vervoer, voor wie? Mensen zijn nog niet zo lang op de Aarde aanwezig.
Beweer jij dat er zo lang geleden al mensen op Aarde waren"?
"Dit bouwwerk werd voor mensen zoals jij gebouwd Michael, en ja er waren miljoenen jaren geleden mensen op de Aarde die deze plaats hebben bezocht, net zoals jij nu doet".
"Ik voel mij zo speciaal, en vergeef me mijn sarcasme, maar waarom mag de rest van de menselijke bevolking niets over deze plek weten? En voor het feit dat het er naar uitziet dat er altijd al menselijke soorten op de Aarde zijn geweest. Wat voor kwaad zou dat kunnen doen, behalve door hun over hun hele lichaam te laten trillen zoals ik nu doe"?
Geen antwoord van Milton.
Ik stond op een balkon dat een groot open glazen atrium overzag. Het balkon was één van vele honderden die laagsgewijs boven elkaar en elkaar overhangend waren gebouwd met een tussenruimte van ongeveer negen meter. Het materiaal van het bouwwerk leek metaalachtig en futuristisch en niet iets dat miljoenen jaren geleden was gebouwd of gecreëerd. Het glas naar de Zon gericht bestond uit één solide stuk, één ontzagwekkend reusachtig glazen raam! Het balkon waar ik op stond bevond zich honderden etages hoog. Boven mij, bevonden zich ook enkele honderden etages.
Dat “ding” was immens!
Er waren bovendien grote uitbouwsels te zien aan die kant van de glazen wand, elk met hun unieke en fantastische uitzicht op het atrium en de Zon. Het waren aangekoppelde platformen die zich konden losmaken en verplaatsen over het atrium en waarop ouderwetse straatmarkten en cafés waren gebouwd. Exotische planten en spectaculaire variaties van kleurrijke en geurige bloemen versierden de balkons en de platformen. Sommige van de planten hadden zelfs rijp fruit dat aan de sterke takken bengelde. Sprankelende watervallen hingen vrij in de lucht en vielen honderden meters naar beneden in zwevende vijvers die rond het open atrium dreven als hete luchtballons.
"Indien er ooit een Tuin van Eden was, dan moet het er zoals dit hebben uitgezien? Heb ik gelijk, Milton"?
"Tuinen van Eden vormen de meerderheid van bestaan in dit Melkweg sterrenstelsel, en de talloze miljarden van andere sterrenstelsels die overvol zijn met planetaire systemen.
Edens met iedere soort van voorstelbaar geavanceerd leven en zelfs nog meer met onvoorstelbaar, bestaan overal in het heelal".
"Is er iets wat jou opwind, Milton? Je klinkt zo geblaseerd over dit alles, terwijl ik als een loopse hond in de hitte rondren en probeer die paar kruimels op te slorpen die jij van de tafel laat vallen, en alles om mij heen voor de goden gemaakte banketten zijn ".
Geen antwoord.
Toen materialiseerde Milton zich vlak voor mij op het balkon. Het was als een scène uit "Star Trek". Hij was in zijn schrikaanjagend uitziende Buitenaardse pak, maar ik raakte niet meer zo aangedaan zoals ik de eerste keer deed toen ik hem die morgen zag. Toen zorgde Milton ervoor dat er zich een platform opende rondom het kleine balkon waar wij ons op bevonden en die dit kleine balkon verzwolg. Het grotere platform verzwolg het kleine balkon zoals een grotere vis een kleinere consumeert en schoof toen als het ware zo’n honderd en vijftig meter vanuit het atrium naar buiten, ons met zich meedragend. Het platform bleef gekoppeld aan de constructie of het bouwwerk of wat dat reusachtige complex dan ook was.
Bakkerijachtige winkels vol met gebak en andere zalige delicatessen met een Europees Renaissanceachtige bouwstijl omringden het open plein, met keien en al. Zonder de angstfactor leek de verschijning van Milton vertrouwder en meer gewoon voor mij, meer zo dan mijn menselijke kennissen en vrienden terug op Aarde. Het voelde alsof ik hem voorafgaand aan die ochtend al gedurende een hele lange tijd kon.
Nochtans, ik was niet in staat om die verhouding te doorgronden omdat het merendeel in mijn geest geblokkeerd bleef. Toen het platform eenmaal stopte keek Milton naar mij en vroeg mij telepathisch: "Ben jij in voor een wandeling over dit marktplein, Michael"?
"Ik verdien dit niet, Milton. Ik heb niets in mijn leven gedaan waarom ik deze fantastische ervaring heb verdiend. Ik voel me bijna beschaamd".
"Dit heeft niets te maken met iets te verdienen of niet te verdienen, Michael. Deze plek is hier en jij bent hier om enkele dingen te leren, dat is alles".
"Ik begin te leren om van deze leermethode van jou te genieten, Milton"!
Het vers gebakken brood en gebak en het verrukkelijke aroma van heerlijk gezette exotische soorten koffie veroorzaakte een heerlijke geur in de lucht. Wat was er om te leren? Deze dingen waren voor mijn plezier, niet om er met kleine mensen hersentjes zoals die van mij over te gaan lopen piekeren. Bovendien was mijn geest overgoten met sappen van betovering en ik wilde dat niet bederven door mij er door er teveel over te piekeren hoofdpijn te bezorgen.
Milton liep naar de winkels en ik volgde hem als een vrolijke puppy, kwispelend met zijn staart, in de hoop op meer traktaties. Ik keek vol aandacht naar het assortiment van decadente delicatessen in de marktstalletjes als een kind in een snoepwinkel. Terwijl Milton ongeroerd bleef puilden mijn ogen uit en liep het kwijl uit mijn mond. Wat waren wij in contrast met elkaar! Er waren geen mensen, buitenaardsen en androïden in de winkels, dat maakte dat het hele platform aan Milton en mij toebehoorde. Al dat eten was voor mij alleen omdat Milton er toch niets van at.
Dat leek niet juist, maar wie was ik om er tegen in te gaan?
Dat platform was een persoonlijk, knus, hoekje van ons eigen kleine stukje hemel, of in ieder geval van mij. Ik nam een blad van de stapel van dienplaten op de buffettoonbank, selecteerde enkele heerlijkheden en vulde mijn dienplaat. Ik schonk mijzelf een hete kop koffie in en ging aan een van de tafels zitten.
Milton nam niets en zat tegenover mij. De rijkdom verschilde niet veel met dat van een luxe hotel in een prijzig ressort, maar oneindig veel groter en overvloediger. En bovendien kon het bogen op een zitplaats in de voorste rij bij de geweldigste show van het zonnestelsel, de Zon.
"Milton, is dit alles echt? Of creëer jij dit in mijn geest"?
"Het is allemaal echt en slechts een klein voorbeeld van de dingen waar het heelal mee is gevuld.
Nochtans, geestkracht over materie is echt".
"Kan ik dit met mijn eigen geestkracht creëren, Milton "?
"Use the force, Luke', gebruik de kracht.
Nee, niet zolang jij nog onder menselijke gebondenheid zit en niet totdat jij je omhoog heb gewerkt op de ladder van het bestaan. De zegswijze 'geestkracht over materie' betekend dat wij het niet hebben over de 'menselijke geestkracht' over 'kosmische materie', maar kosmische geestkracht over kosmische materie.
Wij kunnen daar een andere keer meer over praten. Het is echt ingewikkeld".
"Ik neem aan omdat er hier voedsel en drank is er ook badkamers of toiletten zijn"? "Geen badkamers of toiletten. Het voedsel en de drank zijn voornamelijk voor het genoegen en hebben een beetje voedingswaarde, maar zonder dat er iets overblijft of wordt verspild. Alles wat je hier eet zal volledig in jou lichaam worden opgelost".
"Badkamers hebben ook andere functies dan voor lijfelijk ontlasting, Milton.
Wij mensen gebruiken ze om ons op te frissen, zoals het deppen van water op onze gezichten, onze handen wassen voor het eten, ons haar kammen, onze stropdas goed te trekken en ons overhemd opnieuw in onze broek te stoppen. En wij kunnen in de spiegel kijken om ons ervan te vergewissen of er iets tussen onze tanden is blijven zitten nadat wij hebben gegeten ".
"IJdelheid en het opfrissen is voor mensen in onze positie niet nodig. En zou er nog iets tussen jou tanden zitten, Michael, dan kan je er zeker van zijn dat ik het je zou zeggen omdat zoiets mij de rillingen geeft"!
"Misschien zou jij een komiek moeten zijn, Milton. Ha Ha.
Ik zag wat leek op duizenden van dezelfde toestellen als waar wij ons in vervoerden. Vervoeren de schepen die zijn aangekoppeld aan de voorkant van dit kolossale bouwwerk ook menselijke vracht voor dezelfde reden als jij doet, en waarvan ik tussen twee haakjes nog steeds niet weet wat daar de reden voor is".
"Ongeveer dertig procent van die voertuigen vervoeren menselijke vracht van de Aarde naar deze plaats. De rest is een mengsel van hybriden, mensen en andere levensvormen die afkomstig zijn van de Aarde en andere planeten, manen en ruimtesteden die in dit zonnestelsel verspreid liggen.
Er zijn hier ook een paar intergalactische wezens".
"Waarom hoor of zie ik geen anderen op dit platform of deze plek? Waar verbergen zij zich allemaal? Zijn wij alleen op dit platform? Of zijn zij onzichtbaar voor mij?
"Dit soort platformen zijn persoonlijk en privé en huisvesten geen andere entiteiten, of zij onzichtbaar zijn of niet. Nochtans, is er een gebied, een stad, in deze constructie, waar mensen en andere entiteiten zich vermengen. Zou jij daar nu heen willen gaan, Michael"? Zonder een woord gezegd te hebben, werd het platform waar wij ons op bevonden losgekoppeld van zijn ankerplaatsen, viel enkele verdiepingen naar beneden en voegde zich samen met een groter platform, er in passend als een missend stukje van een puzzel. Ons platform met zijn winkels voegde zich naadloos in de grotere structuur en werd één met het grotere plein. Er liepen mensen op de keienstraten, keken door de winkelramen naar binnen, zaten aan tafels, zaten te praten, te eten en te drinken, alsof zij zich in een doodgewoon Aards winkelcentrum bevonden. Het zag er hetzelfde uit als ieder ander winkelcentrum in grote cultuurrijke steden. De uitzondering was het onmiskenbare contrast van entiteiten zoals Milton en bizar uitziende hybriden, die daar ook rondliepen. Ik was op een bepaald moment nadat wij die superconstructie waren binnengegaan gestopt met mondeling spreken tegen Milton omdat het voelde alsof ik tegen mezelf aan het praten was en mij daarvan bewust werd. Ik merkte op dat geen van de andere mensen op het plein mondeling met elkaar sprak en daarom leek het mij beter om mijn mond dicht te houden.

Het heelal voldoet niet altijd aan de menselijke begrippen of hun fundamentele wetten van de fysica.

Hoofdstuk 5

HET WINKELCENTRUM

Terwijl Milton en ik bleven zitten nam ik alles van wat ik om mij heen zag vanachter de tafel in mij op. Ik was niet zeker van wat er vervolgens op de lijst van Milton stond en had geen haast om daar achter te komen, ik genoot ervan om daar gewoon te zitten. Na een korte tijd kwam er één van de in de nabijheid zijnde Buitenaardsen naar onze tafel. Hij zag er hetzelfde uit als Milton en leek telepathisch met Milton te praten. Zij keken naar elkaar alsof zij communiceerden. Aangezien ik niet bij hun geestelijke bespreking was betrokken, besliste ik van die gelegenheid gebruik te maken en kuierde naar de winkels om wat te gaan winkelen om te kunnen zien wat voor buitenaardse wonderen daar te koop waren. Ik liep langs een etalage met horloges en uurwerken die daar prominent achter het raam werden getoond. Aangezien die van mij niet meer werkte, besliste ik om te informeren naar uurwerken die in Buitenaardse schepen goed zouden functioneren. Ik ging de winkel binnen en keek rond. Voor een moment vergat ik dat ik miljoenen kilometers van de Aarde verwijderd was in één of ander ruimtewinkelcentrum en niet terug op Aarde. De winkel was in vele opzichten hetzelfde als menselijke winkels, met de uitzondering dat alles gratis was (volgens een bord in de winkel). Ik pakte een horloge dat op een rek lag boven op de toonbank. De bediende kwam naar mij toe en vroeg of zij mij zou kunnen helpen.
Zij, of het, was een menslijkende androïde die sprak met precies hetzelfde stemgeluid zoals wij mensen doen. Toen zij mondeling met mij sprak, raakte ik in de war omdat ik net gewend was om mijn mond dicht te houden. Bovendien was zij een machine en om met een machine te staan praten is griezelig. Ik wist dat zij een androïde was door het naamkaartje op haar revers dat haar als zodanig identificeerde. Maar verder leek zij, handelde en praatte zij precies hetzelfde zoals een vrouw op Aarde. Vreemd genoeg wist de androïde mijn naam en sprak mij aan zoals een verkoper op de Aarde gedaan zou hebben.
"Mike, deze horloges laten je de tijd zien op iedere plek binnen dit systeem van planeten en manen. Of indien je dat wenst te weten hebben wij ook horloges die je de tijd van specifieke gebieden of bijzondere tijdzones op de Aarde laten zien".
Met een machine te praten was eigenaardig en ik voelde mij toen ik naar haar beschrijving van de horloges luisterde niet op mijn gemak.
Nog vreemder was het om dat mechanische wezen te beantwoorden. Maar dan nog, zij was heel echt in haar gedrag en zij was bijzonder innemend.
“Ik wil er graag een die de tijd in midden Amerika aangeeft.”
Zij pakte een horloge vanuit een kastje onder de toonbank dat aan mijn wensen voldeed en legde mij in het kort uit hoe het functioneerde. Toen bond zij het horloge om mijn pols. Het horloge toonde mij hoe laat het was in mijn stad thuis en de temperatuur van mijn huidige locatie. Het was op deze plek 25,6 graden Celsius. Er zaten ook nog andere foefjes op, maar zij heeft die niet voldoende uitgelegd en ik kon mij niet herinneren waar zij voor waren of wat zij deden. Misschien controleerde het horloge de bloeddruk en gemoedstoestand, maar ik heb haar dat niet gevraagd.
"Het horloge is geheel afbreekbaar en lost zeer snel op als je het schip verlaat en als het de atmosferische druk van de Aarde detecteert ".
"Dat is balen! Ik hoopte op een souvenir," vertelde ik haar.
"Is dat alles wat je nodig heb, Mike?
"Ja, dank u".
Ik verliet de winkel met mijn nieuwe "Buitenaardse" horloge en schudde mijn hoofd van ongeloof dat dit allemaal kon gebeuren. Maar toch voelde het meer als werkelijkheid aan dan dat van mijn normale leven terug op Aarde.

Vervolg hoofdstuk 5

Ik was in een staat van bewustzijn dat grensde aan het bovennatuurlijke. Alles aangaande mijn waarnemingen van de dingen om mij heen was uitzonderlijk helder. Alles wat ik ervoer overtrof mijn wildste dromen en fantasieën. Mijn begrip van leven in het heelal veranderde dramatisch. Ik cultiveerde onbewust hogere verwachtingen bij elke nieuwe ervaring en wat daardoor uiteindelijk kon uitlopen op een mogelijke ontgoocheling. Maar dat zou niets uitmaken omdat het leven op Aarde in vergelijking na dit alles heel saai zou zijn! Ik keek op het horloge en merkte op dat er slechts twee uren voorbij waren gegaan sinds het begin van mijn avontuur die ochtend. Ik was verbijsterd.
Ik was er van overtuigd dat er door al de dingen die ik had meegemaakt meer tijd voorbij was gegaan, gebeurtenissen die individueel gemakkelijk een heel leven zouden kunnen verrijken.
Dat was zeker waar als je ze vergelijkt met het lauwe bestaan dat het merendeel van mensen zoals wij tijdens ons hele leven op de Aarde moeten ondergaan. Ik heb mij dat toen niet gerealiseerd, maar mijn obsessie met tijd was één van de weinige vervelende ervaringen die ik tijdens die fantastische reis had. Tijd is alles op Aarde. Wij laten onze levens door onze klokken bepalen. Door bij Milton te zijn, was tijd niet relevant, alsof het helemaal niet bestond. Dat was een heel bevrijdend denkbeeld waartoe ik helaas niet in staat was om te begrijpen en er door mijn op tijd gebaseerde denken van te genieten. Natuurlijk zou ik tijd niet kunnen vermijden. Ik had een leven en familie terug op de Aarde en tijd was in onze levens zeker belangrijk.
Ik liep verder het winkelcentrum in met een grote glimlach op mijn gezicht. Tijd leek op mijn hand te zijn, ook al was ik er nooit zeker van hoe laat het was. Zelfs niet met mijn nieuwe horloge, want hoe zou ik kunnen weten of het mij de juiste tijd liet zien? Ik bevond mij in een fantastische Buitenaardse voorpost en het zou zeker niet beter kunnen worden dan dat, ongeacht welke tijd het was! De Zon scheen volop zoals het had gedaan voor miljarden jaren en deed dat hier zonder een wolkendek om zich erachter te kunnen verbergen.
Mensen liepen heen en weer op de straten en in de winkels, maar ik aarzelde om te stoppen en met hen te praten. Het leek erop alsof zij hetzelfde hadden omdat iedereen mij passeerde zonder een woord te zeggen. Het hielp niet echt dat ik niet wist of de anderen van de Aarde kwamen en dezelfde gemeenschappelijke taal deelde. Ik besloot om het ondanks dat toch maar te proberen en zocht naar een gelegenheid om het ijs met iemand te breken. Ik liep naar een fontein dat er omheen zitplaatsen had. Er zat op één van de banken een vrouw die een boek las. Ik liep naar haar toe en vroeg of ik naast haar op de bank kon gaan zitten. Zij keek mij aan en sprak met een taal die ik nooit eerder had gehoord. Het klonk niet alsof het van de Aarde was. Ik maakte een gebaar dat ik haar niet begreep en liep mij wat oncomfortabel voelend weg. Onverschrokken liep ik wat verder en sprak een man die mij op straat tegemoet liep aan en vroeg hem wat hij van dit winkelcentrum vond. Hij sprak ook met diezelfde vreemde taal die de vrouw had gesproken.
Dat zette een domper op een anders zo uitgelaten ochtend. Niet in staat te zijn om met andere mensen te praten maakte dat ik mij niet lekker voelde en een buitenstaander. Ik was de vreemdeling in een Buitenaardse omgeving. Om in staat te zijn om mijn ervaring met andere mensen te delen zou de slagroom op de cake zijn geweest, maar dat lukte niet en ik beklaagde mij bij Milton.
"Milton, wat is er loos? Zijn er hier geen mensen die dezelfde taal spreken als ik"?
"Natuurlijk zijn die er. De twee personen met wie je sprak zijn mensen en zij spreken perfect Engels".
" Maar zij spraken geen Engels. Zij spraken een hele vreemde taal die Buitenaards klonk. Het had een schrille metalen toon in zich, wat geen normaal menselijk spraakpatroon is en wat ik nooit eerder heb gehoord". "Oh, dat heb ik je vergeten te zeggen, het spreken met andere mensen is niet toegestaan. Wij willen niet dat iedereen zijn verhalen en ervaringen deelt met anderen. Buitenaardse wezens bestaan niet in de gedachte van de overgrote meerderheid van de mensheid niet en wij verkiezen dat zo te houden".
"Waarom verkiezen jij en jouw trawanten dat zo te houden, Milton"?
"Voor al de gebruikelijke dingen: zoals de voortijdige instorting van de godsdienstige instellingen, het verlies van het vertrouwen in het vermogen van de regering om de mensen te beschermen en een meltdown in de financiële markten over heel de wereld.
Naties zouden destabiliseren met als gevolg het ontstaan van anarchie. Het zou één grote chaos worden en dan wij zouden die troep moeten opruimen".
"Denk je dan niet dat ik dit tamelijk goed opneem? Dus waarom zouden de anderen er ook niet zo mee om kunnen gaan"?
"Jij bent al voor een lange tijd in het programma geweest en daardoor al enigszins aan ons gewend geraakt. Ook al herinner jij je slechts een fractie van je eerdere ontmoetingen met ons omdat wij de meesten blokkeerden, zijn die wisselwerkingen met ons nog steeds een onderdeel van je onderbewustzijn.
Vandaag gaan wij meer van jouw samenwerking met ons uit het verleden vrijmaken en gaan wij je nieuwe informatie geven dat naar jou geest word overgestuurd".
"Hoeveel mensen op de Aarde bevinden zich in dezelfde situatie zoals ik, Milton"?
"Wij houden er niet van om die gegevens vrij te geven, Michael".
"Hoe lang hebben jullie mensen, moet ik jullie "mensen" noemen? Hoe lang zijn jullie “mensen” al op de Aarde"?
"Wij zijn geen mensen, zoals ik je al eerder vertelde. Wij planten ons niet voort zoals mensen en andere overeenkomende entiteiten in deze Melkweg. Het lijkt erop alsof we altijd al op de Aarde zijn geweest. En zullen op de Aarde blijven tot het einde van het bestaan van het zonnestelsel, vele miljoenen jaren verder in de tijd".
"Hoe oud ben jij Milton? En heb jij een thuisplaneet"?
"Op het niveau dat ik ben, verouderen wij niet meer. Wij zijn pure energie die verschillende lichamen (machines) kunnen betrekken met als enig doel om met fysieke lichamen zoals jij om te kunnen gaan, Michael. Wij hebben geen thuisplaneet. Wij opereren op vele planeten en op vele dimensionale niveaus".
"Ben jij een god"?
"Dat heb je al gevraagd. Nee, ik ben geen god. Ik heb een baan. Er zijn vele niveaus van wezens zoals ik. Ik zit qua niveau in het middengebied en werk mijzelf omhoog".
"Dient deze constructie, dit bouwwerk of wat het dan ook is een ander doel dan om iemand zoals ik zich enorm nietig te voelen in vergelijking met zijn ontzagwekkendheid?
"Het functioneert ook als een groot Centraal Station. Je kunt vanuit deze plaats naar elk van de planeten en manen reizen waar wij voorposten hebben. Ben je er klaar voor om een rit naar één van die andere voorposten te maken, Michael"?
"Hel ja! Kan ik een fototoestel meenemen"?
"Jazeker! Haal er een bij de fotowinkel, de winkel waar je net voorbij ben gelopen".
Ik ging terug naar de fotowinkel en liep naarbinnen, keek in het rond en zag honderden fototoestellen en andere apparaten die mij vreemd voorkwamen. Sommige van de fototoestellen keken precies als degenen die wij op de Aarde hebben. De bediende in de winkel kwam naar mij toe en vroeg of ik een speciale camera zocht.
"Welk fotografische apparaat, fototoestel of videocamera zou u aanraden voor mijn situatie? En gebruiken zij net zoals de fototoestellen op de Aarde geheugensticks"?
"Voor Aardbewoners zou ik die fototoestellen daar aanraden. Zij hebben geen geheugensticks of batterijen nodig. Neem zo veel foto’s of video's als je wil. Zij hebben een onbeperkte opslagcapaciteit". "Dus de fototoestellen die wij krijgen hangt af van waar wij vandaan komen? Waarom is dat"?
"Sommige mensen, entiteiten, kunnen hun foto’s en films houden en ze terug op hun thuisplaneten aan hun families, vrienden of partners laten zien. Anderen kunnen dat niet. De Aarde staat op de zwarte lijst. Je kunt foto's nemen, maar je kunt ze niet mee terugnemen naar de Aarde.
Die foto's moeten in je kluis blijven".
"Heb ik een kluis"!
"Milton zal je jou kluis laten zien voordat je op reis gaat".
De androïde overhandigde mij de compactcamera. Ik liep opgewonden over mijn kluis de winkel uit en vroeg mij af wat voor wonderen daar in opgeslagen zouden kunnen zijn.
Nadat ik de winkel had verlaten besefte ik dat ik mij niet langer in het winkelcentrum bevond waar ik de fotowinkel was binnengegaan. Ik bevond mij in een totaal andere plek die gevuld was met rijen kluizen. Op de één of andere manier was ik daar ogenblikkelijk naar toe vervoerd.

DE HAL MET DE KLUIZEN
Ik stond helemaal verstomd over hoe ik nadat ik uit de fotowinkel was gelopen zo vlug in dat kluizen "stadion" terecht was gekomen. Wat was er met dat platform en het winkelcentrum gebeurd? Ik bevond mij in een holle hal met kluisdeuren zo ver als het oog reikt. Dit ruimtecentrum is zonder twijfel reusachtig.
"Milton, heb jij mij naar een andere plek geteleporteerd toen ik de fotowinkel uitliep"?
"Zoiets als dat. Er waren twee deuren. Er was er een naast de deur die jij vanuit de straat binnenging. Terwijl jij de winkel uitliep, stuurde ik je door die andere deur. Het bracht je naar de kluishal waar je nu bent. Dacht jij dat ik je daar naar toe heb gestraald, Michael? Doe niet zo raar! Ik heb je alleen een paar voetstappen bespaard, hoewel.
Nu, loop naar de deur die gloeit. Jouw naam staat erop en alleen jij kunt jouw kluis binnengaan".
Ik liep naar de gloeiende deur die zo’n driehonderd meter verder was dan de plek waarvan ik uit de fotowinkel was gekomen. Ik stopte voor de deur. Zeker weten, mijn naam stond erop. Ik voelde mij zo speciaal. Ik merkte ook op dat ik de enige was in het gehele enorme kluizenstadion. Er waren werkelijk duizenden kluisdeuren die de muren vulden in iedere richting van die enorme hal.
"Ben ik de enige persoon hier, Milton"?
"Nee, er zijn verder in de hal ook nog anderen, te ver voor jou om ze te kunnen zien vanaf de plek waar jij bent. En er zijn op dit moment velen in hun kluizen".
"In hun kluizen? Waarom zouden mensen in hun kluizen zijn, Milton?
Kunnen zij wel uit hun kluizen komen? Jij gaat mij toch niet in een kluis opsluiten en mij daar laten zitten hè Milton, of wel"?
"En wat als ik dat zou doen? Denk jij dat jij ook maar enige controle heb over wat ik met jou kan doen, Michael"?
"Ben ik voor jou slechts een muis, Milton? Ben ik alleen maar een stuk speelgoed om mee te spelen"?
"Heb je ooit een muis gevangen, Michael? Niet gemakkelijk hè! Muizen zijn snelle kleine beestjes en weten meestal weg te komen. Jij bent geen muis en je kunt hier niet weg komen".
"Wat is er gebeurd met vrije wil en mensenrechten? Mijn rechten? Heb ik er niet een paar"?
"Jij liet die gerieflijke idealen en illusies achter op planeet Aarde, Michael".
"Waarom verspil jij je tijd met iemand zoals ik die zo onbelangrijk is, Milton? Ik heb geen macht, geen rechten en vermoedelijk geen waarde"?
"Jij hebt waarde, enorme waarde, anders zou jij hier niet zijn.
De meeste mensen op de Aarde hebben waarde. Macht en rechten zijn menselijke illusies en werkelijk niemand op de Aarde heeft ze. Nu stop met tijdrekken en ga je kluis in, Michael". De deur stopte met gloeien en ging open. Ik ging naar binnen en de deur sloot zich achter mij. De kluis was geen kluis, maar een kamer van ongeveer vier bij vijf meter, heel groot voor een kluis. Mijn idee van een kluis was een schoolkluis. Dit was als een opslagruimte. In het midden van de kamer stond een metalen tafel. Op de tafel stonden een dozijn houten dozen van verschillende afmetingen, ieder van hen kleiner dan een schoenendoos en over de tafel verdeeld.
De dozen leken op degenen die ik had gemaakt tijdens timmerles op de basisschool, niet zo bijzonder, maar zij hadden een sentimentele waarde en waren herinneringen van vroeger.
Ik liep naar de tafel en opende één van de dozen. De doos had een assortiment van stukjes rots en vreemde voorwerpen die leken op de dingen die een kind zou verzamelen. Er zaten ook foto’s in de doos, foto’s van een planeet die waren genomen vanaf één van zijn manen door een jonge jongen (ik) vele jaren geleden.
"Ik herinner mij het verzamelen van deze dingen toen ik ongeveer tien jaar oud was, Milton. Ik wist op dat moment de naam van de planeet niet, maar ik herken het nu van de foto’s als Uranus. Vanaf welke maan heb ik deze foto’s genomen, Milton"?
"De maan wordt op de Aarde Miranda genoemd. Wij hebben basissen op alle manen van Uranus en jij hebt er een paar van hen bezocht. Die stukken rots en dingen in jouw dozen zijn afkomstig van verschillende manen in een baan rond Uranus en sommige andere planeten. Zou jij het wat vinden om nu Uranus te gaan bezoeken"?
"We gaan het hier toch niet hebben over een anale sonde, hè Milton”?
"Voordat wij de ruimtesprong gaan maken is het beter om niets in jouw darmsysteem te hebben, dus ja. Maar dat heeft niets met de planeet te maken. Jullie mensen hebben het die naam gegeven. De sonde is pijnloos, en indien je dat wenst kan die herinnering in je geheugen geblokkeerd worden".
"Blokkeer het dan alstublieft maar in mijn geheugen, Milton".

Realiteit is slechts een illusie, zij het een heel hardnekkige.
Albert Einstein

Hoofdstuk 6

DE RUIMTEPOORT URANUS

Ik bevind mij onmiddellijk in een ander deel van het ruimtestation, weg van mijn kluis.
Milton blokkeerde wat hij of zijn assistenten dan ook gedaan hadden om mij voor mijn reis naar Uranus voor te bereiden.
Ik was teleurgesteld omdat ik voordat wij vertrokken graag nog wat in een aantal andere dozen had willen kijken, maar daar kreeg ik de kans niet voor. Er was geen mogelijkheid om te weten wanneer, indien ooit, ik nog een andere gelegenheid zou krijgen om die dozen te onderzoeken. Het idee dat de dozen dingen van andere werelden bevatten kwelde mij met nieuwsgierigheid. Het openen van die ene doos maakte veel herinneringen van mijn jeugd los en hoe ik tijdens mijn vroege jaren bij het ruimteprogramma was betrokken. Ik kreeg er meer vragen door die Milton niet graag leek te willen beantwoorden.
Toen ik de doos had dichtgedaan, bleef alleen de relevante informatie die ik gedurende die dag nodig had mij bij. De rest smolt weg. Ik kon alleen maar fantaseren over wat de herinneringen waren die in die andere dozen waren opgeborgen.
Ik was terug in de hoofdgalerij van het fantastische bouwwerk met alle winkels, maar vermoedelijk aan één van de andere kanten. De prachtige Zon bleef prominent in zicht en het aanzicht daarvan boezemde nog steeds ontzag in mijn ziel. Één blik in de zon en mijn ziel werd gevuld met een onbeschrijflijke vreugde. Er is zeker veel meer aan de hand met de Zon dan wij mensen begrijpen, maar dat mysterie bleef verborgen in Milton’s zak van gecompliceerde kennis en hij heeft mij niet verteld wat die magie was. Milton heeft beloofd om een aantal aanwijzingen over de zon en zijn bovennatuurlijke mogelijkheden vrij te geven tijdens een toekomstig bezoek. Grote groepen mensen stelden zich in rijen op, richting de voorzijde van het glazen deel dat naar de Zon was gekeerd. Er waren veel toegangspoorten naar de verschillende planeten en andere geheimzinnige bestemmingen. Voor iedere toegangspoort stonden lange rijen wat aan het hele gebeuren nieuwsgierigheid en opwinding toevoegden.
Milton zei tegen mij om aan te sluiten bij de eerste rij die ik tegenkwam. Grote schepen koppelde zich aan het glas van het bouwwerk en mensen stroomde bij ze naar binnen zoals een spoor van mieren van een kilometer lang. Niemand droeg bagage, handtassen of rugzakken bij zich.
Ieder persoon had enkel de kledij die zij droegen. Honderden reusachtige schepen waren in een klein gedeelte van de oneindige glasstructuur samengedromd. Van waar ik stond, leken de schepen op korte draden dikke spaghetti aangehecht aan de buitenkant van het glas, zoals stoppels. De slangachtige rijen van mensen bewogen zich snel over reusachtige platformen, die bruggen vormden om de grote open ruimte van het atrium te overspannen zoals de aftakkingen van een rivierdelta, de stortvloed van mensen de haven in te loodsen en ze de open ingangen van gigantische schepen te laten binnengaan. Het uitzicht tijdens het lopen naar de schepen ontlokte het volledige spectrum van menselijke emoties.
Ik zag dat veel mensen in mijn rij de tranen uit hun ogen veegde terwijl zij vol bewondering naar het ongelofelijke panorama keken dat voor ons lag. Ik was net zo gefascineerd en gevuld met overweldigende emotie. Er verschenen tranen van vreugde die het uitzicht op die kosmische pracht dat voor ons lag vervaagden. Sommige mensen stapten uit de rij en gingen op hun knieën zitten alsof zij aan het bidden waren. Misschien werd het sommige gewoon te veel en pauzeerden ze een moment. Iedereen leek alleen te reizen, zonder familie of vrienden om de ervaring te delen. Ik wenste dat ik mijn familie bij mij had op deze zielgroeiende reis. Geen jonge kinderen of iemand onder de leeftijd van achttien jaar bevond zich in mijn rij, maar ik zag dat er kinderen waren in een aantal van de andere rijen. Het leek als dat de verhouding van vrouwen en mannen gelijk was. Sommige mensen waren heel oud, misschien wel in de negentig, maar zij leken allemaal in goede gezondheid te verkeren. Iedereen in mijn rij kon lopen zonder apparaten en hulp van anderen.
"Milton, het ziet er naar uit dat jij bij mij bent ongeacht waar ik ben? Maar ga jij met deze reis ook mee? En zo niet, zullen wij dan met elkaar blijven communiceren zoals wij nu zijn"?
"Ik ga niet mee met de Uranus reis. Ik zal in de omgeving van Saturnus zijn. Niettemin zullen jij en ik voor het grootste deel met elkaar in contact blijven zoals wij dat nu zijn. Afstand heeft geen invloed op de hersengolven die ik zal gebruiken om met jou in contact te blijven".
Het schip groeide uit van een dunne stoppel die ik kon zien toen ik voor het eerst in de rij kwam tot een cilindrische monstruositeit naarmate ik steeds dichter bij de ingang kwam. Het ding was een tanker van meer dan honderd verdiepingen hoog en tweemaal zoals lang. Het was donkergrijs zwart en bijna onzichtbaar in de donkere ruimte. Met de zon als achtergrond had het schip een dreigende en overweldigende mysterieuze aanwezigheid.
De container was intimiderend en aanlokkelijk, allemaal samengevoegd tot één vreemd verbijsterende sensatie. Er bevonden zich nog veel grotere voertuigen langs de glasstructuur die werkelijk degene die ik zou binnengaan tot een dwerg maakte. Ik kon slechts fantaseren over wat voor wonderbaarlijke bestemmingen diegene konden verwachtten die zulke gigantische schepen binnengingen. Milton becommentarieerde alleen de dingen die mij aangingen, zodat ik enkel over anderen en hun bestemmingen zou kunnen speculeren. Wij gingen het cilindervormige schip binnen in het midden van zijn pannenkoekachtige platte voorzijde. Het schip zat aan de glasstructuur bevestigd zoals een zuigvis aan de binnenkant van een aquarium. Als je precies voor de cilinder staat, zie je alleen een grote zwarte schijf zonder merktekens erop. Het platform dat naar de ingang leidde was doorzichtig en perfect gecentreerd met de ingang van de cilinder. Het ontwerp van het platform bood een volledig uitzicht op het aangezicht van de cilinder, zodat zijn gehele oppervlakte van de boven tot de onderkant zichtbaar was. De rij van mensen bewoog zich vlug de schijf in van de cilinder. Eenmaal binnen liep ik naar wat leek op een reusachtige, roterende honingraat. Het hele schip bevatte kleine eenpersoons compartimenten over de gehele lengte van het schip. Vele rijen van compartimenten waren boven elkaar gestapeld zoals de rekken in een bakkerijoven. De binnenkant van het cilindervormige schip roteerde langzaam zonder tot stilstand te komen. Het roteren leek op een reuzenrad met honderden plaatsen op elk niveau. Ik stapte in één van de compartimenten. Dat mij er in opsluitend meteen dichtging.
Ik was totaal niet ongerust over het feit dat ik mij in een vreemde cocon bevond die op het punt stond om te worden weggeschoten naar de rand van ons zonnestelsel bijna zo’n twee miljard kilometers verder. Wat was daar verkeerd aan vroeg ik mijzelf af. Ik was altijd claustrofobisch geweest, of dat dacht ik, maar die bekrompen kleine ruimte hinderde mij niet. Misschien heeft Milton mij verdoofd toen ik voor de reis werd voorbereid. Ik voelde mij echter niet verdoofd. Ik had niet de geringste voorstelling van wat mij tijdens die reis te wachten stond. Ik zou voor zover ik het wist net zo goed in een actieve vulkaan kunnen springen. Wat ik zou doen als ik bij die bevroren gasreus van een planeet zou komen ging mijn bevattingsvermogen voorbij. Het kon mij niet schelen.
Ik wilde gaan en voelde mij gezegend dat ik die gelegenheid had.
Milton nam niet de moeite om mij details over die reis te geven. Milton heeft niet gezegd hoe lang de reis zou duren of waarom ik op de eerste plaats naar zo'n verre planeet ging. Hij legde mij ook niet uit waarom die andere mensen daar heen gingen. Ik stelde al die vragen aan Milton, maar hij reageerde niet. Ik keek naar mijn horloge en merkte op dat ik mij ongeveer drie uren in dit idiote en wonderlijke avontuur bevond en geen idee had van wanneer het zou eindigen, niet dat ik wilde dat het zou eindigen. Ik kon rechtop staan in het compartiment, maar niet voor lang. Er rees een metalen platform uit de vloer tot ongeveer 60 centimeter en stopte. Omdat het via de vloer omhoog kwam, werd ik gedwongen op het platform te gaan zitten.
Op dat moment hoorde ik Milton, hij zei mij te gaan liggen en mij niet druk te maken over wat er ging gebeuren. "Het is pijnloos en veilig, zei hij".
"Kan jij mij zien, Milton"? "Ja, ik volg jouw gedachten en wat je kunt zien. Ik zie wat jouw ogen zien en wat jouw geest denkt of waarneemt van zijn omgeving".
De lucht werd uit mijn compartiment gezogen, die toen weer snel gevuld met een gelachtige substantie. Terwijl de gel het compartiment vulde, verloor ik het bewustzijn. Maar toch bleef ik in een staat van een zwevend onverklaarbaar bewustzijn. Mijn bewustzijn was niet in het compartiment of in mijn hoofd. Ik kon het compartiment en mijn lichaam zien alsof ik aan de buitenkant ervan zweefde en erboven. Op de één of andere manier was ik van mijn lichaam gescheiden.

PLANEET URANUS

Het cilindervormige toestel koppelde zich aan een grote donkere wand die leek op die van het ruimtestation in een baan rond de Zon waarvan ik was vertrokken. Andere cilindervormige schepen van verschillende afmetingen koppelden zich op talrijke plaatsen ook aan de vier zijden van het verticale totempaalachtige ruimtestation. Ik kon dat zelfs zien ondanks dat mijn in een ruststadium verkerende lichaam nog steeds opgeborgen zat in het schuim in de cilinder. Seconden nadat het schip was aangekoppeld werd de gel of het schuim in mijn compartiment via de muren geabsorbeerd en ik herwon meteen mijn volledige bewustzijn. Ik stond op en de compartimentdeur ging open. Ik verliet het compartiment en voelde geen vermoeidheid of sufheid. Ik voelde ook geen effecten van de vlucht of van het schuimige materiaal waar ik op weg naar Uranus in was opgeborgen. Er zat geen overblijfsel of nattigheid van het schuim op mij of op mijn kleding. Ik liep het compartiment net zo droog uit als dat ik er was ingegaan. Ik kon mij niets van de reis herinneren, ondanks dat ik mij helemaal van mezelf bewust was en in staat om gedurende de vlucht dingen om mij heen te zien.
De reis zelf leek bliksemsnel te zijn geweest.
Ik volgde de anderen toen zij vanuit hun compartimenten kwamen en het schip in ordelijke rijen verlieten, alsof het honderd keer was gerepeteerd. De mensen zagen eruit alsof zij gewoon uit een metrotrein of bus stapten en naar hun werk gingen. Niemand praatte toen wij uit die reusachtige monstruositeit van een voertuig stapten, maar terwijl wij naar de uitgang liepen waren er een paar die naar mij glimlachte. Wij gingen een grote door glas omsloten galerij binnen in het zicht van Uranus. Ik herinnerde mij de planeet van mijn eerste bezoek daar naar toe als een kind. Het had toen niet dezelfde uitwerking op mij zoals het nu had. Ik viel bijna omver van het uitzicht op deze buitengewoon uitziende planeet.
Twee of drie, misschien meer reizigers vielen flauw kort nadat ze vanuit het schip de galerij waren binnengelopen. Vermoedelijk waren zij die bezweken overweldigd door het ontzagwekkende uitzicht op de planeet en niet van de effecten van de vlucht hier na toe in die kleine besloten ruimten. Zij werden door sommige van de andere passagiers geholpen, herstelden onmiddellijk, en waren toen net als de rest van ons vervuld met ontzag. Ik was sprakeloos en gebiologeerd door het uitzicht op Uranus en kon mijn ogen er niet van afhouden. Uranus was surreëel. Toen was er de schok om te beseffen dat wij meer dan één miljard kilometer van de Aarde verwijderd waren. Hier waren wij, kijkend naar één de verste planeten van de zon, aan de uiterste rand van het zonnestelsel! Wie zou het geloven? Ik was daar en kon dat feit met mijn kleine hersentjes niet verwerken. Verbazingwekkend was dat de hele reis minder tijd had gekost dan een vlucht met een vliegtuig vanaf St. Louis in Missouri naar Huston in Texas. Het was en is niet te begrijpen!
"Milton, hoe hebben wij hier zo vlug naar toe gereisd? Wij praten over sneller dan de lichtsnelheid! Dat is volgens onze menselijke fysica onmogelijk en onlogisch. Het klopt simpelweg niet met elkaar"! "Onmogelijk volgens menselijke begrippen en zijn 21ste eeuw technologische zienswijze. Ja, dat is waar!
Maar wij gebruiken technologie die duizenden jaren verder is dan waarover de mensen op de Aarde beschikken.
De lichtsnelheid is geen bepalende factor meer in onze modus van reizen zoals de diligence geen bepalende factor meer is om mensen op internationale luchtvaartvluchten over de oceanen van Aarde te vervoeren. Hoeveel mensen en wetenschappers die tot het diligencetijdperk behoorden zouden hebben geloofd dat het mogelijk was om met reusachtige straalvliegtuigen 500 mensen tegelijk in een paar uur over de oceanen te vervoeren?
Hetzelfde aantal hedendaagse menselijke wetenschappers die er ook nu nooit van overtuigd zouden kunnen worden dat planetaire reizen in enkele uren niet alleen uitvoerbaar is, maar overal in het Melkwegsterrenstelsel en andere sterrenstelsels al een realiteit is".

EEN REIS VOL INTRIGES

De ringen rond Uranus bevonden zich in een vertikaal vlak en waren ten opzichte van de planeet in een schuine stand gekanteld toen wij er vanuit de galerij naar keken. Uranus leek op een reusachtige bal die door een met veel ringen uitgevoerde en kleurrijke hoepel ging. De kleurenschakering van de ringen had een fletse regenboog tint doordat zij de elektromagnetische golven van de zwakke Zon weerkaatsten. Ik en de andere mensen in de lobby werden door het planetaire spektakel van manen, ringen en de mystieke aura die Uranus omhulden gebiologeerd. Het werd spoedig duidelijk dat niet iedereen die uit ons schip was gestapt daar als toeristen waren. De niet-toerist in de menigte viel hoofdzakelijk op ten gevolge van hun sombere verschijningen en het ontbreken van enig enthousiasme dat de rest van ons zo in verrukking bracht. Er waren er maar weinig die dat vagebondachtige groepje zielen die zich tussen de menigte mengde opvielen, maar voor één of andere vreemde reden, mij wel. Deze somber uitziende mensen zagen eruit alsof zij daar niet wilden wezen, en dat bevreemde mij. Het werd spoedig duidelijk waarom zij zo ongerust en onvrij keken. De niet-toerist wist iets dat de rest van de toeristen niet wist. Van schijnbaar uit het niets verschenen er tientallen negentig centimeter grote buitenaardse schepsels met een grijze huidkleur, misschien androïden [robotachtige], en verspreidden zich onder de net aangekomen menigte waar ik deel van uitmaakte en begon daar lukraak mensen uit te halen, voornamelijk die somber kijkende mensen.
"Maak je niet ongerust, Michael, niet iedereen is hier voor dezelfde redenen zoals jij en de andere toeristen. Sommige van de mensen waar jij mee reisde hebben één of andere strafveroordeling en worden verzameld". De androïden doken vanuit de menigte op met elk aan de hand een persoon die ze bij de pols vasthielden en van de menigte wegleidde naar een groep liften. De mensen die werden weggeleid keken niet overdreven ongerust, het leek alsof zij begrepen wat er aan de hand was en verwacht hadden te worden meegenomen. Er was niets dat er op leek dat iemand probeerde weg te rennen van die korte buitenaardse creaturen die vermoedelijk als een politiemacht handelden. De rest van de menigte leek niet onder de indruk te zijn van de subtiele actie van die autoritaire handelswijze die onder onze neuzen plaatsvond, wat bij mij vreemd overkwam. Het leek alsof iedereen daar net zoals ik gerustgesteld was door zijn of haar eigen Milton type entiteit. Ik maakte mij door wat ik zag ongerust. De subtiele maar agressieve aard van de buitenaardse creaturen zette een domper op de anders zo fabelachtige ervaring. Nadat Milton mij had gezegd mij geen zorgen te maken, probeerde ik om dat wat ik had gezien mij niet te laten afleiden en verder te gaan met genieten van de wonderen van Uranus en zijn boeiende manen. Deze trip leek zeker op een veelbelovende avontuurlijke reis en ik wilde niet dat het ook maar door iets werd verknoeid.
Maar het werd ondanks dat toch verknoeid.
Deze avontuurlijke reis nam een onaangename wending die ik niet had voorzien, speciaal na de geruststellende woorden van Milton.
Terwijl ik op weg was om een beter uitzicht te krijgen vanaf een waarnemingsdek op een andere positie, reikte er vanachter mij een koude hand omhoog die zich rond mijn linkerarm vastklemde. Ik draaide mij om, om te zien wie de vermetelheid had om mij op zo'n grove en krachtige manier aan te klampen.
Één van die kleine grijze schepsels had mijn arm omklemd, leidde mij de menigte uit en nam mij met de andere misdadigers mee. Ik raakte helemaal in paniek!
"Milton, wat gebeurt er? Waarom nemen zij mij mee”?
"Blijf kalm, Michael. Ik zal moeten onderzoeken wat deze warboel heeft veroorzaakt.
Ik probeerde mij te bevrijden door mijn arm van dat ding los te rukken, maar mijn arm week geen duimbreed. Het kleine vreemde schepsel had een greep als een bankschroef en de spierkracht van een kolos, een ongelofelijke kracht voor een schepsel dat net zo groot was als een negenjarig kind. Dat verklaarde waarom de niet-toerist geen moeite deed om tegen te stribbelen en passief met de androïden meegingen; zij begrepen de nutteloosheid om te proberen van die creaturen te ontsnappen. De rest van de mensen bleven onbekommerd terwijl een brigade van buitenaardse wethandhavers een aantal van ons meenam naar een andere sinistere locatie. Die mensen gingen zonder mij gewoon verder met het onderzoeken van het ruimtestation. Ik was zo kwaad! Ik werd uit een fabelachtige vakantie weggerukt door één of andere stomme buitenaardse bureaucratische blunder!
Ondertussen werden ik en de andere ongewenste in een vrachtlift naar een lagere etage van het ruimtestation gebracht, waarin wij allemaal als sardientjes in waren geplaatst. Mijn claustrofobie was terug! Gelukkig was de liftrit kort en laadden zij ongeveer zestig van ons in een ruime pendel die ons op die etage opwachtte. Ik zag geen vrouwen in de groep van gevangenen. Ze waren allemaal menselijke mannen, althans aan de buitenkant te zien. Ik dacht dat ik de senior was, de oudste onder hun. De anderen leken in hun twintigste, dertigste en veertigste levensjaren te zijn.
"Milton, waar brengen zij mij naar toe"?
Geen antwoord.
Voor de eerste keer sinds mijn ontmoeting met Milton die morgen, voelde ik mij oprecht alleen. Al de vreugde van de vorige momenten veranderden snel in wanhoop. Het was niet als dat ik in één of andere stad terug op de Aarde was verdwaald waar ik uiteindelijk wel weer een manier zou vinden om uit mijn situatie te komen. Ik bevond mij miljoenen kilometers van de Aarde zonder een aanwijzing of reddingslijn behalve Milton, en hij scheen met zichzelf bezig te zijn.
De pendel waar ik in was geplaatst, was rond en ongeveer twaalf meter in diameter met grote ramen van de vloer tot aan het plafond. De binnenkant gloeide helder en het hele schip was een grote open ronde kamer. Er was niets dat aangaf wat de pendel aandreef. De pendel had geen zichtbare besturingmogelijkheden en geen cockpit, alleen een plafond en een vloer die de glazen buitenkant ertussen klemden. De pendel had geen zitplaatsen of andere stabiliserende apparaten zoals leuningen of verticale stangen zoals in de metro's en bussen op Aarde. De androïden gingen niet met ons de pendel in, wat ik vreemd vond. Zij escorteerden ons eenvoudig naar het toestel, laadden ons erin en gingen weg, vermoedelijk om weer andere argeloze mensen op te halen die waren gearriveerd via een ander transport. Ik was de laatste die de pendel binnenging en toen sloot de opening zich achter mij. Nadat de deur dicht was trapte ik er tegenaan en stuiterde meteen weer terug tegen de vloer van het toestel, zoals mij die morgen op het schip van Milton al eerder was overkomen. Het leek erop als dat het "gevangene" toestel van hetzelfde taaie, rubberachtige materiaal was gemaakt als Milton’s schip.
Ik schreeuwde op de top van mijn stem, " Spreekt er iemand Engels"?
Niemand antwoordde. Nochtans, er keken er een paar op dat moment in mijn richting alsof zij door mijn vergeefse en kinderachtige driftbui werden geërgerd. Het merendeel van de mannen hield hun starende blik op de planeet gericht die zich prominent achter de ramen vertoonde. Anderen liepen in het schip heen en weer alsof zij over hun lot nadachten. Geen van hen had de hele tijd een woord gesproken, niet tegen mij of tegen elkaar. De pendel vertrok van het station een paar minuten nadat wij het waren binnengegaan. Er waren geen publieke aankondigingen of aanwijzingen dat het ging vertrekken. De pendel maakte zich eenvoudigweg los en ging als in vrije val richting de planeet Uranus, viel honderden kilometers met een duizelingwekkende snelheid naar beneden.
Na enkele minuten van vrije val richting Uranus in een “op goed geluk” manier stabiliseerde de pendel zichzelf. Toen schoot het rechtstreeks de planeet in met een snelheid die ons als passagiers op de tegenovergestelde muur had moeten pletten. Echter, niemand leek op geen enkele manier te zijn getroffen door de gravitatie krachten tijdens de vrije val of nadat het zelfs nog sneller ging. De pendel reisde met enkele honderden kilometers per uur alsof het een raket op steroïden was. Dat was enkel mijn onwetenschappelijke gissing aangezien er geen manier voor mij was om te weten hoe snel wij reisden. Het enige wat ik over menselijke technologie kan zeggen is, "wat voor technologie"?
Onze menselijke technologie bevindt zich in het Stenen Tijdperk vergeleken met wat er gebeurd in sommige delen van ons Zonnestelsel. Het schip doorboorde de atmosfeer zonder enig teken van wrijving. Er sloegen geen vlammen langs de ramen door toenemende wrijvingshitte, zoals men zou verwachten bij het binnendringen van een dikke atmosfeer. Ik ben geen fysicus, maar ik weet dat wanneer materie in aanraking komt met andere materie bij dit soort snelheden er wrijving en enorme hitte word gecreëerd.
Daarom worden meteoren die de atmosfeer van de Aarde binnendringen vallende sterren, en branden ze op voordat ze de grond raken. Dat schip gedroeg zich als een bovennatuurlijke cocon die op de één of andere manier materie isoleerde van het aanrakingseffect met andere materie, althans zo leek het mij. De atmosfeer van Uranus had een blauwgroenige tint, maar toen wij de bewolking binnendrongen werden de kleuren helderder met veel kleurschakeringen van oranje en rode strepen. Kleuren werden door de snelheid versterkt en mengde zich met de weerspiegelingen van het schaarse Zonlicht dat de planeet bereikte. Ik keek in de richting van de Zon en kon een zwak, maar toch fonkelend licht zien dat was gehuld in een aureool van witte wazige gassen. Onder de ijzige wolken van Uranus benaderde het schip een stevige barrière die vermoedelijk de steden daaronder omhulde. De barrière keek op metaal en leek een reusachtig stuk boven de planeet te bedekken. De snelheid van het schip maakte het moeilijk om afstand en grootte te beoordelen, maar het bedekte een beduidend gebied boven het land. Dat liet aannemen dat er land ergens nabij het midden van de planeet was. De structuur leek op een omgekeerde beker.
Volgens mijn horloge waren er slechts enkele minuten gepasseerd van de tijd dat wij de pendel binnengingen tot aan zijn bestemming ergens binnen de omheining van deze stad. Het schip vloog door de metaal lijkende omheining zonder te stoppen of te vertragen, doorboorde het zoals een naald door weefsel ging. Ik was er zeker van dat wij in deze constructie zouden neerstorten, maar ik was de enige die toonde ongerust te zijn. Eenmaal binnen die fantastische constructie koppelde het schip zichzelf aan één van de buitenwanden die de stad omringde. De buitenste barrière die op metaal leek vanaf de buitenkant leek nu op glas vanuit de binnenkant. De glasbedekking versterkte het Zonlicht. Ik concludeerde dat omdat de Zon veel helderder leek vanuit de binnenkant van die plek dan dat het deed toen wij in baan rond de planeet waren. De deur van de pendel opende zich en onthulde een enorm portaal dat vergelijkbaar was met onze drukke luchthavens terug op de Aarde. De veroordeelden verlieten de pendel zonder begeleiding. Vermoedelijk wisten zij waar zij zich moesten melden, maar ik zeker weten niet. Ik was de laatste die de pendel verliet, niet zeker weten of ik dat moest doen. Mijn verlangen naar avontuur was ten gevolge van mijn onzekere omstandigheden aanzienlijk afgenomen.
De mannen verdwenen in de menigten van mensen en Buitenaardse wezens, die daar gehaast rondliepen zoals horden kopers tijdens de dagen voor kerstmis. Sommige van die personen hadden gemakkelijk voor mensen kunnen doorgaan, zoals diegene die met mij in de pendel waren. Anderen waren duidelijk verschillend, misschien één of andere soort hybriden. Er waren er een paar met een lengte van meer dan één meter tachtig. De meerderheid had een lengte van ongeveer anderhalve meter, meer of minder. De lobby was reusachtig met veel etages en platformen zoals die in dat ruimtestation nabij de Zon. Wij waren afgezet op de hoogste etage van dat gebouw, dat onder een groot glazen baldakijn van honderden meters wijd was ingesloten. Het uitzicht daar was spectaculair en er waren vele sterren zichtbaar en prominent aanwezig in de schemerdonkere hemel van Uranus.
Ik liep in die grote open ruimte rond als een verloren kind in een vreemd land. Voor de eerste keer sinds die morgen, voelde ik mij hongerig en dorstig, maar zonder iemand die mij kon helpen en geen idee had waar te gaan om antwoorden te krijgen over mijn ongewone omstandigheden. Ik had een licht ontbijt gehad voordat ik naar het park ging voor mijn wandeling en nam normaliter een versnapering voor de lunch. Die dag had ik geen versnapering gehad of een goede lunch. Het voedsel in het ruimtestation telde niet omdat het niet echt voedsel was, volgens Milton. Ik volgde mijn neus, en hoopte de geur van één of andere eetgelegenheid op te vangen, aannemende dat de Buitenaardse creaturen die overal rondrende iets vergelijkbaars zouden consumeren met wat mensen eten. Maar mijn neus bespeurde helemaal niets. Nochtans, er was een plek die leek op wat een eetgelegenheid zou kunnen zijn en ik liep daar naar toe.
Er waren tafels en stoelen en op mensen lijkende entiteiten die dingen in hun monden stopten. Mensen of wat het dan ook waren, zaten rond tafels en aten precies zoals ze op de Aarde doen. Ik dacht dat ik jackpot had gewonnen, tot ik besefte dat ik geen geld had en betwijfelde of zij een Visa of Master kaart aannamen. Ik maakte mij op dat moment voor mensen zoals ik niet al te druk over of het voedsel eetbaar zou zijn of niet. Ik was bereid dat te riskeren als ik maar wat voedsel zou kunnen krijgen. Het draaide er op uit dat geld het kleinste van mijn problemen was. Voordat ik het eten bereikte, voelde ik de ferme en onmiskenbare greep van een androïde die zijn hand om mijn arm vastklemde. Één van die korte vreemde schepsels was gekomen en haalde mij bij daar weg. Het was enorm beangstigend hoe die bastaarden opdoken bij mij zonder dat ik ze ooit zag aankomen.
Het schepsel leidde mij zo vlug weg van die plek alsof ik een ontsnapte lepralijder uit een lepralijderkolonie was. Ik moest snel lopen om te voorkomen dat ik anders als lappenpop over de vloer zou worden gesleept door dat snel bewegende schepsel. De Buitenaardse nam mij mee naar een kamer niet ver van waar ik eerder uit de pendel was gestapt. Het schepsel plaatste mij in een kamer en ging weg. Ik voelde mij nog nooit zo alleen als nu. De deur had geen handvatten of deurknoppen en ik voelde mij een gevangene in die kamer. Aan één kant van de kleine kamer stond een tafel met er omheen wat stoelen. Ik ging in één van de stoelen zitten en liet mijn hoofd op mijn arm rusten, geestelijk uitgeput door deze enorm rottige situatie.
Momenten gingen voorbij en een menslijkende man kwam door de deur naar binnen en begon mij onmiddellijk te ondervragen. Ik gluurde met één oog naar hem terwijl ik mijn hoofd nog steeds op mijn arm liet rusten. Ik toonde weinig enthousiasme voor zijn aanwezigheid. Toen viel het mij ineens op dat hij perfect Engels sprak. Hij was om de één of andere reden boos op mij en eiste dat ik rechtop ging zitten en naar hem luisterde.
"Wie ben jij en waarom ben je hier"? Hij eiste dat te weten. "En hoe bent je in staat geweest om in deze stad te komen? Het is jou niet toegestaan om in deze stad te zijn "!
Ik voelde mij uitgelaten omdat er eindelijk iemand was met wie ik zou kunnen communiceren, en het kon mij niet schelen of het de Gestapo was! Ik ging rechtop zitten zoals hij had gevraagd had en gaf hem een antwoord.
"Een Buitenaardse die Milton heet stuurde mij hier naar toe".
"Wie of wat is Milton"?
"Milton is een Buitenaards wezen dat ik vanmorgen op de Aarde heb ontmoet. Hij zette mij op een schip naar deze planeet. Het schip koppelde zich aan een ruimtestation dat zich in een baan om Uranus bevindt. Nadat ik uit het schip was gestapt werd ik door eenzelfde soort schepsel dat mij naar deze kamer heeft gebracht in een pendel geplaatst die hier naartoe kwam".
"Zo jij bent dus hier door één of ander uitzonderlijk toeval? Is dat wat je zegt? Een toegang verkrijgen door zoiets is ongewoon en bijna onmogelijk! Iemand of iets wilde jou hier hebben en liet jou door onze normaal ondoordringbare beveiliging binnenslippen".
"Ik ben hongerig. Kan ik alstublieft iets te eten en te drinken krijgen? En indien ik naar het toilet moet, waar moet ik dan heen? Ik veronderstel dat u hier badkamers en toiletten hebt"?
"Er zijn mensen op deze planeet, maar slechts een klein aantal in deze stad. Mensen in deze stad staan onder quarantaine en zijn op speciale diëten geplaatst.
Het menselijke spijsverteringssysteem is heel anders dan dat van ons. Jullie mensen hebben bacteriën in jullie ingewanden die wij niet tolereren. Ik heb wat wafels en een speciale drank die je kunt consumeren die ik je door een android zal laten brengen nadat ik je ondervraagd hebt. De wafels produceren geen overblijfsels in je spijsverteringssysteem, maar zij zullen je energie geven.
Nochtans, er zijn geen badkamerfaciliteiten in deze stad die jou worden toegestaan om te gebruiken".
"Hoe lang zal ik onder quarantaine gehouden worden"?
"Totdat je weggaat. Dit zal gebeuren wanneer wij daarover een machtiging en instructies ontvangen om te kunnen zien wat wij met jou moeten doen. Er is wat leeswerk met afbeeldingen of je kunt onze versie van televisie bekijken. De afstandbedieningen liggen samen met het leeswerk op de tafel ".
De ondervrager verliet de kamer op hetzelfde moment dat hij was gestopt met praten. Toen hij wegging, kwam er een androïde de kamer binnen, overhandigde mij twee wafels en een kleine fles met vloeistof en ging toen weg. De wafels hadden de afmeting van een cracker en de vloeistof kon misschien net vier vingerhoedjes hebben gevuld, maar toch zij deden de truc en ik was niet meer hongerig of dorstig nadat ik ze had geconsumeerd.
Ik voelde mij als een gevangene en zocht naar iets dat mijn gedachte van deze verraderlijke hachelijke situatie zou kunnen wegnemen. Ik pakte de afstandsbediening voor de televisie van de tafel en meteen kwam er een lawine van geluid en beelden uit alle wanden van de kamer. De vier muren, het plafond en de vloer lichtten op als een driedimensionale televisie op steroïden, mij letterlijk overspoelend met vreemde geluiden en geestverlammende beelden. Diverse programma's speelden gelijktijdig en verliepen cyclisch door nog dozijnen andere programma's, althans zo leek het volgens mijn menselijk brein. De kamer werd een massa van verwarring omdat golf na golf van enorm grote levensechte beelden mijn daar niet op ingestelde geest oververzadigde. Ik gooide de afstandsbediening op de tafel alsof het een roede van de hel was. Gelukkig ging alles uit en de kamer was weer terug naar normaal. Ik was aan het einde van mijn Latijn en had geen behoefte aan zulk soort schokgolfbombardementen. Ik ging weer aan de tafel zitten en legde mijn hoofd neer. Toen was daar ineens Milton, "Hallo, Michael".
Ik kwam met één sprong weer to leven en liep met vernieuwde energie rond de tafel, als een kind zo blij om zijn stem weer te horen.
"Waar de hel was jij, Milton? Ik ben verrukt je stem weer te horen! Heb je deze blunder opgelost zodat ik zo snel mogelijk uit deze gevangenis kan vertrekken en wellicht door kan gaan met het genieten van mijn verblijf hier? Aangenomen dat het nog steeds een optie is? Of kan je mij voor het geval dat niet zo is naar huis brengen".
"Er is geen blunder gemaakt. Het was opzettelijk. Ik wilde dat jij een glimp van andere beschavingen in dit zonnestelsel te zien kreeg, daarom dirigeerde ik één van de androïden om jou naar de pendel te brengen. Je bent zoals ik er zeker van ben dat jij dat nu weet, een verstekeling. Zij houden er niet van dat wij dat soort dingen doen, maar zij gedogen het. Jij bent geen gevaar voor hen omdat wij jouw ontlastingsysteem hebben verzegeld voordat wij jou op transport naar Uranus plaatsten".
"Het zou echt fantastisch zijn geweest als ik dat had geweten, Milton! Het zou mij misschien wat geestelijk leed hebben bespaard. Heb je enig idee wat ik heb moeten doorstaan? Ik ben in ieder geval duidelijk door deze plaats gefascineerd. Hun maatschappij lijkt vergelijkbaar met wat wij op de Aarde hebben behalve dat zij op technologisch gebied vele decennia verder zijn dan mensen".
"Zij zijn veel verder geavanceerd dan de Aarde—ze bevinden zich zelfs niet in dezelfde classificatie als de Aarde. Zij nemen informatie zeer snel op en genieten enorm van hun leven, wat anders is dan op de Aarde waar de mensen voornamelijk hun leven moeten zien vol te houden. Je kreeg een voorbeeld van hoe vlug zij informatie tot zich nemen toen je hun televisieapparaat aanzette, wat voor hen normaal amusement is. Zij ademen lucht op dezelfde manier als mensen, maar consumeren voedsel dat geen afvalproducten produceert. Zij eten en drinken in vergelijking met mensen kleine hoeveelheden voedsel. Zij worden niet ziek omdat zij niet dezelfde interne organen als mensen hebben.
Daarom blijven zij gedurende hun hele bestaan lichamelijk en geestelijk gezond. En dat is de reden waarom zij prikkelbaar worden wanneer wij een mens in hun midden smokkelen, die een onbalans in hun complexe biologische systeem zou kunnen veroorzaken. Maar wij zijn hun een stap voor en daarom ben jij geen gevaar voor de stad".
"Vertel mij als je wil wat meer over hen, Milton,".
"De stad waar jij je nu in bevind is een stabiele gemeenschap. Het is dat niet in de loop van de tijd geworden. Het werd vanaf het begin op die manier ontworpen. De stad zal niet voor of achteruitgaan. Het zal voor miljoenen van Aardse jaren stabiel blijven. Het bevolkingsaantal van die stad is ongeveer honderd miljoen, exclusief androïden en bezoekers die legaal en of zoals jij illegaal zijn.
Nou, zet nu de televisie aan dan zal ik één station voor je opzoeken en rest onderdrukken".
Ik pakte de afstandsbediening en alleen de wand voor mij ging aan, het toonde mij een overzicht van de stad gezien vanaf de buitenkant.
De stad bevond zich in een buisvormig bouwwerk dat boven de oppervlakte van Uranus hing en zich met een lengte van vele kilometers tot in de buitenste lagen van de atmosfeer uitstrekte. De diameter van de buis waar de steden zich in bevinden is ongeveer tachtig kilometer. Er zijn veel van deze buissteden die zich allemaal in een baan om Uranus bewegen, sommige groter sommige kleiner. Er zijn in de stad geen auto's, bussen, vrachtwagens, treinen of vliegtuigen. De mensen reizen in een complex systeem van trams die zich verticaal, horizontaal en diagonaal verplaatsen. De stad is een wonderland van bekoorde tuinen en tropische bossen die door mensen en tamme exotische dieren wordt bevolkt. Een aantal van die dieren lijken op sommige dieren van de Aarde.
Wegens de afstand tot de Zon is er weinig zonneschijn dat de planeet bereikte. Desondanks straalde de stad van Zonlicht, maar ik wist niet wat de bron van het kunstmatige Zonlicht was en had er ook geen verklaring voor.
Het Zonlicht straalde gewoon vanuit de lucht en bedekte alles net zoals echte zonneschijn.
De zwevende buissteden waren niet in één gebied van Uranus geconcentreerd. In plaats daarvan waren de buizen verspreid en waren honderden en duizenden kilometers van elkaar gescheiden. In de buitenste wanden van de buissteden bevonden zich woonverblijven, werkplaatsen, studiecentrums en amusementsgebouwen. Er waren voor zover ik dat kon zien geen oceanen zoals op de Aarde, maar iedere stad had veel grote meren op platformen. Meren, waarvan sommige met een waterval, waren als het ware ingebed op kolossale zwevende platformen.
De biodiversiteit overschreed dat van de Aarde op zijn minst tienvoudig. Er bevonden zich ontelbare variaties van planten, insecten en diersoorten van ieder denkbaar type in de steden. Wat zich buiten de leefomgeving van de steden bevond werd niet getoond. De zwevende buissteden waren zelfonderhoudend en in staat om zich voortdurend naar de planeet toe te bewegen en zich van de planeet te verwijderen zoals reusachtige ruimteschepen. Deze stadsschepen absorbeerde energie en andere essentiële hulpbronnen van de gastheerplaneet zoals cellen in een groter organisme.      "Milton, kan ik hier mijn staatsburgerschap aanvragen? Ik denk dat deze plaats mij wel bevalt".
"Nee, dat kan je niet. Jouw pad ligt op een andere koers. Het merendeel van de mensen waar jij mee heb gereisd krijgen reisjes naar sommige manen en krijgen toeristische uitzichten op de planeet. Maar zij blijven onwetend van de levensvormen die zich op Uranus bevinden. Zij missen ook andere fenomenen die je alleen op de afgelegen paden vind, paden die voor hen niet toegankelijk zijn.
Zij krijgen niet de "exclusieve" achter de schermen lekkernijen die jij krijgt".
"Zijn de gewone inwoners van Uranus zich bewust van mensen en entiteiten zoals jij, Milton"?
"De gehele bevolking is zich volledig bewust van ander leven in dit Zonnestelsel en het leven dat zich in dit Melkweg sterrenstelsel bevind. Anders dan op de Aarde, waar het merendeel van de bevolking geen idee heeft van wat er zich overal om hun heen afspeelt, zoals baby's in een kinderkamer".
Ik werd volledig in beslag genomen door wat ik op het scherm zag over de stad. Er bevonden zich buizen in buizen, die allemaal wijken bevatten binnen de stadsstructuur. Sommige hadden unieke stijlen en architecturale ontwerpen, maar ik zag niet de unieke culturen en verscheidenheid zoals wij op de Aarde hebben. Cilinder of cirkelvormige motieven domineerden, terwijl de structuren op de Aarde hoofdzakelijk rechthoekig zijn. Iedereen in de stad leek van hetzelfde ras te zijn, de niet-inheemse levensvormen zoals mezelf uitgezonderd.
"Er is vreemd genoeg iets vertrouwds met deze stad. Ik heb hier in het verleden geleefd, is dat zo, Milton?
"Je hebt gelijk, Michael. Ik vroeg mij al af of jij dat door zou hebben. Jij hebt er voor gekozen om naar de Aarde te gaan en in een menselijk lichaam te worden geplaatst om nog een keer een menselijke levenscyclus te ervaren, voor redenen die vandaag aan jou zullen worden onthuld".

Hoofdstuk 7

HERRINERINGEN UIT HET VERLEDEN

Zoals een gebroken dam, maar dan in mijn hoofd stroomden er herinneringen in mijn geest van mijn vorig leven op Uranus. Ik was daar naast andere dingen een fysicus en wiskundige. Ik was niet getrouwd, maar had een minnares. Het huwelijk was geen onderdeel van de cultuur in die stad. Er waren geen kinderen en oude mensen. Iedereen was in die stad terechtgekomen als zielen die afkomstig waren van andere planeten en werden in al volledig gevormde en bewuste volwassen lichamen geplaatst. Leeftijd was geen factor. Iedereen van die soort of categorie was van dezelfde biologische leeftijd, het equivalent van ongeveer vijfendertig Aardse jaren. De lichamen die de zielen “bewoonden” waren bijna perfecte biologische machines die uitsluitend voor genoegen waren gebouwd. De lichamen konden tijdens dat zij werden gebruikt niet sterven, ziek worden of verouderen.
De lichamen zijn speciaal voor de ziel die hen “bewoont” gecreëerd en worden vernietigd als de ziel naar een hoger niveau opklimt of die cultuur verlaat. Lichamen worden nooit hergebruikt, net zoals op de Aarde. De mensen consumeren voedsel louter voor het genoegen daarvan en niet voor benodigde voedingsstoffen of te overleven. Voedingsmiddelen en energie worden geabsorbeerd via een mineraal rijke atmosfeer in de stad die hen als lucht omringt.
In een vorig leven toen ik een burger van die stad was, leefde ik in een ruime en luxueuze suite met zeven kamers die zich op de vijfduizend en zestigste verdieping bevond in één van de buisvormige torens nabij het midden van de stad. Iedereen leefde in gelijkaardige accommodaties. De plafondhoogte was meer dan zeven en een halve meter. Grote balkons staken uit elke unit en overzagen spectaculaire overzichten van de stad. Guur weer was geen factor en gebeurde nooit zomaar binnen de steden. Regen was volledig onder controle en werd geregeld en had een reinigend doel voor de stad. Er waren geen stormen zoals die op de Aarde. De regen viel zachtjes naar beneden op vooraf bepaalde intervallen. Er konden zich wel degelijk strenge weersomstandigheden op de planeet voordoen, maar niet in de steden, en het had ook nooit invloed op de steden.
Bijtende insecten, geluidoverlast en misdaad, bestaan niet. Daarom is er geen noodzaak voor afschermingen en tralies voor deuren of ramen. Alles was open. De stad was een Utopia en had geen armoede, geen oorlogen, geen haat of overtredingen tussen de inwoners van welke soort dan ook. Het leven was altijd vreedzaam en opgewekt. Androïden en andere machines stonden altijd ten dienste van de bevolking, waardoor de inwoners alle tijd hadden voor het indelen van hun bezigheden en vrije tijd. Valuta, kredieten, quota's, debet, aandelen en ruilingen waren onnodig in die maatschappij. Alles wat er nodig was of wat men wilde hebben was beschikbaar voor alle inwoners. In dat leven had ik een aantal vaste goede vrienden en collega’s. Maar alle inwoners zijn vriendelijk tegen elkaar.
De hele stad was een grote gelukkige familie. Ik had één minnares, zoals alle inwoners van de stad. Onze lichamen waren anatomisch niet gelijk aan menselijke lichamen. Er waren echter mannelijke en vrouwelijke kenmerken, maar zonder de reproductieve organen. Geslachtsdelen waren niet zo geprononceerd zoals die bij mensen, maar oneindig veel sensueler.
Alle inwoners ontleende een bepaald genoegen aan elkaar zonder lichamelijk contact, maar echt lichamelijk contact was heel intens en verrukkelijk. Er waren weinig monogame relaties en een overvloedig lichamelijk contact tussen de burgers onderling. Elkaar publiekelijk aanraken, omhelzen en affectie tonen was de norm.
Mijn voornaamste minnares was Neppti.
Neppti was van plan om een opdracht op de Aarde te aanvaarden en confronteerde mij met dat nieuws.
"Ik overweeg om de B786 opdracht op de Aarde te gaan doen. Wat zijn jouw gevoelens daarover"?
"Is dat die opdracht voor drieënzestig Aardse jaren?
"Ja, die is het".
"Waarom wil je al weer zo snel een nieuwe opdracht, Neppti?
"Ik ben Belii een gunst verschuldigd. Zij heet Linda op de Aarde, en haar leven heeft een onverwachte wending genomen wat misschien voor haar teveel is om mee om te kunnen gaan. Zij heeft twee kinderen en een goede echtgenoot, maar ze heeft problemen met haar hoofdtaak. Ik denk dat ik haar kan helpen en de tegelijkertijd de B786 opdracht tot een goede afloop kan brengen".
"De Aarde is een lastige plaats voor jou omdat jij daar meer bent geweest dan raadzaam is. Ik ben verrast dat zij jou deze opdracht laten doen. Wat ga jij daarna doen, Neppti"?
"Zij hebben geprobeerd om het uit mijn hoofd te praten, maar ik voel dat het voor Belii belangrijk is. Dus ik ga het riskeren. Ik heb twee opties nadat ik mijn reis heb voltooid, beide worden door mijn prestaties bepaald. Ik zou hier terug kunnen komen of kunnen promoveren naar een ander sterrensysteem, maar dat hangt af van mijn gedane handelingen en gedachten.
Ik omhelsde Neppti en onze toga’s vielen spontaan op de vloer. Lichamen aanraken was enorm stimulerend; kussen en omhelzen was mentaal orgastisch. Wij omhelsden elkaar gedurende het equivalent van twee Aardse uren en in plaats van daarna uitgeput te zijn voelden wij ons verjongd. De daad van het omhelzen vond meestal plaats in een bassin gevuld met een warme vloeistof. Het bassin bevond zich in het midden van de grootste kamer van iedere suite en was het equivalent van een Aardse woonkamer. Aangezien de inwoners geen familie hebben gebruiken de gasten de bassins tijdens ieder bezoek.
Er was niets taboe aangaande de daad van het omhelzen, wat overal gebruikelijk was in openbare gelegenheden waar de mensen bijeenkomen. De aantrekkingskracht om lichamelijk contact met anderen te hebben verving alle andere verlangens. Als het twee mensen overkwam, stopten ze met wat zij deden en stapten in ieder beschikbaar bassin in hun omgeving. Bassins met warme vloeistof waren voor dat enige doel overal in de stad kant-en-klaar beschikbaar. Toga’s zijn de gemeenschappelijke kledij en zijn van een lichtgewicht stof gemaakt die nooit hoeft te worden gewassen. Het is in feite zo dat zij geen wasmachines hebben omdat alles zelfreinigend is. Er waren toga’s in een variëteit aan kleuren, maar enkel in twee maten, een mannelijke en vrouwelijke versie. Ik had er een aantal in mijn kast hangen, maar ik weet niet meer hoe zij daar gekomen zijn. Misschien behoorden zij bij het appartement. Vrouwelijke toga’s waren duidelijk vrouwelijk en ware versierd met franje en koorden, terwijl de mannelijke versie heel eenvoudig was.
Behalve sandalen en riemen was er geen andere kledij of accessoires zoals onderkleding, truien en jassen. Toga’s hadden geen ander doel dan uiterlijke verschijning. Naaktheid of het verbergen van het lichaam was niet de reden voor het dragen van kleding en ook niet nodig voor de temperatuur die altijd aangenaam was. De inwoners van die stad leken op Aardse mensen, maar hun lichamen hadden geen functionele geslachtsdelen en lichaamshaar. Het vrouwelijke lichaam was tenger en schattig, met kleine borsten. Het mannelijke lichaam was groter en goed gevormd.
Zwaarlijvigheid was genetisch onmogelijk. Maar de mensen waren geen copies van elkaar. De lichamen en persoonlijkheden zijn uniek zoals zij dat ook bij mensen op de Aarde zijn.
Neppti vertelde mij dat Belii zwanger was van een meisje en dat ze over twee Aardse maanden zou bevallen. Neppti zei dat zij de baby van Belii zou binnentreden, zodat ze een week na de geboorte haar kind zou worden.
Belii zou worden ontvoerd en haar menselijke foetus zou worden gemodificeerd of worden omgeruild met een foetus die geschikt was voor het hogere energieveld van Neppti. Ik vertelde Neppti dat ik verkoos om meer dan een week te wachten met het binnentreden bij een pasgeborene omdat de ogen dan beter waren ontwikkeld en scherper konden zien. Het is al een behoorlijke tijd geleden dat ik op de Aarde was geweest. De Aarde is nu op een hoger niveau dan het was toen ik daar de laatste keer was. Het was dus daarom misschien niet zo erg wanneer men bij de baby binnentreed. Neppti was het daarmee eens.
"Je weet dat er veel projecten zijn die moeten worden vervuld. Waarom doe je niet mee en neem er ook één, vroeg zij mij.

"Er is één bijzondere opdracht waar ik al een tijdje een oogje op heb, maar omdat ik zoveel genoot om met jou samen te zijn kon ik die sprong nog niet maken. Nu jij toch voor een tijdje naar de Aarde gaat, zou ik het kunnen doen. Maar deze opdracht heeft een onduidelijke einddatum, dus het kan over vijftig Aardse jaren stoppen maar ook meer. Ik heb het overwogen omdat de kans groot is dat het parallel loopt met die van jou. En het mooiste van alles is dat er een goede kans bestaat dat het naar dezelfde plaats zal leiden als die waar jij na de opdracht op de Aarde heen zal gaan. Anders zou ik het niet doen".
Neppti herinnerde mij eraan, "dat de Aarde een hoog aantal retourzendingen heeft ontvangen vanuit de Eerste en Tweede Wereldoorlog en een reusachtige instroom heeft van onwenselijke vanuit twee andere sterrensystemen. Dus dit zullen zoals je weet geen gemakkelijke opdrachten zijn".
Op dat moment blokkeerde Milton de rest van mijn herinneringen en knalde mij terug naar het heden. "Milton, waarom heb je mijn herinneringen onderbroken? Ik genoot enorm van het terughalen van die herinneringen over mijn verleden op deze plaats".
"Jouw opdracht is nog niet af, en het kan gemakkelijk in gevaar worden gebracht indien ik je meer details van jouw voormalig leven hier zou toestaan. Ik heb je wat laten zien omdat je de weg kwijt was. Wij hopen dat een aantal van de dingen die je vandaag hebt geleerd dat zal herstellen".
"Zal ik Neppti opnieuw zien"?
"Wij zullen het daar later nog over hebben".
"Het is verbazingwekkend hoeveel het menselijke brein van het verleden blokkeert, en dat het verleden toch geheel in ons geheugen blijft. Mijn verstand kwam bijna tot stilstand door de grote hoeveelheid herinneringen en informatie die in mijn bewuste geest naar boven kwam van deze plaats.
Er is zo veel meer aangaande het bestaan, maar toch hebben mensen daar geen enkel idee van. Hoe kunnen mensen nou geloven dat zij op de Aarde zijn ontstaan vanuit oeroud zeeschuim?
Hoe kan dat, Milton"?
"Jij weet de antwoorden op al die vragen, maar terwijl jij in jouw menselijk brein zit opgesloten ben je beperkt aangaande wat voor informatie je kunt verwerken zonder externe hulp van mij."
"Kan je mij in het kort een overzicht geven van waar het op de Aarde allemaal om draait? Ik ben een beetje in de war sinds mijn kennisbasis van mij is afgesneden, zoals jij zo stekelig opmerkte. Het lijkt er alleen maar op dat mensen een oneerlijke overeenkomst hebben aangaande kennis en hun plaats in dit reusachtige Melkweg sterrenstelsel".
"Dat soort kennis zou het doel van het leven op de Aarde kunnen verstoren. Daarom zijn mensen zoals jij terwijl je op de Aarde bent beperkt tot de hoeveelheid informatie waar jij toegang toe hebt. Echter, wij deblokkeren wat meer informatie bij jou, zodat jij wat hints kunt geven aan een kleine minderheid die klaar zijn om een grotere kijk op het leven te accepteren.
Nog steeds zijn de meeste mensen niet voorbereid, noch hebben zij deze informatie nodig, omdat niet alle mensen op de Aarde een doel hebben. Noch hebben mensen dezelfde begripsniveaus.
In plaats daarvan bevinden zij zich op vele niveaus van "onbegrip" en verwarring. Veel mensen blijven gevangengezet op de Aarde als misdadigers.
Hun zielen werden vanuit andere planeten en vanuit andere zonnestelsels naar de Aarde gestuurd om daar tijd uit te dienen. Sommige zijn retourzendingen van de Aarde zelf, misdadigers van vorige levens op de Aarde die opnieuw gereïncarneerd zijn op de gevangenis Aarde. Deze mensen zijn niet op de Aarde om daar ook maar iets te leren, maar zijn daar enkel om een harde of mildere tijd uit te dienen, wat afhangt van hun misdaden. Planeten zoals de Aarde zijn er ook om door middel van ervaringen te leren, zowel goede als slechte ervaringen, die zijn ontworpen om de waarde van een ziel te testen en het goede van het kwade te scheiden, de zwakke van de sterke. Niet alle mensen op de Aarde zijn daar om te leren of te worden bestraft. Sommige zielen zijn op vakantie. Talrijke entiteiten, zowel menselijke als niet menselijke gaan alleen maar naar de Aarde voor het genoegen. De mensen die op vakantie zijn op de Aarde zijn daar om zichzelf te amuseren en zullen er gedurende hun levens weinig problemen ervaren. Hun vakantie hebben ze verdiend in voorgaande levens en situaties. Enkele van de vakantiegangers weten wie zij zijn. De rest gelooft dat ze mensen zijn die enorm veel geluk hebben gehad".

BUITENAARDSE SAMENZWERING

De verhoorder liep de kamer binnen. Ik ging rechtop in mijn stoel zitten in de verwachting het goede nieuws te horen dat ik zou worden vrijgelaten en te worden toegestaan om van de rest van mijn verblijf in die fantastische stad te mogen gaan genieten. Ik had een nieuwe appreciatie voor de mensen van Uranus, en nu ik mij kon herinneren dat ik één van hen was geweest gaf mij dat een goed gevoel.
Echter, de dingen gingen niet zo als dat ik verwachtte.
"Mike, wij hebben reden om te geloven dat jou aanwezigheid op Uranus meer te maken heeft met menselijke nieuwsgierigheid dan een door mazzel verkregen ET joyride. Ik weet zeker dat jij je bewust bent dat wij een menselijke kolonie in onze stad hebben die in quarantaine word gehouden, is dat niet zo"?
"Ik nam aan dat er mensen in jullie steden zijn als gasten of toeristen. Suggereer jij nu dat er andere redenen zijn waarom zij hier zijn"?
"Er zijn er hier zeer weinig als toeristen wegens de problemen die ik al eerder vermeldde. Mensen zijn dragers van bacteriën en zijn in onze stad niet toegestaan. Mensen hebben hun eigen stadsdeel dat wij voor hen hebben gecreëerd. Ik geef geen enkele aanwijzing over waarom wij menselijke kolonies hier hebben. Die informatie is vertrouwelijk en gaat je niets aan".
"Hoe kan een beschaving zo geavanceerd als die van jullie geen oplossing hebben voor die bacteriën"?
"Wij hebben er een oplossing voor. Wij hebben het ontworpen voor het menselijke spijsverteringskanaal en hebben de bacterie op de Aarde en in enkele andere mensenkolonies die verspreid zijn in het Zonnestelsel geïsoleerd, inclusief hier op Uranus. Niettemin hebben wij een noodplan voor onvoorziene gebeurtenissen, maar niet voor zwervers zoals jij die vanaf de Aarde komen met behulp van bovennatuurlijke middelen voor redenen die zelfs wij niet helemaal begrijpen. Daarom hebben wij programma’s geïnstalleerd die zich bezig houden met ontvoerden die het protocol en onze beveiliging hebben doorbroken.
"Dus Einstein had het verkeerd? —— God gooit met dobbelstenen en het is allemaal één groot dobbelspel"?
"Ik weet niets van God of dobbelstenen, maar er zijn vele variabelen in dit sterrenstelsel. Dat jij bijvoorbeeld hier bent is één van hen. Het had niet mogen gebeuren en is ongewenst.
"Er zijn mij wat herinneringen van mijn vorig bestaan op Uranus getoond. Ben ik dan niet één van jullie"?
"Dat is informatie die niet aan jou gegeven had mogen worden. Indien dat wat jij zegt waar is, heeft er een ernstige breuk van gehoorzaamheid plaatsgevonden". De verhoorder verliet de kamer, mij verbijsterd achterlatend. Ik was weer terug bij het beginpunt betreffende mijn vreselijke situatie.
"Milton, hebt jij mij in een intergalactische samenzwering betrokken"?
"Het leven is over het algemeen een samenzwering, Michael. Er bevindt zich een grote groep mensen op Uranus die helaas jouw bijzondere situatie gecompliceerd heeft gemaakt. Ik werk er aan".
"Kan je mij niet gewoon ontvoeren van Uranus zoals je deed toen je mij vanaf de Aarde meenam"?
"De mensen van Uranus zijn zeer geavanceerd en kunnen mijn schip detecteren en bemachtigen en mij gevangennemen als zij erachter zouden komen dat jij door mij in hun stad bent. Zij kunnen jouw telepathische communicatie met mij volgen, maar zij kunnen mijn geest niet binnendringen. Dus herhaal niets meer van wat ik tegen je zeg".
"Geweldig! Ik sta op en ga voor een eenvoudige wandeling naar het park vanmorgen en nu ik ben betrokken in een buitenaardse intrige".
De deur ging open en een androïde kwam de kamer binnen. Het scande mij met een lichtbundel die vanuit zijn hand straalde en verklaarde dat mijn darmen verzegeld bleven. Daarom heb ik geen beschermingspak nodig voordat hij mij uit die kamer meeneemt.
"Fantastisch! Ik zal die informatie in mijn CV zetten".
De androïde zei, "Volg mij en probeer niet weg te lopen of te ontsnappen. Als je dat doet, zal ik je vangen en jou in een gevangeniscel plaatsen waar je voor een lange tijd zult moeten blijven". "Betekent dat, dat ik niet vrij ben om naar de Aarde terug te gaan"?
"Ik heb geen antwoorden voor jou. Het is mij opgedragen om jou naar een andere locatie in de stad te brengen". De androïde nam mij mee naar een lift en wij gingen naar binnen. Wij waren op één van de bovenste etages van de stad, op enkele kilometers hoogte. De androïde nam mij mee tot enkele etages onder het oppervlak van de stad. De lift daalde zeer snel met een snelheid van een aantal keer die van een vrije val. Ik keek naar een display die de etages toonde die wij passeerde. En toch voelde ik niet de zintuiglijke waarneming van beweging. Er ging slechts een moment voorbij voordat de lift zijn bestemming bereikte en de androïde en ik uitstapte.

METROPOOL ONDER DE BUISSTAD

De androïde liep weg mij alleen latend in de ondergrondse stad. Menslijkende mannen liepen mij voorbij en staarden naar mij alsof ik een wangedrocht of een vreemde anomalie was. Toen kwamen er enkele van hen naar mij toe, raakten mij aan, en porden mij alsof zij niet konden geloven in wat zij zagen. Toen begon één van hen met mij te praten.
"Je lijkt sprekend op een mens. Kom je van de Aarde? Spreek je Engels"?
"Ik kom van de Aarde en spreek klaarblijkelijk Engels," antwoordde ik.
"Jij kwam uit die lift. Maar het is voor mensen verboden om in die stad te zijn. En toch ben jij in die stad geweest, zo wie ben jij? En hoe ben jij die stad binnengekomen als je een mens bent"?
Iedereen in de menigte keek aandachtig naar mij, wachtend op mijn antwoord. Ik wist niet precies hoe ik moest antwoorden aangezien ik niet wist wat ik zou mocht onthullen aan vreemdelingen. Ik was in een godverloochende plaats die zich bevond in het binnenste van een reusachtige gasplaneet meer dan één miljard kilometer van de Aarde met een paar vreemde mensen die vragen aan mij stelden.
Het kon niet gekker worden dan dat! Ik besloot om de antwoorden op zijn vragen te vermijden. In plaats daarvan, stelde ik mijn eigen vragen.
"Vertel mij eerst wat mensen op Uranus doen omdat het merendeel van de mensen op de Aarde amper geloven dat wij naar de maan van de Aarde zijn geweest"?
Zij keken elkaar aan niet zeker te weten wat zij mij zouden kunnen toevertrouwen aangezien zij niet wisten wie of wat ik was. Toen was er een andere man die vanachter de menigte begon te spreken.
"Ik wed dat jij hongerig bent”?
"Zij hebben mij wat wafels gegeven in de stad hierboven en vertelden mij dat het mensen niet is toegestaan om normaal voedsel te eten wegens de bacteriën in ons spijsverteringsysteem. Ik ben niet hongerig, maar bedoel je te zeggen dat je hier beneden normaal menselijk voedsel kunt eten"?
"Je kunt hier alles eten wat je wilt. Ik heb nog nooit eerder gehoord dat bacteriën een probleem kunnen zijn. Iemand van jullie jongens"?
Iedereen schudde zijn hoofd om aan te geven dat zij zich niet bewust waren van zo'n regel, terwijl zij hun starende blik standvastig op mij gericht hielden. De man die mij vroeg of ik hongerig was stelde zich voor als Joe. Hij vroeg de anderen om hun weg te vervolgen zodat hij mij onder vier ogen zou kunnen ondervragen. De menigte die nog steeds nieuwsgierig was begon zich te verspreiden, en een aantal die nog met elkaar spraken liepen weg terwijl zij nog steeds naar Joe en mij keken.
Joe zei, "Laten we ergens heen gaan waar wij rustig kunnen praten zonder een menigte aan te trekken. Er is wat verder op een kroeg, volg mij maar".
Het gebied waar wij ons in bevonden leek op een verwaarloosd winkel en vermaakcentrum waar winkels met basisgoederen en vermaak voor volwassenen de weinige etalages domineerden. Joe en ik liepen langs twee winkelblokken en gingen een kroeg binnen. Het was een bar die er uitzag als die voor landarbeiders in de zuidelijke staten van Amerika met een schaarse keuze aan alcoholflessen op glazen platen achter een wat op een van synthetisch materiaal gemaakte mahoniehouten bar leek. Het zag eruit en voelde zoals een rauwe ouderwetse cowboybar. De bar leek niet op een moderne drink of eetgelegenheid.
Er was een antieke jukebox, er stonden krukken voor de bar, enkele tafels met bankjes en een verwaarloosde poeltafel met dozen er op gestapeld. Er was geen barkeeper en bedienden, maar de oude jukebox speelde liedjes van Sinatra!
Op de één of andere manier leek dat vreemder te zijn dan om meer dan één miljard kilometer van de Aarde verwijderd te zijn.
Joe en ik zaten aan één van de tafels toen er een androïde binnenkwam vanuit een achterkamer en overhandigde ons een menukaart. Ik nam er één aan uit nieuwsgierigheid en keek het door terwijl Joe een biertje bestelde. Ik vroeg nergens om omdat mijn ontlastingsysteem was afgesloten en ik niet wist wat voor een effect voedsel en drank op mij zou hebben. Bovendien was ik niet zo zeker van Joe, die er uitzag als iemand uit een gangsterfilm van James Cagney. Voor zover ik wist, was deze plaats een gevangeniskolonie onder de stad waar ik in was gedumpt omdat de machten daarboven niet wisten wat zij met mij moesten doen. Ik probeerde de stemming er in te houden om mijn ongerustheid te verbergen voor Joe en de andere mannen die ons naar de bar waren gevolgd maar buiten bleven staan. De menu’s op de kaart verrasten mij en ik flapte eruit,
"Hamburgers en Vis! Jullie gaan mij toch niet vertellen dat jullie koeien en oceanen hierboven hebben"?
"Een gedeelte van ons voedsel komt van de Aarde en andere plaatsen in het Zonnestelsel. Ons voedsel wordt speciaal verwerkt en verpakt, en wij ontvangen tweemaal per week een zending”.
"Wat de hel doen mensen zo wie zo op Uranus? En hoe is het mogelijk om die afstand vanaf de Aarde te reizen"?
"Daar jij dat soort vragen aan mij stelt, ik kan ze niet beantwoorden. De belangrijke vragen voor mij zijn: Wie ben jij? Hoe ben je hier gekomen Mike, en waarom"?
"Een Buitenaardse bracht mij naar Uranus en op de één of andere manier kwam ik door de bureaucratische mazen naar binnen".
"Verdraaid, dat is hoe sommige van ons hier ook terecht zijn gekomen. Wij noemen het de ET express. Maar dat via die bureaucratische mazen hier binnen te zijn gekomen klopt volgens mij niet. Die wezens daarboven laten geen mensen binnenkomen ‘via bureaucratische mazen'. Er is zeker iets anders aan de hand, maar laten we daar op dit moment maar niet moeilijk over doen. Er zijn enkele duizenden mensen op deze planeet, maar ik kan je niet het juiste aantal geven omdat niemand precies weet hoeveel het er zijn. Er zijn geheime operaties binnen geheime operaties. En om het dan nog ingewikkelder te maken verschijn jij opeens hier. Er is ons verteld dat geen enkel mens de stad kan binnenkomen waar jij in bent geweest. En toch kwam jij uit die lift. Er is geen man of vrouw hier die niet hun rechter arm zouden willen opofferen om te kunnen zien wat jij in die stad hebt gezien.
Dus, wat kan jij mij over die stad boven ons vertellen”?
"Het is wat voor jouw Utopia zou zijn. De inwoners leven er voortreffelijke en ongecompliceerde levens, in tegenstelling tot mensen op de Aarde waar wij er maar niet achter lijken te kunnen komen wat de werkelijke betekenis van het leven is. De stad is verstoken van alle problemen die de mensheid op de Aarde teisteren en ik neem aan ook hier. Het lijkt erop dat deze mensen alle antwoorden weten die de mensen op de Aarde ontgaan, of in ieder geval bij de meesten. Veel van de technologie op de Aarde komt van hen, als je dat geloven kan".
"Ik kan dat geloven! Al onze benodigdheden, de androïden en de steden die wij mensen bewonen werden gemaakt en aan ons gegeven door de inwoners van de stad boven ons. Wij hebben echter geen rechtstreeks contact met hen. Wij communiceren via de androïden, maar de androïden vertellen ons niets over hun meesters. Desondanks nemen wij deel aan de bouw van een satellietstad die zich in een baan om Uranus bevindt. Het is hoofdzakelijk een leerervaring voor ons. Alles hier is een leerervaring”.
"Hoe werd jij voor deze taak uitgekozen, Joe? Heb jij je vrijwillig aangeboden om hier te zijn?
Mensen van de Aarde geven niet ineens alles op en verdwijnen zomaar als zij familie en vrienden hebben, toch? Of ben jij hier geboren"?
"Ik ben hier niet geboren, hoewel, sommige die jij eerder hebt ontmoet zijn van hier en andere plaatsen en planeten dan de Aarde. In ieder geval verdwijnen er ieder jaar duizenden mensen vanuit steden rond de hele wereld op de Aarde zonder enig spoor achter te laten. Zij gaven mij die statistieken toen zij mij voor deze taak vele jaren geleden benaderden. Ik was een officier bij de speciale eenheden en was in Vietnam gestationeerd toen mijn commandant mij het aanbod deed om hier naar toe te gaan. Mijn grootouders die kort nadat ik in het leger was gegaan allebei overleden, hebben mij opgevoed. En zover ik het weet, ben ik enigs kind. Ik heb mijn vader en mijn moeder nooit gekend en ik heb geen vrouw of kinderen gehad. Mijn commandant vroeg mij of ik mij zou willen vestigen op een andere planeet in dit Zonnestelsel. Het duurde een tijdje voordat ik besefte dat hij geen grapje maakte en nam het aanbod aan.
Toen ik dat had gedaan namen zij mij weg tijdens een vuurgevecht waar mijn peloton op een routine patrouille bij betrokken raakte. Ik werd na die gevechtsoperatie als vermist in actie opgegeven en het volgende waar ik mij bewust van werd was dat ik mij op een ruimteschip naar Uranus bevond. Over een verbijsterende ervaring gesproken. Ik ben verschillende keren naar de Aarde teruggekeerd onder een nieuwe identiteit. Ik behaalde mijn doctorsgraad in sociologie bij een prestigieuze universiteit waar ik als een buitenlandse student stond ingeschreven".
Ik zat met mijn rug naar de voordeur gekeerd naar Joe te luisteren, afgeleid door zijn geweldige verhaal. Toen liep één van de mannen die mij eerder had tegengehouden toen ik voor het eerst uit de lift stapte de kroeg binnen. De man keek naar Joe om toestemming te krijgen om naar onze tafel te mogen komen. Ik keek vluchtig achterom en zag hem, maar dacht er verder niet bij na, in de veronderstelling verkerend dat hij bij ons kwam zitten voor een drankje.
Ik draaide mijn hoofd terug en keek weer naar Joe toen de man naar mij toeliep en mij een dreun op mijn hoofd gaf met een ploertendoder. Ik stortte op de vloer alsof ik in mijn hoofd geschoten was. Toen droegen de twee mannen mijn bewegingsloze lichaam een vrachtlift in die zich aan de achterkant van de kroeg bevond.
(Ik weet deze details omdat Milton dit mij later vertelde) Milton vertelde mij dat de lift enkele etages naar beneden ging en stopte. Joe en die andere kerel trokken mijn lichaam uit de lift, sleepten mij er enkele meters bij vandaan en lieten mij in elkaar gezakt op de vloer liggen. Toen keerden zij terug naar de lift en gingen weer naar boven. Er gingen enkele minuten voorbij voordat ik mijn bewustzijn terugwon.
Ik ontwaakte met een enorme hoofdpijn en er zat wat bloed op de achterkant van mijn hemd en hals. Ik voelde op de achterkant van mijn hoofd en besefte dat ik op een verschrikkelijke manier te pakken was genomen en vermoedelijk achtergelaten om te sterven. Ik dacht dat ze mij misschien in mijn hoofd hadden geschoten en raakte bijna door aan dat scenario te denken in een shock. Maar het bloeden was gestopt en zo te voelen leek het er niet op dat er een gat in mijn schedel zat. Maar er zat wel een pijnlijke bult. Ik keek in het rond, nog steeds een beetje bedwelmd en niet wetend waar ik was. Het duurde niet zo lang totdat ik mij herinnerde dat ik niet op de Aarde was, maar mij in een hele vreemde omgeving bevond. Toen ik mijn denkvermogen weer terug kreeg, vroeg ik mij af of er ook maar iemand in het Zonnestelsel was die ik kon vertrouwen. Ik verzamelde de kracht om op te staan en ik wankelde een beetje voordat ik volledig rechtop stond. Ik bevond mij in een reusachtige grotachtige plek dat op een opslagplaats leek die vol stond met vreemd uitziende containers. Het leek alsof die installatie, of machinerie, doorliep tot in het oneindige. De reusachtige opslagplaats werd verlicht met kunstmatig daglicht, net zoals dat gebeurde in de zich hierboven bevindende stad. Het gebied leek totaal verlaten. Er waren geen geluiden of tekenen van mechanische of biologische wezens. Ik was alleen, en ik voelde mij alleen tot in het binnenste van mijn ziel. Dat was een vreselijk gevoel.
Er waren overal rijen na rijen van vermoedelijk grote machines die opgeborgen waren in gladde metalen omhullingen. Wat zij dan ook waren, machines of iets anders, zij leken geen enkel geluid te produceren of te trillen zoals machines op de Aarde doen. Er hing een pijnlijke stilte in de lucht en het leek alsof ik de enige levende man in het heelal was.
Ik voelde mij verlaten en zonk weg in een diepe depressie.
Ik keek naar mijn horloge en het was pas 19:00 uur Aardse tijd. Ik kon niet geloven dat het nog steeds dezelfde dag was. Deze vreemde avontuurlijke reis waar ik mij in bevond verliep kennelijk heel langzaam. Ik was er echter niet van overtuigd dat mijn horloge werkte omdat het leek alsof ik minstens al twee of drie dagen van de Aarde weg was, indien niet langer.
"Milton, kun je mij horen? Ik ben al dit vreselijke gedoe meer dan zat.
Wat is het motief achter al deze klerezooi van intriges en geheimhouding? Het maakt mij geen moer uit dat er zich mensen op deze stinkende planeet bevinden! Het maakt mij ook geen moer uit dat er ander intelligent leven dan mensen bestaan. Geef mij mijn normale, klote leven terug"!
Milton gaf geen antwoord. Ik speculeerde dat misschien de plaats, of de ruimte waarin ik mij bevond, de telepathie van Milton blokkeerde. Dat was zenuwslopend aangezien hij mijn enige schakel terug naar de Aarde was. Ik ging terug naar de lift waarvan ik veronderstelde van waaruit zij mij hadden gedumpt. Ik wilde er weer mee terug naar boven gaan, maar er waren geen knoppen. De liften leken te werken op een manier die mij onbekend was. De stress putte mij uit. Ik was nu hongerig, dorstig en zo kwaad dat ik niet meer goed kon nadenken. Niet te weten wat er aan de hand was en helemaal niet in staat zijn om er iets aan te kunnen doen ergerde mij mateloos.
Het suikerglazuur op de cake was het feit dat de sukkels het lef hadden gehad om mijn darmen af te sluiten zonder aan mij instructies te geven over wat ik moest doen in zo’n vreemde toestand als waarin ik mij nu bevond. Ik wist zelfs niet eens of ik een rat zou kunnen eten zonder dat ik interne schade aan mijn lichaamsorganen zou oplopen. Ik moest nodig plassen en aangezien er geen toiletten waren plaste ik maar tegen de liftdeur.
"Wat is dit een idiote dag geworden"! Ik schreeuwde het met een wanhopige stem uit terwijl ik voor de lift stond en hard op de deur bonkte. Toen ik de nutteloosheid besefte van het schreeuwen voor die liftdeur draaide ik mij om en liep de grot in op zoek naar een andere uitweg. Het leek alsof de grot eindeloos was. Er liepen grote buizen en leidingen langs de hoge plafonds, maar die waren niet aangesloten op de grote machines op de grond. De machines of wat het dan ook waren, kwamen bedreigend over door hun geluidloze en monolithische angstaanjagendheid. Ik liep om ze heen en probeerde er achter te komen wat ze konden zijn. Zij hadden geen merktekens en gaven hun geheimen niet prijs. Terwijl de tijd langzaam voortduurde en ik weinig kans had om een weg uit die grot te vinden, kwamen er afschuwelijke beelden in mijn gedachte van grote Buitenaardse cocons in plaats van machinerie, ik was mijzelf helemaal gek aan het maken. Ik liep gedurende veertig minuten in één richting en zag geen enkel teken van mensen, androïds of ratten. Honger doet rare dingen met de menselijke geest en als ik een rat zou zien, zou ik geprobeerd hebben die te vangen en op te eten. Ik moest er niet aan denken wat ik zou doen als ik langer dan een dag zonder echt voedsel zou zijn. Voor zo ver als ik kon zien bevatte die ruimte kopie na kopie van geruisloze ingekapselde apparaten en eindeloze rijen van buizen en leidingwerk erboven.
Vermoedelijk dienden die cocons op de een of andere manier de wereld daarboven.
De vloer van de grot was solide, gemaakt van een glad materiaal dat op beton lijkt, maar net zo zwart als asfalt. De wanden en het plafond waren grijs en leken te zijn gemaakt van hetzelfde betonlijkende materiaal. De hoogte van de vloer tot aan het plafond was ongeveer vijftien meter. De grot was niet zoals een rechte en smalle gang. Het was meer zoals een reusachtige ondergrondse mijn, met dikke steunpilaren die onderling een gelijke tussenruimte hadden van 90 meter. Na ongeveer één uur van zinloze verwondering merkte ik iets op in de verte van de grot dat zich naar mij toe bewoog. Het was een of ander voertuig en het had een hoge snelheid. Het leek alsof het voertuig mij zou gaan raken, dus liep ik weg van de plaats waarvan ik dacht dat het zou langskomen. Maar nadat ik dat had gedaan, corrigeerde het voertuig zich op een intelligente manier naar mijn nieuwe positie. Ik kon het ding niet ontlopen en het leek erop dat ik het ook niet zou kunnen ontwijken. Ik wendde mij er van af en zette mij schrap voor de botsing, in de verwachting te worden doodgereden. Verbazingwekkend genoeg verscheen het voertuig pal voor mij en raakte mij bijna aan, maar tot mijn opluchting stopte het op slag. Vreemd genoeg vloog de androïde die het bestuurde er niet van af, zoals men dat van zo'n plotselinge stop zou verwachten. Mijn voorzichtige schatting was dat het voertuig zich verplaatste met een snelheid van meer dan 250 Km per uur. Kinetische energie en traagheid leken niet te bestaan voor deze technologische werelden.
"Met wat voor soort van fysica werken deze mensen" vroeg ik mij af. Het voertuig was een soort tweepersoons hovercraft zonder een dak en het leek op een torpedo.
De Androïde zei mij in te stappen. Ik sprong op de achterbank en het voertuig schoot weg als een schot. In plaats van om met een bocht om te keren ging het voertuig op dezelfde manier terug als dat het hier naartoe was gekomen en nam zeer vlug in snelheid toe. Toen het toestel naderbij kwam keek de androïde naar voren, maar nu keek hij naar achteren. Toen draaide de stoel van de androïde zich om en nu keek hij weer naar voren. Mijn stoel draaide tegelijkertijd met die van hem en nu keek ook ik recht naar voren. Er zat geen windscherm aan de voor of achterkant, maar toch was er ondanks dat wij met een zeer hoge snelheid reisden geen wind die tegen mijn gezicht blaast. De kilometers van ingekapselde machinerie, zoals telefoonpalen langs een hoofdweg, werden wazig ten gevolge van de snelheid die wij hadden. Het vreemde voertuig had geen stuurmechanisme of andere zichtbare bedieningsknoppen. Het leek alsof het helemaal door het computerbrein van de androïde werd bestuurd. Ik stelde de androïde geen vragen omdat ik wist van voorbije ontmoetingen dat androïden nooit nuttige informatie meedeelden. Na een bepaalde afstand te hebben gereisd, naderde het voertuig wat leek een solide wand te zijn. De androïde remde niet af en vloog met een halsbrekende snelheid richting de wand. Ik sloot mijn ogen en zette me schrap voor de inslag. Op het allerlaatste moment verscheen er een opening in de wand waar het voertuig als een kogel doorheen schoot. Toen sloot de opening zich onmiddellijk achter ons. Het openen en sluiten was zoals het sluitermechanisme in een fototoestel, sneller dan een oogopslag. Ik bevond mij diep in het hol van de leeuw.

Als wij in staat zouden zijn om ons hoofd door het gordijn van het bestaan te steken, zullen wij in eerste instantie niets begrijpen, maar daarna vervuld zijn van ontzag.

Hoofdstuk 8

MENSENSTAD

Wij gingen een bruisende, futuristische stad binnen die door mensen (volgens mijn androïde gids) word bewoond. Het voertuig vervolgde zijn tocht door de straten van de stad die vol stonden met dezelfde type voertuigen, en die ook door androïden werden bestuurd. Geen stoplichten of tekens bij de stadskruisingen, maar er gingen voertuigen dwars door kruisend verkeer in perfecte synchronisatie zonder te vertragen of te stoppen. Het duurde even voordat ik niet meer ineenkromp bij iedere kruising die wij naderde. De stad met zijn grote gebouwen was ondergronds in de zin van dat het zich onder de buisstad bevond. De stad erboven was zichtbaar door het atriumplafond dat zich boven de mensenstad bevond alsof de stad (de mensen stad) zich in een reusachtig aquarium bevond. Kunstmatig licht scheen net zo helder in de mensenstad als de Zon. De kunstmatige lichtstralen die mijn huid raakte voelde net zo aan als dat zij van onze Zon kwamen. Het was een mooie zonnige dag onder een wolkendek van enkele kilometers op een planeet die nauwelijks enig Zonlicht ontving.
De metropool was reusachtig, en qua verschijning totaal verschillend dan de steden erboven. De stad voelde menselijk aan en leek er op, uitgezonderd de androïden en het vreemde voortstuwingsysteem van de voertuigen. Veel van de architectuur en indeling van de straten was identiek aan die van de steden op de Aarde, maar alles leek hier heel anders te werken.
De androïde gaf mij een rondreis door de stad zonder dat ik er om had gevraagd. Er waren torenflats, kantoorgebouwen en zelfs een stadswijk op de rand van de stad. Zij hadden de gebruikelijke voorzieningen van iedere metropool: scholen, ziekenhuizen, parken en een gevangenis. De gevangenis was niet verrassend aangezien een paar schurken mij al eerder hadden aangevallen. Ik was er niet zeker van of dat die schurken tot die stad behoorden of deel uitmaakte van een geheime operatie van mensen die op Uranus plaatsvond.
De androïde las in mijn gedachte dat ik hongerig was en bood mij een paar crackers aan.
"Ik ben niet gemachtigd om je menselijk voedsel en drank te geven, maar ik kan je wel wat wafels geven en een speciale vloeistof om te drinken. Zou jij die willen hebben"?
"Ja, dat wil ik, dank u. Tussen twee haakjes, neem je mij ergens in het bijzonder mee naar toe in deze stad of ben je enkel wat tijd aan het rekken voordat je mij vermoord"? "Ik rek alleen wat tijd totdat ik verdere instructies ontvang. Is er iets waar je naar toe zou willen gaan en wilt zien terwijl je hier bent of iets dat je zou willen doen"?
"Ik zou graag als het mag een wandeling in dat park willen maken dat wij passeerden toen wij de eerste keer in deze stad kwamen".
Ik had meer dan een uur gewandeld toen de androïde mij kwam halen, maar ik was gewend om iedere dag twee uur te wandelen. Het was voor mij de manier om mij te ontspannen. Ik had het nodig om in het park te ontspannen na mijn beproeving en ik verwachtte ook nog dat de dingen nog erger zouden kunnen worden voordat zij beter werden. De androïde nam bracht mij meteen mee naar een andere plek in het park. Het voertuig was in staat te vliegen zonder gebruik te maken van vleugels. De androïde parkeerde het voertuig op het parkeerterrein bij een natuurpad en liet mij gaan.
"Ik blijf hier en kom je halen op het moment dat ik te horen heb gekregen om je ergens naar toe te brengen," zei de androïde.
"Maak geen haast", zei ik tegen hem.
Er waren mannen en vrouwen met kinderwagens en mensen die fietsten, wandelden en aan het joggen waren, net zoals in het park in mijn buurt die ochtend. Voor een moment had ik het idee dat ik terug op de Aarde was. Echter, het parkeerterrein stond vol met vreemd lijkende voertuigen, die door robots bestuurd werden. Dat was een grimmige herinnering die ik niet meer in Kansas was.
Dat park had bomen bijna zo groot zoals de Sequoia in Californië. Het had ook vele soorten insecten die ik nooit eerder had gezien. Het klimaat was tropisch en vele variaties van vegetatie met kleurrijke bloemen en aanlokkelijke geuren grensden aan beide zijden van het wandelpad. Vreemd uitziende insecten gloeiden onder de schaduwen van het bladerdak. Een paar kropen er rondom de vervallen boomstammen die met mos bedekt waren en leken op creaturen met koplampen. Grote fluorescerende gevleugelde vlinders gaven het bos een gevoel van betovering en het hielp mij om wat van de spanningen die zich hadden opgebouwd kwijt te raken. Na ongeveer twintig minuten verscheen de androïde naast mij op een soort tweepersoons fiets en zei mij op te stappen. Ik begon die androïde te mogen, ook al was het slechts een machine zonder emoties en gevoelens voor mij. Wij reden terug naar het parkeerterrein waar de androïde de fiets parkeerde in een fietsenstalling, waarna wij weer op het vliegende voertuig plaatsnamen en het park verlieten.
De androïde nam mij mee naar een kantoorgebouw nabij het midden van de stad en zette mij bij de ingang af. Het overhandigde mij een stuk papier met een kamernummer erop en zei dat ik mij daar moest melden. Ik ging het gebouw binnen, nam de lift tot de vijfde verdieping en vond de kamer met het nummer dat op het stuk papier stond. Ik ging een receptieruimte binnen en liep naar de balie. Er was niemand achter het raam en er zat niemand in de wachtkamer. Ik ging zitten en wachtte. Jammer genoeg waren er geen tijdschriften om te lezen. Ik zou het leuk hebben gevonden om iets over hun cultuur en vreemde levenswijze te kunnen zien. Ik probeerde contact met Milton te krijgen terwijl ik daar duimendraaiend in zenuwachtige verwachting zat.
"Milton, laat mij weten of je mij kunt horen. Ik heb een echtgenote thuis en zij gaat zich afvragen waar de hel ik ben. Kan ik alsjeblieft een berichtje naar haar sturen"? Geen antwoord.
Na ongeveer tien minuten kwam er een vrouw in een laboratoriumgewaad de ontvangstkamer binnen en vroeg mij om met haar mee te komen. Zij leek iets bekends te hebben, maar ik kon niet plaatsen waar ik haar eerder had gezien. Ik volgde haar, we gingen een gang in waar wij langs enkele kamers met medisch uitziende apparatuur liepen, maar ik zag geen dokters of patiënten. Het leek alsof zij en ik de enige waren daar.
"U ziet er bekend uit, kan ik je ergens van vroeg ik haar”.
"Ja, wij hebben elkaar al eens eerder ontmoet".
Zij leidde mij een kamer binnen die op een operatiekamer van een ziekenhuis leek. Zoals de kamer er uitzag en de geur ervan veroorzaakte een knoop in mijn maag en het maakte dat ik mij onbehaaglijk voelde. Zij merkte mijn ongemak en de aarzeling de kamer binnen te gaan op en probeerde mij te kalmeren.
"Probeer je wat te ontspannen, Mike, dit is routine en je hebt het al vele keren eerder gedaan".
"Ik heb geen idee waar je over praat. Indien ik dit vaker heb gedaan, kan ik mij dat niet meer herinneren, dus wees zo vrij om mij te vertellen hoe dat zit”!
"Zoals je vermoedelijk nu wel weet ben je betrokken bij een onzichtbaar genootschap. Een geheim genootschap, en dat moet zo blijven. Wij hebben deze keer een paar probleempjes gehad, en je bent enkel en alleen nog steeds in leven omdat je een verdraaid sterk team hebt dat voor jou welzijn werkt. Die mannen wilden je doden. In plaats daarvan kwam je er vanaf met enkel een bult op je hoofd. Iemand had je communicatie inplant die in jou lichaam zit geblokkeerd en voor een korte tijd hadden wij geen contact meer met jou".
"En hoe hebben jullie mij dan gevonden"?
"Wij activeerden een reserve inplant. Maar omdat zij inplantsignalen kunnen afluisteren, hebben wij gewacht tot het laatste moment en kwamen toen meteen in actie om je te redden". "Zo, er worden dus ook zelfs spelletjes gespeeld op deze hoge niveaus"?
"Dit is niet zo eenvoudig als een spelletje. Dit is zoals het er in werkelijkheid toegaat en dingen kunnen heel snel zeer gecompliceerd worden.
Er ontstaan zo nu en dan problemen.
Menselijke lichamen, die niets meer zijn dan complexe machines, hebben antistoffen om microben en andere indringers te bestrijden. Fysische entiteiten, ongeacht hoe complex en geavanceerd, blijven altijd gevoelig voor virussen.
Bijvoorbeeld, software dat gebruikt word op silicium gebaseerde elektronische computers is ontvankelijk voor virussen en een massa van andere kwalen die door mensen en hoge entiteiten worden veroorzaakt of gecreëerd".
"Is dat waarom Milton niet voortdurend met mij communiceert"?
"Gedeeltelijk. Hij verandert ononderbroken zijn telepathische frequenties om incognito te blijven.
Nou, trek al je kleren uit, Michael en ga met je rug op de tafel liggen, alsjeblieft".
Ik trok al mijn kleren uit ging op de tafel liggen. Twee androïden kwamen de kamer binnen en liepen naar de tafel waar ik op lag. Eén van de androïden pakte mijn armen stevig vast en ketende ze aan de tafel en de andere deed hetzelfde met mijn benen. Zij deden het zo vlug dat ik geen tijd had om te reageren.
"Is dit noodzakelijk? Je maakt me bang, weet je"!
"Ik zei dat jij je moest ontspannen, Michael, en kijk naar het scherm dat zich op de muur bevindt aan jouw rechterkant". Het scherm toonde een perfecte driedimensionale röntgenfoto van mijn buik en een misselijkmakend realistisch beeld van mijn ingewanden. God zij dank verborg onze huid al die niet zo prachtige details binnen in ons lichaam!
Er zaten drie "vreemde" voorwerpen in mijn spijsverteringkanaal.
"Wat de hel doen die dingen in mijn darmen? Jezus Christus, ga je me nou vertellen dat ik niets meer ben dan een koerier voor Buitenaardse smokkelwaar"?
"Jouw lichaam maakt bepaalde enzymen aan en het is een unieke machine die jij bezit, Michael. Dat is gedeeltelijk de reden waarom jij in dit programma van ons zit”.
De androïde die mijn benen vastklemde bediende een sonde [de bekende ontvoering/abduction probe] die vanuit het voeteneind van de chirurgische tafel kwam en bracht het bij mijn anus naar binnen. Ik kronkelde en probeerde mij van de tafel los te trekken, maar dat lukte mij niet. Ik schreeuwde obsceniteiten naar de androïde en voor ik het wist, was de procedure over. Maar mijn woede nam alleen nog maar toe en ik kookte.
"Kijk naar het scherm, Michael. De "vreemde" voorwerpen zijn nu weg. Dat deed toch niet zoveel pijn"?
Ik kon niet onmiddellijk antwoorden zonder eerst meer obsceniteiten te schreeuwen en gaf mij wat tijd om te kalmeren voordat ik op haar reageerde.
"Nee, het heeft niet veel pijn gedaan, maar het hele gedoe is weerzinwekkend—bedankt”!
"Het hoort nu eenmaal bij dit werk, Michael. En buiten dat, ik vond het niet zo weerzinwekkend. Bovendien, het menselijk lichaam is slechts een machine, niet zo veel anders dan de androïden die je vastklemde. Emoties en verlangens zijn programma’s die in het menselijke brein zijn geïnstalleerd, gelijkaardig de software die wij in onze computers laden. Evenzo is jouw ziel een soort van software die in je menselijke geest is geladen en is gekoppeld aan de “bedieningsfuncties” in het menselijke brein. Je kunt de ziel vergelijken met een piloot in de cockpit van een vliegtuig of met jou als je in de bestuurdersplaats van je auto zit. Zielen drukken eenvoudigweg op de knoppen binnenin fysiologische machines (menselijke lichamen) en brengen ze daardoor tot leven.
Jouw ziel, jij, bevind zich als het ware in de controlekamer, en die controlekamer is jouw brein.
De ziel “bestuurd” of wordt “bestuurd” door andere software die mensen emoties noemen. Maar jij bent niet jouw brein of jouw lichaam, ook niet jouw emoties, dat alles is slechts software.
"Ben je nou klaar met het spelen met mijn machine? Of komt er nog meer? Krijg ik ook nog een lading voor de terugreis"?
"Geen lading van mij, maar dat wil niet zeggen dat je leeg naar de Aarde terugkeert. Zij zullen vermoedelijk die herinneringen blokkeren als zij opnieuw voorwerpen in jouw buik of elders in jouw lichaam hebben geplaatst. Ik blokkeer deze herinnering niet omdat Milton mij zei dat intact te laten zodat je het je later wanneer je weer op de Aarde bent kunt herinneren. Terwijl ik je nu nog op de tafel hebt, zou ik wat sperma van je willen onttrekken—via de natuurlijke weg. Heb je daar bezwaar tegen, Michael"?
Niet op mijn antwoord wachtend, kleedde zij zich uit zodat ik haar prachtige lichaam kon zien! Mijn houding veranderde vlug en ik was onmiddellijk onder haar verleidelijk spel.
De androïden maakte mij los en ik bleef op de tafel liggen met mijn armen onder mijn hoofd.
"God, wat ben je mooi zei ik haar”. Ik ging rechtop zitten, pakte haar arm, trok haar bij mij op de tafel en tegelijkertijd zakte de tafel automatisch naar de vloer. Wij rolden van de tafel op een zachte warme vloer, elkaar omhelzend in hartstochtelijke extase. Na de copulatie bleven wij nog een tijdje elkaar omhelzend liggen.
"Heb jij momenteel een partner, vroeg ik haar”. "Ik bedoel, ben je getrouwd of heb je een vaste vriend waar je mee samenwoont"?
"Ik ben niet dat type vrouw, Michael. Ik ben niet het type voor verkering en trouwen. Ik heb een gemodificeerd menselijk lichaam, maar ik ben niet menselijk, noch ben ik beschikbaar, maar bedankt voor het vragen! Ik ben echt niet zoveel anders dan jij, Michael, maar ik denk dat je dat wel weet. Hoeveel je weet, daar ben ik niet zeker van".
"Ik werd toegestaan een korte periode van mijn leven te herinneren in de buisstad die zich boven deze stad bevind. Vanaf daar herinner ik mij dat ik naar de planeet Aarde ging en in het lichaam werd geplaatst waar ik nu in zit. Dat was twee weken nadat het was geboren. Milton brengt mij op de hoogte over andere dingen. En nu ben ik hier met jou waar ik zelfs nog meer en overduidelijk meer stimulerende informatie opdoe"!
"Jouw sperma van deze ontmoeting zal mij in verwachting brengen van een drieling, twee jongens en een meisje. Ik zal de baby’s echter niet voldragen. De embryo's zullen dan uit mijn lichaam worden verwijderd en worden geïmplanteerd in drie andere vrouwen die in deze stad leven. De vrouwen zullen de baby’s laten volgroeien en van ze bevallen als dat het hun eigen kinderen zijn, nooit wetende dat er een omwisseling heeft plaatsgevonden. Jij en ik hebben het leuke en gemakkelijkste deel ervan, is dat niet zo, Michael"?
"Dus ik heb een gemodificeerd menselijk lichaam zoals jij hebt en onze lichamen planten zich achter de scènes voort zonder dat de "echte" mensen dit weten? Zullen mensen deze verborgen wereld waar wij in bestaan ooit te weten komen"?
"Er zijn al wat mensen die in de gaten hebben dat er iets niet in de haak is vanwege de ontvoeringverhalen en de claims van vermiste foetussen en het wegnemen van sperma en eicellen. Maar het grootste deel van de bevolking zal in het donker blijven over wat er echt gebeurt". Zij stond op en hielp mij op. Terwijl zij mijn hand vasthield, leidde zij mij naar een kamer met een ronde en ruime douchecabine. Zij nam mij mee de douchecabine in en waste mij van top tot teen. Ik deed hetzelfde bij haar. Het warme water in de douche maakte het tot een hemelse gelukzaligheid en wij omhelsden elkaar opnieuw en begonnen de liefde nog een keer te bedrijven. Het was alsof wij onder een waterval van een warme bergbeek stonden met veelvoudige douchekoppen die zinnelijke golven van een geurige vloeistof over onze lichamen sproeide.
(Tussen het kussen door vroeg ik) "Moet ik terug naar de Aarde? Zeg me alsjeblieft nee."
"Dit was zo te zeggen een rondje van het huis, Michael, en het wordt door de hogere heren niet geapprecieerd, dus zeg niet tegen Milton dat wij ons nog een tijdje in de douche hebben vermaakt.
Maar ja, je moet terug naar de Aarde. Echter, niet voordat ik helemaal met je klaar ben"!
"Alsjeblieft god, laat haar nooit klaar zijn met mij"! Die opmerking maakte haar aan het lachen en zij kneep in mijn neus en schudde hem zelfs op een speelse manier heen en weer.
Het water in de douche stopte, en voor een paar seconden gloeide de doucheruimte met een zeer helder licht en waren wij onmiddellijk droog. Wij liepen de douche uit terwijl zij mijn hand bleef vasthouden en leidde mij in een aangrenzende kamer. De kamer leek op een keuken. Het had het gebruikelijke keukenbenodigdheden—een koelkast, gootsteen en een ingebouwde kookplaat in een futuristisch uitziend aanrechtblad. Zij nam mij mee naar een stoel die tegen één van de muren in de keuken stond en liet mij gaan zitten. Wij bleven naakt en zij ging naar de koelkast die tegen de tegenovergestelde muur stond op ongeveer vier en een halve meter vanwaar ik zat en pakte er een fles uit met een vreemd uitziende vloeistof. Zij gooide er wat van in een glas en bracht het naar mij.
"Wat is het"? Ik vroeg haar dat uit nieuwsgierigheid, maar met een enigszins bedenkende stem. "Nectar dat is gereserveerd voor de goden. Probeer het, je zult het verrukkelijk vinden"!
"Ik ben een god"?
"Jij was in de douche, Michael," giechelde zij.
Ik nam een slokje van de nectar en sprong uit mijn stoel en was niet in staat om mijn vreugde te onderdrukken vanwege die magische vloeistof.
"WOW..." schreeuwde ik.
Ik nam nog een flinke slok van dat kostbare goedje.
"Dit gaat mij toch geen pijn doen hoop ik? Hoeveel kan ik daarvan drinken"?
"Je kunt ervan drinken zo veel je wilt, Michael. De koelkast staat er vol mee".
(Tussen wat teugen door) "Hoe komt het dat jij niet van dit fabelachtige goedje drinkt"?
"Ik heb haast".
"Loop je gewoonlijk naakt rond als je aan het werk bent"?
"Alleen als ik iemand opgewonden wil houden. Ben jij opgewonden, Michael"?
Het was niet te verbergen hoeveel ik opgewonden was en glimlachte naar haar zonder een woord te zeggen.
Terwijl ik heerlijk in mijn stoel zat gretig wachtend op wat ze hierna ging doen liep zij naar mij toe met iets dat ze in haar handen vasthield.
Zij stopte een paar centimeter voor mij, haar borsten raakte bijna mijn gezicht aan.
"Wil je aan ze sabbelen, Michael"?
Ik zette mijn drankje op de tafel naast mij en deed mij aan ze tegoed alsof zij het manna van de hemel waren. Ik was op het kookpunt van extase en toen bewoog zij zich wat naar achteren en drukte haar borsten die zij met haar handen vasthield verleidelijk in mijn mond, één voor één, met haar vingers, en sloot dan iedere keer mijn lippen met een kus.
"Verzwelg ze, Michael".
Ik deed wat zij verzocht. Ik was bedwelmd door seksuele zaligheid en het liefdesdrankje dat zij mij te drinken had gegeven.
Zij klemde haar handen om mijn gezicht, gaf mij nog een hartstochtelijke kus en ging achteruit en gaf mij mijn drank terug.
"Drink het allemaal op, Michael".
Ik dronk het allemaal op en gaf haar de lege beker terug. Voordat ik om meer kon vragen, smolt ik in haar armen en was helemaal van de wereld.

Iedere dag brengt iets nieuws op de tafel voor zij die de moeite nemen om op te letten.

Hoofdstuk 9

ÉÉN VAN DE MANEN ROND URANUS.

Ik herwon mijn bewustzijn terug en vond mezelf liggend op een bed in een glazen koepel. De koepel was een deel van een kleine buitenaardse voorpost die uit meer dan een dozijn glazen koepelvormige structuren bestond die verspreid lagen binnen een gebied van veertigduizend vierkante meter (op de één of andere manier wist ik die details). De koepels waren verschillend van afmetingen, van zes meter in diameter voor de kleine, tot meer dan achttien meter voor de grotere. De koepels waren voor zover ik het kon zien niet aan de buitenkant met elkaar verbonden door verbindingsgangen. Het was mij niet bekend of er ondergrondse tunnels waren die hen met elkaar verbonden. Ik bevond mij alleen in één van de kleinere koepels. De koepels waren gemaakt van een glasachtige substantie en ik had een panoramisch overzicht van Uranus en zijn ringen en kon een paar van de andere manen zien.
Ik vond het moeilijk om mijn opwinding over het spektakel dat zich voor mij uitstrekte te onderdrukken en verkondigde luid, "Mijn GOD! Het wordt nog steeds beter en beter"! Dat was het beste overzicht van de planeet die ik tot nu toe heb gehad.
Ik hield het merendeel van mijn herinneringen over de ontmoeting met de vrouwelijke laborant vast. Of misschien was zij een dokter, ze heeft het mij nooit gezegd. Ik wist niet zeker wie zij was of hoe zij in het mysterie paste dat zich rondom mij ontvouwde, maar zij liet mij watertandend achter. Zij moest mijn gekneusde hoofd hebben hersteld omdat het geen pijn meer deed. Ik veronderstelde dat de ontmoeting met haar slechts enkele momenten eerder had plaatsgevonden, maar ik kon mij niet herinneren dat ik het gebouw of de stad had verlaten, of naar die maan te hebben gereisd. Ik keek op mijn horloge; er was ongeveer een uur voorbijgegaan sinds de tijd dat ik me herinner er naar gekeken te hebben enkele minuten voordat ik haar kantoor binnenging. Ik voelde me geweldig.
Geen nawerkingen van de buitenaardse wijn, en ik had vier of meer glazen van dat goedje gedronken. Het bed waar ik op lag was bijzonder aangenaam en was zo gepositioneerd dat het mij een perfect overzicht van het maanlandschap gaf en de andere geheimzinnige objecten die in de maanhemel zweefde. Ik had niets anders om te doen, dan te genieten van het spectaculaire uitzicht en te overdenken wat sommige van die andere vreemde schepen of satellieten al rondzoemend in de lucht boven mij aan het doen waren.
Er waren een aantal objecten in een baan rond de manen en de planeet. Sommige van de UFO's pulseerden met kleurrijke stralen zoals bakens of met een soort Morsecode communicatiemethode. Milton vertelde niet waar ze voor waren omdat hij zei dat zij niet van belang waren voor wat ik moest weten. Na enkele minuten in de koepel te hebben gerelaxt, zag ik het schip van Milton boven de koepel materialiseren alsof het uit een tijdsprong of parallelle dimensie was gekomen. Het zweefde voor een minuut boven de koepel en bewoog zich toen naderbij en maakte contact met de koepel. Zodra de rand van het toestel de koepel aanraakte, vormde er zich een afsluiting en er verscheen een opening in de koepel. Ik bleef op het bed geconcentreerd naar dit vreemde wonder kijken dat zich voor mij ontvouwde. Milton stak zijn hoofd door de opening, gaf mij een knipoog, en sprong toen uit het gat en zakte langzaam naast mij neer. Hij was in zijn bizarre buitenaardse kostuum.
"Milton, waarom zou ik willen teruggaan naar mijn leven op de Aarde na alles wat ik vandaag heb gezien en meegemaakt"?
"Ik kan als je dat wil alles ervan uit jouw geheugen wissen, Michael".
"NEE! Als ik de herinneringen mag houden, wil ik ze hebben".
"Goed, dat is omdat wij willen dat je deze herinneringen behoudt. Zij zijn van nu af een deel van jouw taak op de Aarde. Ik zal er later in meer detail op ingaan".
"Milton, wat doen mensen op Uranus"?
"Hetzelfde als dat zij op de Aarde doen en op andere planeten en manen in dit zonnestelsel. Zij zijn aan het leren om hun plaats in het Melkwegstelsel te vinden en te definiëren. Een aantal zullen er een paar mensenlevens over doen. Voor anderen zal het vele mensenlevens vergen. Maar sommige zullen er niet in slagen, en zij worden opgeslagen en krijgen een speciale behandeling. Er zullen er aan aantal zijn die voorgoed worden gedeactiveerd".
"Opgeslagen? Praat je over zielen"?
"Jouw ziel zit in je lichaam verankerd, stevig ingekapseld via jouw bloed. Zonder een fysiek levend lichaam dat de ziel verankerd, is de ziel vrij om gaan waarheen het verkiest of word meegevoerd. Het lichaam is een gevangenis waaruit tot de dood niet is te ontsnappen, maar er zijn achterdeurtjes. Verder, niemand sterft voordat het hun tijd is of dat ze worden "toegestaan" te sterven. Mensen die zelfmoord hebben gepleegd worden onmiddellijk in een ander babylichaam geplaatst ergens in dit zonnestelsel en moeten het overdoen, tenzij er een aanvaardbare reden voor de zelfmoord is".
"En wat is mijn plaats in dit alles? Ben ik een gevangene op de Aarde"?
"Jij, Michael, voert een taakopdracht vanaf Uranus uit en wij laten jou alleen een splinter van die realiteit herinneren. Jij zult als jouw taakopdracht op de Aarde is vervuld en jouw lichaam is doodgegaan naar Uranus terugkeren. Maar dat kan veranderen, en dat hangt af van omstandigheden tijdens deze taakopdracht. Maar wat er ook gebeurt, na een korte tijd op de Aarde, of terug op Uranus, als je uiteindelijk op Uranus terugkomt, zal je dit zonnestelsel verlaten en naar een twee sterrensysteem gaan diep in het binnenste van dit Melkwegstelsel".
"Hoe is het mogelijk om de afstanden te reizen die nodig zijn om een sterrenstelsel te doorkruizen"?
"Het is niet mogelijk terwijl je in een menselijk lichaam bent".
"Dus ik moet sterven voordat ik het zonnestelsel kan verlaten"?
"Nee, je hoeft alleen jou lichaam achter te laten totdat je weer terugkeert".
Zonder mij te waarschuwen, verliet Milton zijn lichaam en zijn buitenomhulsel viel op de vloer als een dik rubberen pak. Milton was nu een schitterende bol van energie met de afmeting van een honkbal en zweefde naast het bed waar ik op lag. Mij rot geschrokken sprong ik van de andere kant van het bed en stond daar naar Milton te kijken alsof ik naar een spookverschijning keek.
"Hoeveel van dit kan mijn geest hebben in één dag, Milton? Je blijft maar verbijsterende trucs uit jouw hoed toveren, en nu dit"!
"Als jij een doorsnee, normaal mens was, zou jouw geest het al lang voor dit moment hebben laten afweten en zouden wij deze dingen gewoon uit jouw geheugen hebben verwijderd en je weer hebben teruggebracht naar jouw bed bij je thuis.
Niettemin, ik open op een voorzichtige manier dingen in jouw geest op deze doolhoflijkende reis om een geestelijke systeemcrash te vermijden. Ik moet mijn technieken in allerlei bochten wringen wegens het broze menselijke brein dat jij thans bezit. Jij kwam vanuit een vergevorderd stadium van het bestaan met een doel en een missie, en je zou deze vreemde dingen aan moeten kunnen, als ik langzaam en voorzichtig de diep vastzette illusies weghaal die de meeste mensen vanaf kort na hun geboorte gevangen houden. Jou missie zou in gevaar worden gebracht als je had geweten wie je was. Als jij dat had geweten, dan zouden anderen het ook weten, en zij zouden ons hebben belemmerd in ons werk. En ons werk is nooit af".
"Nou, omdat ik nu veel meer weet dan gisteren, wat kan ‘hen’ dan tegenhouden—om het even wie zij zijn—om jou en mij ervan te weerhouden om deze missie te volbrengen? Ik heb nog steeds totaal geen idee wat wij aan het doen zijn".
"Jij nadert het einde van je missie en wij zullen de kans moeten wagen met het aan jou vandaag gegeven kleine beetje informatie. Het is duidelijk dat wij jou niet alle details kunnen geven en wij zullen doorgaan met vaag te blijven over wat wij je geven, om ‘hen’ een stap voor te zijn. De enige manier waarop ik ‘hen’ kan beschrijven is zoals een politiek systeem met twee partijen zoals je dat in Amerika hebt. Beide partijen willen hetzelfde voor de Amerikaanse mensen doen, maar zij verschillen van mening over de methoden om hun doelen te bereiken. Het is eigenlijk veel gecompliceerder dan dat, maar totdat je hoger bent opgeklommen zal je het niet begrijpen".
"Ik sta hier te praten met een zwevende, gloeiende, bal van licht! Wat is er meer te begrijpen? Niet dat ik dit idiote fenomeen begrijp, of veel van het idiote gedoe waar ik vandaag deel van ben geweest".
"Oh geloof mij, Michael, het wordt nog steeds beter. Ben je er klaar voor om jouw bal en ketenen te laten verwijderen om ook een gloeiende lichtbal te worden"?
"Is dat een verzachtende benaming om mij te vermoorden, Milton"?
"Sterven is de enige andere manier om uit dat lichaam te komen waar jij nu in zit. Maar ik heb de autoriteit - de sleutel - om jouw brein te openen en je van de ketens te bevrijden die jou in je lichaam vasthouden zonder je te doden. Denk je dat je het durft"?
"Alleen het idee al maakt mij hysterisch. Kan ik voordat je dat bij me doet eerst nog wat van die wijn krijgen die de vrouw mij op Uranus gaf?
Die wijn maakte dat alles zo goed voelde. Ik had geen zorgen, geen angst, zoals ik nu heb".
"Je zult er niets van voelen, Michael".
De heldere bol van Milton zoemde naar mij toe en raakte mijn hoofd aan met zijn gloeiende geest en mijn lichaam viel op de vloer als een zak aardappelen. Er zweefden nu twee gloeiende bollen naast elkaar in de koepel.
"Mijn geest voelt hetzelfde, Milton, maar ik voel me veel lichter alsof er een groot gewicht van mij werd verwijderd, lichamelijk gesproken. Ik veronderstel dat het verfrommelde lichaam op de vloer van mij is? Het kijkt op niets zoals ik dacht dat het zou lijken. Moet jij mijn lichaam niet op het bed plaatsen of zoiets? Het ziet er in zijn verfrommelde staat oncomfortabel uit en ik neem aan dat ik naar dat afschuwelijke ding moet terugkeren, is het niet"?
"Ja, je zult worden teruggeplaatst in dat 'ding', dus help mij even en wij zullen het op het bed plaatsen. Pak de armen vast dan pak ik de benen".
"Vastpakken met wat? Ik ben een bizarre, donzige, bal van licht"!
Milton vloog naar mijn verfrommelde lichaam op de vloer en pakte de benen. Ik zweefde door de kamer en werd zachtjes door de glaskoepel teruggekaatst naar de vloer en van de vloer weer terug naar de top van de koepel. Ik wist niet hoe ik mijzelf kon stoppen. Ik was een pingpongbal die in slow motion tussen de vloer en het plafond heen en weer stuiterde.
"Zullen wonderen ooit tot een eind komen, Milton"?
"Zij zullen zeker tot een eind komen als je klaar bent met dat geklooi en mij helpt met jouw lichaam, Michael".
"Hoe controleer ik mijn richting, Milton"?
"Oh, dat is waar ook. Je hebt dit nooit eerder gedaan. Concentreer je op waar je naartoe wilt gaan en je bent er".
Ik zweefde langzaam naar beneden tot naast mijn lichaam op de vloer, raakte de vloer en werd opnieuw teruggekaatst naar de koepel.
Ondertussen had Milton mijn lichaam opgepakt door met de benen in contact te komen, en alsof Milton een elektromagneet was, zette hij zich vast aan mijn benen en hief mijn lichaam van de vloer.
Mijn slappe lichaam bengelde aan een bal van licht—Milton. Milton plaatste toen het hoofd op één van de einden van het bed en manoeuvreerde langzaam de rest van mijn lichaam het bed op. De maan waar wij ons op bevonden had zeer weinig zwaartekracht, maar de kunstmatige zwaartekracht in de koepel was gelijkaardig aan die van Uranus. De zwaartekracht was een klein beetje minder dan de Aardse zwaartekracht, maar het was genoeg om een gevoel van normaliteit te geven voor mensen zoals ik. Milton’s bol van energie was in staat om mijn 87 kilo pure spiermassa van de vloer te heffen en op het bed te leggen, alsof het een lappenpop was.
Ik keek hoe hij dat deed en bewonderde gelijktijdig de planeet Uranus, wat fascinerend was. Ik was mij bewust van twee gelijktijdig plaatsvindende verbijsterende gebeurtenissen. Ik was er niet zeker van welk van de twee scènes het meest intrigerend was. Na een beetje heen en weer te zijn gekaatst tussen de vloer en het plafond, bleef ik plotseling stationair tegen de glaskoepel aanzitten op het hoogste punt. Ik was er niet zeker van of dat ik mijzelf had gestopt of dat ik tot stilstand was gekomen door een andere macht waar ik mij nog niet bewust van was dat het bestond.
"Cool! Ik kan in panorama zien! Wat houdt mij tegen om door het glas te kunnen gaan, Milton? Het glas voelt als een solide oppervlak, maar ik dacht wij geesten of zielen waren. Zouden wij niet eenvoudigweg door solide dingen moeten kunnen gaan"?
"Je kunt jezelf niet zien, maar je hebt de afmeting van een golfbal. Het niveau van bewustzijn bepaald onze aura energie. Jij bent twee maal zo groot als de gemiddelde persoon op de Aarde, maar aanzienlijk minder dan je nodig hebt om echte autonomie te verkrijgen. Je zult dat in jouw volgende stadium bereiken. Niet op Uranus, maar op de plaats waar je naar toe gaat als je bent teruggekeerd naar Uranus na jouw Aardse taak. Trouwens, allemaal spier"?
"Jij hebt maar weinig gevoel voor humor voor iemand met zo'n grote aura, Milton. Dus Freud had gelijk, grootte is van belang"?
"We praten hier niet over de grootte van ego of libido. Heb je er ooit over nagedacht om een komediant te worden, Michael? Jij bent er goed in, weet je. Ja, grootte maakt wel degelijk het verschil wanneer het over kennis en bewustzijnwording gaat. Jij kunt door de glasbarrière heengaan door te willen dat je er doorheen gaat, maar wat moet je dan doen? Je zult de ruimte indrijven en de ruimte is erg groot voor hen die geen bestemming hebben. Je zou misschien in staat zijn om de weg terug te vinden naar plaatsen waar je al eerder hebt gewoond zoals de Aarde en Uranus, maar wat zou je dan doen? Rondspoken op je oude ontmoetingsplaatsen met andere verloren zielen"?
"Impliceer jij dat spoken mensen zijn zonder gidsen—zielen die de weg zijn kwijtgeraakt in de ruimte"?
"Zij zijn entiteiten die zijn verdwaald. Zij hebben geen doel. Het zijn zielen die zoeken naar iets dat niet langer bestaat en nooit meer voor hen zal bestaan, omdat zij verzuimden zich de inspanning te getroosten om iets zinvols te creëren terwijl zij nog levend op de Aarde waren. De meeste zielen in die categorie zullen zo’n kwijnend bestaan niet lang leiden op de Aarde of in hun volgend station. Die zielen zullen worden teruggestuurd en opnieuw worden gereïncarneerd op één van de vele op de Aarde lijkende planeten in dit Melkwegstelsel. Sommige van hen zullen mogelijkheden krijgen om zich te verbeteren of ze te verspillen; anderen zullen eenvoudig tijd uitdienen.
Dat is nog niet alles, en je zult er later meer over leren, maar niet vandaag. Het volstaat om te zeggen, dat nu jij uit jouw lichaam bent je een gids zoals mij nodig hebt daar je anders gewoon weg zou drijven.
Zonder een bestemming, drijven wij hulpeloos op de golven van de ruimte mee, of wij ons in een fysische vorm bevinden of een ‘bizarre, donzige, bal van energie’ zijn, zoals jij het noemt. Ik ga je dwars door het Melkwegstelsel meenemen naar een sterrensysteem vele duizenden van lichtjaren hier vandaan, dus blijf dicht bij mij als je niet in de ruimte wilt verdwalen".
"Kwel mijn donzige balgeest niet zo, Milton, serieus! Je zou mij toch niet achterlaten indien jij en ik op de één of andere manier uit elkaar zouden raken, is het niet? Je verloor mij uit het oog toen ik op Uranus was, weet je nog"?
"Ik heb jou nooit uit het oog verloren, Michael. Dat was een zet om anderen van jouw spoor te krijgen. Bovendien, je bent niet vrij om waar dan ook naar toe te gaan terwijl je uit je lichaam bent. Je blijft onder mijn hoede en verantwoordelijkheid. Je zou zelfs als zou je het proberen, niet eens bij mij weg kunnen komen. Je kunt slechts een paar honderd meter in alle richtingen van mij wegdrijven voordat je een onzichtbare barrière raakt. Het komt er op neer dat je aan mij bent vastgepind voor je eigen bescherming.
Volg mij, Michael".
Ik volgde Milton en knipperde met mijn ogen alsof ik ogen had die zich konden sluiten terwijl ik dwars door het glas van de koepel ging. Ik verwachtte dat die stevige barrière mij op de één of andere manier zou strikken of dat ik er van zou terugkaatsen zoals ik dat al een paar keer eerder had gedaan. In plaats daarvan, slipte ik er doorheen met het gemak als dat licht doet door glas.
Milton en ik vlogen om Uranus heen en toen zijn atmosfeer in en weer uit als een paar feeën.
Wij vlogen toen door de ringen van Uranus en cirkelden rond enkele manen en bij een paar daarvan zelfs tot vlakbij hun oppervlakte, speciaal voor het spectaculaire uitzicht.
"Dit is te veel! Ik voel me als een god, als superman. Dank je, Milton"!
"Je hoeft mij niet te bedanken, Michael. Het is mijn werk".
"Zo, nu gaan wij enorme afstanden reizen zonder een schip"?
"Schepen remmen je af. Niets reist sneller dan de vrije ziel doet. Hoewel, er zijn vele soorten schepen. Sommige reizen door de Melkweg door het maken van dimensionale sprongen door ruimte-tijd. Sommige gebruiken magnetische golven en andere exotische en bovennatuurlijke middelen voor het vervoeren van fysische materie van de ene plaats naar de andere. Het verplaatsen van ‘materie’ vereist energie. Het verplaatsen van materie is niet voor iedere situatie noodzakelijk. Materie is overal en het kan door ons op locatie voor de meeste doelen gemanipuleerd worden”.

TWEE BOLLEN BOVEN MARS

"Wow, hoe zijn wij hier zo snel gekomen? Dus jij hoeft maar met je ogen te knipperen en wij daar, of hier, of waar dan ook"?
"Wij kunnen vliegen zoals Superman, Michael, en reizen nu door het zonnestelsel door de zogenoemde landschaproute te nemen, die ik aanraad als je meer tijd hebt. Wij liggen vandaag op schema, zodat ik ons al oogknipperend een weg door het zonnestelsel baan om een paar mogelijkheden en realiteiten te demonstreren die overal in de Melkweg bestaan. Het kwam in mijn gedachte op om jou onderweg een snelle blik te gunnen op de planeten die zich dicht bij jou in de buurt bevinden".
Tijdens onze korte stop, was ik in staat andere bollen en UFO's op te merken die zich van en naar de planeet Mars verplaatsten. Het leek op een drukke bedoening en ik vroeg aan Milton wat er op Mars gebeurde. Hij vertelde mij dat hij mij dat misschien later zou vertellen.
"Zijn er nog andere planeten die je zou willen zien voordat wij naar het centrum van de Melkweg schieten, Michael"?
"Neem mij mee naar de sterren, Milton". In een flits bevinden Milton en ik zich al op 99,5 procent van de afstand naar onze bestemming. Wij stopten enkele lichtjaren voor een sterrengroep en waren vele duizenden van lichtjaren bij de Aarde vandaan.
"Mijn fysicaleraar gaat nooit geloven dat dit mogelijk is, Milton"!
"Goed, vertel het hem dan niet".
Wij bevonden ons diep in de duisternis van de ruimte, behalve dat het niet donker was richting het centrum van de Melkweg waar reusachtige sterrenhopen grote delen van de ruimte met een schitterende, kleurrijke helderheid verlichtten. Daarbuiten waren donkere nachten volstrekt onmogelijk.
Elke van die honderden sterrenhopen bevatte duizenden ster systemen en het hele gebied gloeide als bergen van stralende, fonkelende diamanten. Een hoeveelheid vreugde die het menselijk begrip te boven ging overspoelde mij en mijn aura vlamde van verrukking op zoals een supernova.
"Deze hele groep van sterren en de miljoenen planeten die hen omringen zijn de Disney Wereld van het Melkwegstelsel. Als jij je de hemel zou kunnen voorstellen vanuit het perspectief van de menselijke geest en dat met duizend vermenigvuldigd, zou je dicht bij de realiteit van het bestaan zitten die diegene die hier leven ervaren. Dit is waar alle zielen van planeten zoals de Aarde zouden willen zijn. Echter, dit is nog niet eens het toppunt van het bestaan, zelfs niet bij benadering. Dit is een lichamelijk en geestelijk paradijs en er bevinden zich vele dimensies van lichamelijke en geestelijke realiteiten boven deze. Deze plaats is ook een verzamelplaats waar sommige van de mensen die de Aarde en op de Aarde lijkende planeten verlaten voor korte verblijven nadat zij zijn gestorven.
Van hieruit zullen de meeste naar andere planeten in de Melkweg of terug naar de Aarde worden gestuurd. Slechts enkele gelukkigen zullen hier voor onbepaalde tijd mogen verblijven, of totdat zij tot andere werelden van bestaan zullen opklimmen”.
"Waarom krijg ik dit alles te zien, Milton? Waarom word ik op de hoogte gebracht van de dingen die jij vandaag met mij deelt"?
"Er zijn machten die deze informatie niet op de Aarde willen openbaren. Anderen vinden dat sommige mensen op de Aarde aan dit soort van kennis toe zijn, niet alles, slechts wat basiskennis. Zoals het feit dat er in vele plaatsen in het zonnestelsel en overal in het Melkwegstelsel leven bestaat.
De entiteiten die ik vertegenwoordig willen een snellere technologische groei en dat het gordijn van mysterie iets meer opengaat, zodat meer mensen sneller bewust en volwassen kunnen worden. Andere entiteiten willen helemaal geen openbaringen en verkiezen een strenger, Dark Age achtig bestaan voor alle mensen op de Aarde. Wij bevinden ons in een hevige partij touwtrekken over agenda’s. Wij hebben over deze verschillen aan onze kant tegenslagen geïncasseerd. Ik heb jou hier naar toe gebracht om jouw lichamelijke wezen te beschermen en voor andere onverklaarbare redenen die jij niet zou begrijpen zelfs al zou ik het je vertellen. Jij bent een schip, een container, zoals er duizenden anderen van op de Aarde zijn, waar wij bepaalde DNA informatie en toebehorende mentaal vastgelegde kennis hebben opgeborgen in verschillende delen van jouw anatomie. Wij winnen dat materiaal terug om het te gebruiken op de Aarde en andere plaatsen in de kosmos die onder onze verantwoording vallen.
Alles wat wij doen heeft betrekking op de menselijke zielontwikkeling".
"Dus als ik dit goed begrijp, maken ik en anderen zoals ik deel uit van een zwendelpartij tussen jouw strijdmachten en de andere wedijverende strijdmachten. Jij verbergt informatie in ons lichaam en smokkelt ons overal naar toe zodat wij voor hen verborgen blijven. Zeg mij eens, Milton, proberen jij en de anderen in jouw groep de andere partijen ook met dezelfde ijver te infiltreren"?
"Wij hebben het ze moeilijk gemaakt om jou te traceren, maar wij hebben onze kans van slagen vergroot door gelijkaardige informatie ook in anderen zoals jij te verbergen. Niettemin heeft iedere deelnemer unieke informatie die alleen kan worden ontcijferd met de correcte combinatie van individuen zoals jijzelf. Jij bent een code, daarom houden wij jullie mensen verspreid door het hele zonnestelsel. Wij hebben onze inspanningen de laatste jaren verhoogd om jou en de anderen te beschermen, we gingen zelfs zo ver door jou als door middel van bluffen bloot te geven om hen van jouw spoor te gooien. Wij werken niet zoals zij doen. Zij proberen informatie en technologie van de Aarde weg te houden, of het beduidend te vertragen door middel van politieke trucs. Dus daarom hebben zij niets anders te verbergen dan hun motieven ".
"Is dit een galactische Koude Oorlog? En als zij mij te pakken zouden krijgen wat zouden ze dan met mij doen"?
"Koude Oorlog is een rechtvaardige analogie. Jammer genoeg beëindigen onze Koude Oorlogen nooit. Indien zij jou gevangen zouden nemen, zullen zij zeer waarschijnlijk proberen jou voor een tijd op te bergen. De tegenpartij zou kunnen proberen de informatie die in jou lichaam verborgen zit te manipuleren en je dan mogelijk met vervalste informatie weer vrij te laten. Zij zouden jouw lichaam kunnen doden. Maar dan zouden de dingen ingewikkelder voor hen worden omdat zij erachter zouden moeten zien te komen wie jou heeft vervangen. Dat zou niet gemakkelijk zijn. De tegenpartij zou er voor kunnen kiezen om in plaats daarvan jou in jouw lichaam opgesloten te houden. Jij bent op die manier gemakkelijker op te sporen".
"Waren hun het die probeerden mij te doden toen ik in de ondergrondse ruimten van de buisstad was? Bovendien, wat houdt hen tegen om mijn ziel in hun handen te krijgen zoals jij met mij hebt gedaan? Bijvoorbeeld, jij hebt mij uit mijn lichaam gehaald en nu ben ik hulpeloos aan jou vastgekoppeld".
"Zij die hebben geprobeerd jou te doden waren mensen van een lager niveau die geloofden dat jij hun bespioneerden en dat jij een connectie had met de entiteiten waar ik nu over spreek.
Deze buitenaardse entiteiten kunnen jouw ziel niet in handen krijgen; zij hebben niet de autoriteit en mogelijkheid om dat te doen. Iedere entiteit of menselijke ziel zit in een categorie.
Jij Michael, zit op een niveau waardoor zij jou niet vast kunnen blijven houden, maar zij kunnen jouw fysieke vorm wel gevangennemen en het voor een bepaalde tijd vasthouden en gedurende die tijd proberen informatie bij jou te vernietigen, of het te vervalsen".

Technologie is niets meer dan een hoger niveau van het kunnen begrijpen en het is niet het kwaad dat velen er zo graag van willen maken.

Hoofdstuk 10

STERRENGROEP

In een oogopslag neemt Milton mij mee naar een planeet met vele zonnen die om elkaar roteren zoals elektronen rond een atoom. De planeet waar wij naar toegingen bevind zich in een omloopbaan rond zijn zon, gelijk aan die van Uranus in ons zonnestelsel. Er bevinden zich twintig planeten en honderden manen in dat zonnestelsel. Er was een eindeloze stroom van interplanetaire reizen aan de gang met vele type kleurrijke schepen die met een duizelingwekkende snelheid en manoeuvres komen en gaan. De schepen reisden naar en van verschillende manen, ruimtesteden en andere planeten in dat veelvoudige zonnestelsel.
Toen wij dichter bij die stroom van schepen kwamen en andere vreemd uitziende objecten van verschillende afmetingen en vormen, begonnen ze op een snelle opeenvolgende stroom wervelende en draaiende confetti te lijken, intussen allerlei symbolen en beelden creërend die wonderbaarlijke gevoelens van vreugde in mijn ziel teweeg brachten.
"Milton, is er iets speciaal aan de gang daar beneden op die planeet? Of is wat ik zie en voel de normale alledaagse activiteit voor deze plaats"?
"Dit zijn typische bijeenkomsten die nooit tot rust komen, maar alsmaar doorgaan zoals eb en vloed van oceaangolven op een strand. Ben je klaar om aan dat vermaak mee te doen, Michael"?
Ik gaf geen antwoord omdat ik er niet zeker van was wat dat zou inhouden. Straks is er een stelletje bizar uitziende buitenaardsen die op Milton lijken en al lachend om mij heen gaan staan vanwege Milton’s kleine vangst? Dat was waar ik aan dacht, en ik wist dat Milton mijn gedachte kon lezen en hij regeerde niet op mijn gedachte zoals hij dikwijls deed, dat baarde mij zorgen. Wij vielen van honderden kilometers boven de planeet als ballonnen van lood naar beneden en gingen een kubusachtige structuur in wat vermoedelijk een stad was. Binnenin de kubus bevonden zich verscheidene zwermen van gloeiende entiteiten zo ver als mijn ogen konden zien, maar ik heb geen ogen. Ik was net zo’n gloeiende bal als de rest en ik kon zien dat er grote zwermen en kleine zwermen waren van verschillende graden van helderheid, als kleine versies van de sterrengroepen.
Deze massa van zielen zat boordevol leven en kracht zoals zwermen bijen rond bijenkorven doordrenkt met honing. Milton ging met mij op sleeptouw richting één van de zwermen. Het was een orgie van pure liefde, geluk en uitdaging. Ik herinnerde mij ogenblikkelijk iedere entiteit in de zwerm en er waren talloze honderden van hen. Zij waren vrienden en familie van andere levens en plaatsen gedurende mijn volledige bestaan in het Melkwegstelsel.
Communicatie met hen was uitzonderlijk eenvoudig. Ik stond op hetzelfde moment in contact met elk individu in de zwerm zonder enige verwarring van gedachte. Ik had veelzijdige communicatiecapaciteiten—wat zeker niet mogelijk was terwijl je binnenin een menselijk brein zit.
Ik was mij net zo volledig bewust van honderden entiteiten zoals zij zich ook volledig bewust van mij waren. Het was een ononderbroken genoegen, geen onenigheden, geen misverstanden, enkel pure maatschappelijke betrokkenheid op zijn best en in zijn meest ware vorm. Sommige van de entiteiten waren daar voor een korte tijd, een korte pauze hebbend van hun levens op andere werelden zoals ik had. Anderen zijn daar al voor honderden en duizenden van Aardse jaren, nooit vermoeit rakend van de sociale betrekkingen. Het voelde bij mij alsof ik nooit weg was gegaan, alsof ik uit een droom of diepe slaap ontwaakte.
De zwerm was een aanhoudende familiebijeenkomst zonder einde of een climax. Individuen komen en gaan alsof zij elektronen waren die in en uit de buitenste schil van een atoom springen, terwijl de kern van zielen intact bleef. Er bevinden zich miljoenen van zulke familiezwermen binnenin talloze kubusachtige structuren die de oppervlakte van die planeet bedekten, een planeet die tweemaal zo groot is als Jupiter. Buiten de kubussen bevonden zich vele soorten fysieke wezens, evenals vele niveaus van etherische entiteiten. Iedere denkbare manier van leven was vertegenwoordigd op de veelvoudige planeten en manen in dat zonnestelsel, evenals op de miljoenen van andere zonnestelsels in die sterrengroep. Ik besefte toen dat Milton familie van mij was en iemand met wie ik een zeer nauwe band heb. Ik realiseerde mij ook dat het z.g. ‘sleeptouw’ tussen Milton en mij tijdens mijn verblijf op die planeet was verdwenen en ik was dan ook vrij om te gaan waarheen het mij behaagde.
Terwijl ik mij in de zwerm bevond, voelde ik een onverklaarbare trekkracht van een ander lid dat zich niet in de zwerm bevond en ik besloot om het gezelschap te verlaten en mijn impuls te volgen om die persoon te vinden. Ik ging onmiddellijk naar één van mijn favoriete plaatsen op die planeet. Het was een luxueus huis met marmeren kolommen en prachtige schilderijen en handgeweven wandkleden die de muren decoreren. Het huis riep herinneringen op van Romaanse paleizen van Europese aristocratieën. Ik was een stralende bol. En toch, terwijl in dat huis was, voelde het alsof ik weer in mijn fysieke lichaam zat, het lichaam dat ik op de maan die zich in een baan rond Uranus beweegt had achtergelaten. Ik kon voelen, en ik kon mijn handen zien en ik liep vanuit het huis het Binnenhof in alsof ik mijn benen terug had. Het Binnenhof was bedekt met prachtige verzorgde tuinen die gevuld waren met geurige bloemen en weelderig rijp fruit dat aan ranken bengelde. Vogels tjirpten en zongen in de bomen en vlinders dansten in het midden van een perfecte, zon overgoten dag. Het was een wonderschone plaats, een tuin in het paradijs. Terwijl ik daar wat rondliep en de vele variaties van planten bewonderde, merkte ik een vrouw op die de tuin aan het verzorgen was en wandelde naar haar toe. Zij keek naar mij op met een grote glimlach op haar gezicht en was totaal niet verrast dat ik daar was, het was alsof zij mij had verwacht. Zij stond op, pakte mijn gezicht tussen haar warme soepele tengere handen en kuste het overal. Toen sprak zij tegen mij.
"Michael, mijn aanbiddelijk kleinkind! Ik hoorde dat jij hier was! Ik riep je op om mij te bezoeken en hier ben je! Je ziet er fantastisch uit"!
"Grootmoeder! Het is zo lang geleden dat ik u voor het laatst heb gezien. En toch lijkt het alsof ik gisteren nog als een kind in uw tuin in ons Italiaans dorp speelde. U ziet er nog hetzelfde uit als toen, vol levenslust en mooi".
"Het is jammer dat je weer zo snel wegmoet, Michael, maar de tijd dat je weg bent zal niet zo lang duren en je zult hier terugkomen voor een langere periode. Ik kijk nu al uit naar jou snelle terugkeer, Michael. Er zijn zo vele dingen waar wij over moeten praten".
Mijn grootmoeder zag mij in een fysieke vorm alsof ik in mijn menselijk lichaam was.
"Waar is grootvader? Woont hij hier ook"?
"Hij leeft op een andere planeet ergens in het melkwegstelsel en zal daar nog niet eerder wegkomen dan veertig Aardse jaren. Ik weet op dit moment niet of hij naar hier zal komen of naar een ander leven zal gaan. Ik bezoek hem soms in zijn dromen om hem aan te moedigen".
"Maar u bent in een fysiek lichaam. Kunt u ook als ziel reizen om mensen in hun dromen te bezoeken"?
"Ik kan dat met de hulp van familieleden zoals Milton op dezelfde manier als dat jij hier nu met mij bent. Je weet dat je nu in mijn droom bent, toch"?
Ik was met stomheid geslagen om die onthulling te horen.
"Ik ben slechts een droom voor u"?
"Dromen hier zijn niet zoals de dromen op de Aarde, Michael. Wanneer wij dromen zijn wij wakker. Wij slapen hier nooit. Niettemin, ik ben in een fysieke staat en jij bent een ziel. Ik kan jou ziel zien en aanraken alsof je in een fysiek lichaam bent. Het is onmogelijk om je deze dingen uit te leggen. Jou ziel/geest blijft geblokkeerd van vele dingen totdat jij permanent naar deze plaats terugkeert".
"Mist u grootvader als hij weg is"?
"Verdriet heeft in dit rijk van bestaan geen plaats omdat niemand echt weggaat. Het is niet anders dan dat iemand op de Aarde weggaat om te werken en dan laat in de middag weer thuiskomt. Tijd heeft evenmin geen relevantie voor ons. Wij bestaan in een verrukkelijke, constante staat van zuiverheid. Wij genieten van het gezelschap met familieleden zoals ik nu met jou doe en ik leef me uit in de dingen waar ik van houd, zoals het verzorgen van mijn bloementuinen. Ik beleef ook veel genoegen in mooie illustraties en architectuur. En zoals je kunt zien, omring ik mijzelf met de dingen waar ik van houd. Hier doet iedereen wat zij het liefste doen en waar zij het meest van houden".
Zij kuste mij en gaf mij een grote omhelzing en onmiddellijk werd ik teruggevoerd naar Milton binnenin de zwerm.
(Sprekend tegen Milton) "ik ben droevig omdat ik niet wat meer tijd heb gekregen om bij mijn grootmoeder door te brengen. Waarom werd het mij niet toegestaan om nog wat langer bij haar te zijn"?
"Het bezoek dat je zojuist heb gehad is normaliter niet toegestaan, maar op het moment dat zij besefte dat je in de buurt was eiste zij om jou te zien en zij bracht jou naar haar".
"Waarom is zij niet hier in de zwerm met de andere familieleden"?
"De familie is veel groter dan wat zich in de zwerm bevind. Jij hebt familie in vele plaatsen en op vele niveaus, zowel in fysieke als spirituele domeinen. Je grootmoeder bleef op eigen verzoek in een fysiek domein op een planeet in dit systeem dat zich dichter bij één van de zonnen bevind".
Milton verliet de zwerm en sleepte mij met zich mee, zodat mijn vrijheid maar van korte duur was. Wij pauzeerden boven de planeet met daarop de kubussen voor een laatste blik. Op dat moment van vertrek voelde ik onmiddellijk de pijn die de meeste mensen teistert wanneer wij geliefden moeten achterlaten.
"Milton, voel jij de immense droefheid die ik nu op dit moment voel"?
"Ik voel de pijn bij jou, maar ik breng veel tijd met hen door en ik ga dus niet van hen weg zoals jij doet. Jij gaat nu naar een wereld terug waar de meesten hun levens in duisternis leven. In mijn wereld ben ik nooit ver van het warme licht van familieliefde. Ik doe mijn werk en aan het einde van de dag—allegorisch sprekend, weet ik dat alles goed is, ongeacht het resultaat op plaatsen zoals de Aarde. In jouw huidige vorm van bestaan blijft er veel voor jou verborgen, Michael, maar dat is omdat het allemaal zo is ontworpen. Hoewel, je bent je nu bewust van wat delen van het grotere geheel en je zult deze herinneringen bewaren als ik je naar de Aarde terugbreng, een ongewoon privilege".

BINNENIN DE KOEPEL

Ik zag mijn lichaam vast in slaap op het bed liggen. Een uitzicht dat voor mijn geest moeilijk te bevatten is, het was alsof ik op twee plaatsen tegelijk was en verrassend genoeg vond ik dat oké. Ik hield van het idee om vrij van mijn lichaam te zijn. Maar de gedachte alleen al om mijn lichaam weer binnen te gaan was walgelijk en angstaanjagend.
"Moet ik dat 'ding' weer in, Milton"?
"Ik ben bang van wel. Jij hebt terug op de Aarde dingen te doen die niet gedaan zullen worden totdat jij het doet".
Milton ging met gemak zijn lichaam binnen, pakte mijn bol, en schoof het in mijn fysieke hoofd zonder mij enige tijd te geven om er aan te kunnen denken. Mijn lichaam kwam op slag tot leven en ik bevond mij er opnieuw in opgesloten.
"Ik voel als een ton bakstenen! Dit lichaam voelt waardeloos aan, Milton. Kan ik hier even liggen om wat te herstellen"?
"Dat is het probleem als je voor een langere tijd buiten jouw lichaam bent.
Hoe langer je eruit bent des te moeilijker is het om er weer aan gewend te raken".
"Dit is zoals de slechtste kater die ik ooit heb gehad. Is er iets dat ik er voor kan innemen"?
"Geloof het of niet, het ongemak dat je nu ervaart is de beste en snelste remedie. Er is geen andere manier om weer aan het lichaam te wennen. Bovendien, jou lichaam moet van jou afwezigheid op het psychologische en fysiologische vlak genezen".
"Ik voel me alsof ik voor een week met open wonden in de zoutmijnen heb gewerkt, maar waarom? Mijn hart is doorgegaan met het pompen van bloed door mijn lichaam en het leek of mijn lichaam voordat ik er weer bij naar binnen was gegaan vreedzaam sliep, zoals een auto die stationair draait, dus waarom voel ik mij dan alsof ik ben overreden door een vrachtwagen"?
"Jouw lichaam was in rust, Michael, maar dat is alleen goed voor de doden. Jouw lichaam heeft het nodig om in beweging te zijn terwijl je slaapt. Beweging voorkomt dat het bloed stagneert en afgesloten word voor bepaalde delen.
Zonder jouw ziel in het lichaam om het onrustig te houden, is het lichaam technisch dood. Er vinden geen dromen of bewegingen plaats. Je bent niet meer dan twintig minuten uit je lichaam geweest; daarom ontstond er geen blijvende schade. Als je veel langer zou zijn weggeweest, zou een mechanische masseuse jouw lichaam onderhanden hebben moeten nemen, om het door het te masseren de bloedsomloop te stimuleren. Wij plaatsen in bepaalde situaties ook wel eens een ‘tijdelijke’ entiteit om het lichaam warm te houden".
"Indien er hier een androïde of mechanische masseuse was, waarom heeft die dan mijn lichaam niet opgepakt en op het bed geplaatst? Waarom moest jij dat doen? En bedankt dat je mij niet meer details geeft over die ‘tijdelijke’ entiteit. Dat klinkt veels te griezelig".
"Aangaande de androïde en waarom ik het niet het werk voor ons heb laten doen is omdat ik jou wilde demonstreren dat zielen de bekwaamheid hebben om solide voorwerpen te verplaatsen. Hoewel je een bol van pure energie was had je de middelen om jouw lichaam op te tillen, evenals andere fysieke voorwerpen. Wij kunnen dit doen door middel van fysiek contact maar ook telekinetisch. Nochtans, dat zal ik voor later bewaren. Ook is dat ‘tijdelijke’ entiteit ding niet zo erg als het klinkt, maar ik zal er niet in details op ingaan gedurende de sessie van vandaag".
"Wat denk je ervan om alleen mijn lichaam terug naar Aarde te verschepen en mij daar dan naar toe te laten vliegen om mij er daar weer mee te herenigen"?
"Ik zou dat kunnen toestaan als je niet bepaalde voorwerpen binnenin je draagt. Vraag niet naar de voorwerpen omdat ik je het niet zal vertellen.
Niettemin, je bent lang genoeg van het nest geweest en moest daarom naar je lichaam terugkeren om te voorkomen dat er dingen worden verspild".
"Op het nest zitten! Dat klinkt zo vreemd, Milton! Had je dat niet op een andere manier kunnen zeggen"?
"Die paar minuten dat jij uit jouw lichaam was waren niet zo kritiek, maar het is noodzakelijk dat de voorwerpen hun contact met jou ziel behouden om waardevol te blijven, is dat beter"?
"Ja, dat is veel beter, maar wat is het dan dat ik binnenin mij draag, Milton"?
"Het is iets dat zich een weg uit jouw borstkast zal banen zodra wij de atmosfeer van de Aarde binnengaan en zich snel zal verspreiden als een supervirus dat de hele planeet Aarde zal infecteren. Ik zei je nog om mij dat niet te vragen".
"Ik neem aan dat je grapjes met mij maakt, maar hoe weet ik nu of je mij voor de gek houd? Je kunt al die gerieflijke herinneringen over de familie wel in mijn hoofd hebben geïmplanteerd. Hoe kan ik nog zeker zijn van wat dan ook nadat ik heb gezien wat je allemaal kan doen? Je bent op ze minst een tovenaar, maar je hebt ook de macht en de kennis van een god".
"Wij moeten nog een factor twijfel bij jou laten bestaan om deze operatie werkbaar te houden. Om jou terug naar de Aarde te krijgen is niet zoals ze een punt via een ‘slam-dunk’ scoren bij basketbal.
Als de andere kant jou te pakken zou krijgen is het beter dat jij gefragmenteerde kennis van de operatie bij je hebt en een overvloed aan dubbelzinnigheid om hen het moeilijk te maken om het allemaal uit te zoeken. Zij onttrekken geen informatie door middel van een ondervraging. Zij onderzoeken nauwkeurig iedere cel in je brein en je lichaam en kijken uit naar bepaalde patronen. Van deze biologische en psychologische vingerafdrukken kunnen zij vaststellen waar je bent geweest, naar welke de planeten en plaatsen in dit zonnestelsel of zelfs of dat je het zonnestelsel hebt verlaten.
Deze entiteiten kunnen vele dingen vaststellen door middel van het voedsel dat je hebt geconsumeerd, de lucht die je hebt ingeademd, en de op jouw lichaam uitgeoefende zwaartekracht zijn allemaal aanwijzingen van de reis die jij hebt gehad. Het is mijn werk om te proberen om ze altijd een stap voor te blijven".
"Indien ik zou worden gevangengenomen, kunnen zij dan niet eenvoudigweg de onderdelen die zich in mij bevinden verwijderen tijdens mijn ontvoering en dat dan uit mijn geheugen wissen"?
"Jij bent voorbij dat stadium. Zij kunnen eenvoudigweg niet binnenvallen, jou ontvoeren, en je dan weer loslaten alsof er nooit iets is gebeurd. De onderdelen die in jou zitten zijn direct met jou verbonden en alleen wij kunnen ze bij je weghalen. Hun belangrijkste doel is om te voorkomen dat wat jij in je hebt op de Aarde komt. Zij zullen je vermoedelijk niet doden, maar zij zullen proberen de onderdelen te beschadigen, en jou misschien meenemen. Dat hangt af van wie jou het eerste te pakken krijgt, een menselijke geheime organisatie of andere buitenaardse wezens. Jouw lichaam is ontworpen om deze dingen te vervoeren. Mensen kunnen misschien dat feit niet opmerken, maar hogere entiteiten kunnen dat wel. Daarom zijn de onderdelen niet de enige dingen die een risico lopen. Jij bent dat ook".
"Indien dat zo is, waarom krijg ik dan niet een 24 uur bescherming van jouw mensen, Milton"?
"Wij moeten onze afstand bewaren. Anders zullen wij jou locatie prijsgeven. Wij zijn gemakkelijker te detecteren dan jij, en waar rook is, is vuur, jij dus. Echter, jouw classificatie zal veranderen nadat je weer op de Aarde bent en jij zult niet langer een koerier voor ons zijn en een doel voor hen". "Wanneer gaan wij naar de Aarde terug? Wacht je op één of ander venster"?
"Ja, de timing voor terugkeer is belangrijk. Terug op de Aarde komen is niet zo eenvoudig als er van weg te komen. Wij nemen een rechtstreekse vlucht naar de Aarde, als een laserstraal. Zodra alles is uitgelijnd, gaan wij".
"Dus ik keer niet naar de Aarde terug op dezelfde manier als ik hier kwam? En wat moet er dan 'uitgelijnd' zijn?"
Er is een protocol om naar de Aarde te mogen gaan, zoals paspoorten en douane. Maar maak je geen zorgen, ik zal al deze kleine details voor jou afhandelen".
"Dus wat je eigenlijk zegt is dat je mij weer naar binnen moet smokkelen? En jouw kleine schip is in staat om lange afstanden te reizen met een snelheid die hoger is dan de lichtsnelheid"?
"Dit kleine schip van mij manipuleert zwaartekracht en magnetische golven, wat maakt dat het heel glibberig word in de structuur van ruimte-tijd. Ik zal het je ooit in meer detail uitleggen. Ja, ik moet je terug naar de Aarde smokkelen. Nu, laten wij mijn schip in gaan".
Milton leviteerde via de opening zijn schip in dat aan de koepel was vastgekoppeld en wees toen vanuit het schip naar mij en leviteerde mij ook het schip in.
"Wow, waar kan ik zo’n vinger krijgen, Milton"?
“Misschien op jou volgende opdracht, Michael.”

DE TERUGKEER NAAR DE AARDE

Eenmaal binnenin het toestel sloot de opening zich en Milton en ik liepen naar het midden van het schip. Er verscheen een opening en wij gingen een nevelige kamer in. Milton leidde mij toen naar een gedeelte dat compartimenten had die precies leken op die in het grote transporttoestel waar ik mee naar Uranus was gereisd. Behalve dat deze verticale compartimenten waren waar je alleen in kon staan. Milton wees me naar één van de compartimenten en vroeg mij er naar binnen te gaan. Ik ging de verticale cel in en draaide mij om, om naar Milton te kijken, en toen het sloot zich om mij heen. Onmiddellijk vulde het compartiment zich met een schuimige substantie en ik verloor het bewustzijn.
Ik herwon echter onmiddellijk mijn bewustzijn en mijn ziel bevond zich buiten de cel, maar mijn essentie of mijn ziel kon niet van die plek wegkomen. Ik wist niet of ik nog steeds aan mijn lichaam gekoppeld was of dat ik in één of ander toestel was geplaatst dat zich naast mijn lichaam bevond. Ik was me bewust van de nevel die de kamer overspoelde en ik kon mijn lichaam zien dat was gehuld in een schuimachtige substantie, maar ik was niet in mijn lichaam. Het schip trok zich van de glaskoepel los en verdween in de duisternis van de ruimte. Momenten later doorboorde het de dampkring van de Aarde en zweefde het toestel naast mijn auto op het parkeerterrein waar ik het die morgen had achtergelaten. Het was donker buiten, behalve het schemerige licht van twee straatlampen.
Er stonden drie auto’s ongeveer honderd meter verwijderd van mijn auto.
Een paar tieners vermaakten zich bij de auto's. Er zaten er een paar op de motorkappen. Anderen zaten verspreid op het gras en drinken bier, roken sigaretten en praatte met elkaar. Geen van hen scheen het schip dat naast mijn auto zweefde op te merken. Het leek erop dat Milton het schip voor hun zicht had belemmerd of dat wij waren voor hen onzichtbaar waren. Ik sprong uit Milton’s schip dat ongeveer zestig centimeter boven de grond zweefde en stapte in mijn auto. Ik besefte toen dat mijn ruimtehorloge weg was en mijn oude horloge weer om mijn pols zat en de tijd toonde die ik het schip die morgen was binnengegaan. Ik schudde mijn hoofd van ongeloof, startte mijn auto en merkte op dat de klok op het dashboard de tijd 23:45 aangaf. Het schip van Milton schoot weg in een andere dimensie. Ik verliet het parkeerterrein, en reed naar huis.
Debbie, mijn echtgenote, zat in de woonkamer een boek te lezen toen ik binnenkwam.
"Hallo schat. Sorry, dat ik zo laat thuis ben. Ik werd vanmorgen in het park door buitenaardsen ontvoerd en zij hebben mij net weer laten gaan"!
"Oh, dus daar ben je geweest. Je kantoor heeft gebeld en had het knettergekke verhaal verzonnen dat je bij een paar klanten op bezoek was. Ik geloofde ze natuurlijk niet". (Ik lachte)
"Trouwens, ik ben moe, ga je mee naar bed"?
"Ja, ik ga met je mee".
Zij lag haar boek neer, deed de leeslamp uit en wij gingen de trap op naar de slaapkamer. Daar aangekomen gaf ik haar een lange hartstochtelijke kus.
Debbie, overrompeld door mijn vertoon van affectie, smolt in mijn armen.
"Zo te zien ben je dus niet zo vermoeid, Mike"?
Ik gaf geen antwoord, maar had een duivelse grijns op mijn gezicht. Ik nam haar in mijn armen en droeg haar de slaapkamer in, zoals ik vele jaren geleden deed toen ik een jongere en sterkere man was. Ik zette haar naast het bed neer en trok haar kleren uit. Zij maakte de knopen van mijn hemd los. Wij tuimelden op het bed en bedreven de liefde. De liefde was magisch en duurde langer dan een uur voordat wij allebei elkaar als één omhelzend in slaap vielen.

DE VOLGENDE MORGEN

Die morgen was ik zoals gewoonlijk vroeg op. Ik zette een pot koffie, ging aan de ontbijttafel zitten en las de krant. Ik probeerde de krant te lezen, maar mijn gedachte werd in beslag genomen door wat ik de vorige dag had meegemaakt. Debbie kwam in haar kamerjas de keuken in, schonk zich een kop koffie in, ging naast mij aan de tafel zitten, en keek mij vluchtig aan met een grote glimlach op haar gezicht. Met haar sexy stem vroeg zij mij,
"Wat was dat allemaal vannacht? Was jij dat of iemand anders"?
"Ik ben er niet zeker van schat. Trouwens, ik ben vanmorgen niet zo zeker meer over heel veel dingen".
"Wat heeft dat te betekenen? Vannacht was meer dan fantastisch, en nu praat je alsof je door een midlifecrisis gaat"?
Zij boog zich voorover, nam mijn handen en omklemde die met die van haar als een gebaar van affectie.
"Ik wil dat je mij zegt dat jij het was, dat het vuur van onze verhouding er nog steeds is. Is er gisteren iets op het kantoor gebeurd dat je mij niet wil zeggen? Ben je een belangrijke klant kwijtgeraakt? Je weet toch dat je mij alles kunt vertellen".
"Er is niets gebeurd op het kantoor en het vuur is nog lang niet gedoofd, schatje! Hoewel, vannacht was voor mij ook een beetje een verrassing".
"Wel, wat is het dan dat je dwarszit"?
"Je weet dat ik heb gezegd dat ik in het verleden door buitenaardse wezens ontvoerd ben? Wel, het is gisteren opnieuw gebeurd".
Sarcastisch antwoordde zij: "Ik weet dat je een buitenaardse bent, liefje. Ik heb het geweten sinds ik met je trouwde, maar kan je niet met iets beter komen dan dat"?
Zij stond van de tafel op, ging naar de koelkast en pakte er een doos eieren uit en een pakje spek. "Heb je trek in een ontbijtje, liefje"?
"Ja, alstublieft, ik heb al een tijdje thuis geen ontbijt gehad; klinkt geweldig, hebben wij brood om te roosteren"?
Zonder op een antwoord te wachten, stond ik van de tafel op en rommelde wat door de kastjes alsof ik niet wist waar zich de dingen in de keuken bevonden.
"Bespaar je de moeite om te zoeken want we hebben geen brood, ik koop het niet meer omdat wij het nooit gebruiken. Ik neem aan dat je vanmorgen niet naar het kantoor gaat aangezien je nog steeds hier bent"?
"Ik neem een vrije dag, of misschien de hele week, ik moet ik iets uit mijn hoofd zien te krijgen". "Goed, misschien kunnen wij uitgaan en vanmiddag samen iets doen, maar ik heb een vreemde pijn in mijn buik die mij de hele nacht heeft gehinderd, dus ik ga mijn gynaecoloog bellen om te zien of zij mij vanochtend nog even snel kan onderzoeken".
"Waarom heb je mij vannacht niet over de pijn verteld? Wij hadden een stevige vrijpartij, dus misschien heb je een spiertje verrekt"?
"Daarom heb ik niets gezegd, maar de pijn is toegenomen dus het kan geen kwaad om te zien wat mijn dokter ervan zegt".
"Wel, oké, laat mij weten wat zij tegen je hebt gezegd en misschien kunnen wij dan later op de dag samen iets doen, wat je maar wilt schatje"!
Ik beëindigde mijn ontbijt en stond van de tafel op, kuste Debbie en ging de trap af naar mijn studeerkamer.
Ik riep telepathisch Milton op: "Milton, kunt je mij horen"?
Geen antwoord.
Ik wilde mijn ervaringen als een droom of hallucinatie afdoen, maar dat lukte mij niet. Ik had niet geslapen en ik gebruik ook geen medicijnen, zodat het niet iets was geweest dat ik mij had verbeeld. Ik was gisterochtend na mijn ontbijt in één de plaatselijke eethuisjes naar het park gegaan zoals ik zo vaak had gedaan. Bovendien was ik nu in bezit van informatie die de funderingen van alles dat mensen geloven als waar in dit leven zou kunnen veranderen! Zoals de drie grote steunpilaren van de mensheid: godsdienst, geschiedenis en de wetenschappen. Ik vroeg mij nu af wat ik met die informatie zou moeten doen, maar wie zou er ook maar iets van geloven?
Debbie riep vanaf het portaal naar mij toe, "Schatje, ik heb met mijn gynaecoloog gesproken en zij zei dat ik vanmorgen kan komen. Zij leek bezorgd om wat ik haar vertelde, dus ga ik nu, ik spreek je als ik weer terugkom, ik hou van jou".
Ik rende de trap op om haar nog te zien voordat zij wegging.
"Wil je dat ik met je meega liefje"?
"Nee, ik red me wel".
Zij wierp mij een kushandje toe. Ik stond in de trappenhal en wierp een kushandje terug naar haar. Ik keerde toen naar mijn studeerkamer terug om verder te piekeren over mijn nieuwe realiteit.

TWEE UUR LATER

Ik ben in mijn studeerkamer aan het werk op mijn computer als ik de voordeur hoor open gaan. Debbie was terug van haar afspraak. Zij liep de trappen af naar mijn studeerkamer en stond in de deuropening. Ik keek op van mijn computerscherm en vroeg, "En, heeft zij iets gevonden"?
"De gynaecoloog vond een paar vreemde knobbeltjes in mijn baarmoeder, maar toen zij de knobbeltjes onderzocht lieten zij los en kon zij ze met een instrument verwijderen. Op het moment dat zij ze verwijderd had ging de pijn weg. Zij liet ze mij zien, het waren cysten ter grootte van een muntstuk van 10-eurocent. De rest zag er prima uit".
Ik stond van mijn stoel op, ging naar haar toe en omhelsde haar.
"Dat is geweldige schatje! Nu kunnen wij de rest van de dag alles doen wat jij maar zou willen doen".

AFDELING GYNAECOLOGY

(Gynaecoloog spreekt telepathisch met Milton) "Milton, ik heb de embryo's bij Debbie weggenomen. Ik kan er één om 14:00 uur inbrengen en de andere om 15:00 uur, maakt het uit welke vrouw welke krijgt of zijn het deze keer identieke embryo's"?
Milton antwoordde, "Zij zijn identiek. De embryo's die zijn vervangen zullen worden opgehaald wanneer jij mij zegt dat zij klaar zijn".
"Zij zullen kort na de tweede afspraak klaar zijn".

Einde

No comments:

Post a Comment